Systeemconfiguratie
Biomed-instellingen – naamservice-instellingen
In de volgende tabel vindt u de instellingen die
beschikbaar zijn binnen de pagina Naam service.
Zie pagina 421 om te weten hoe u deze pagina
opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
Selectie
ID Bewakingsunit
Label bewakings-
unit
Label zorgunit
Label apparaat
Naam ziekenhuis
Centrale post
inschakelen
Afstandsbedie-
ning inschakelen
Stilte via afstand-
bed. inschakelen
426
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
Beschikbare instellingen
1-255 (stappen van 1)
Maximaal zeven alfanumerie-
ke tekens
– Aan (standaard)
– Uit
– Aan (standaard)
– Uit
– Aan (standaard)
– Uit
uitgevoerd, selecteert u de Toe passen-toets
waardoor de communicatie met een aangesloten
M540 kortstondig wordt verbroken.
Beschrijving
Hiermee kunt u de Cockpit toewijzen aan een
bewakingsunit door een ID op te geven met
het toetsenbloksymbool
Hiermee kunt u het overeenkomstige label
voor het netwerk en de registraties opgeven
door het toetsenbordsymbool
Bij het invoeren van het Label apparaat mag
u het woord 'IACS' niet gebruiken. Het woord
'IACS' wordt gebruikt voor de Naam service-
instelling. Als de Naam service-instelling en
een bedlabel overeenkomen, verschijnt het
IACS-bedlabel niet op het ICS.
Als deze functie is geactiveerd en er een ICS
op het netwerk is aangesloten, verschijnt het
bericht Niet door centrale bewaakt in de kop-
balk van de Cockpit als de Cockpit niet aan
een ICS is toegewezen. Voor meer informatie
(zie pagina 78).
Als deze functie is gedeactiveerd, als er een
ICS op het netwerk is aangesloten en als de
Cockpit niet aan een ICS is toegewezen, ver-
schijnt het bericht Niet door centrale be-
waakt niet in de kopbalk van de Cockpit.
Als deze functie is geactiveerd, staat de Cock-
pit andere Infinity-monitors en het ICS toe de
gegevens weer te geven en eenvoudige func-
ties uit te voeren, zoals het aanvragen van een
registratie of het pauzeren van een alarm.
Als deze functie is geactiveerd, staat de Cock-
pit toe dat alarmen van andere netwerkappa-
raten worden gedempt.
.
te gebruiken.