Wanneer u alarmen deactiveert, worden er voor de
betreffende parameter geen akoestische en
optische alarmsignalen geactiveerd. Als
alarmbewaking is gedeactiveerd, verschijnt er een
driehoek met een kruis erdoor (A) in het
parameterveld.
Wanneer u de alarmfunctie voor een parameter
activeert, komen de ingestelde alarmgrenzen in de
plaats van de driehoek met het kruis erdoor, mits de
weergave van alarmgrenzen is geactiveerd (zie
pagina 408).
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
A
De bovenste en onderste alarmgrenzen
instellen
U kunt de bovenste en onderste alarmgrenzen van
een parameter handmatig zodanig instellen dat
akoestische en optische alarmsignalen worden
geactiveerd als een parameter boven of onder de
ingestelde grenzen uitkomt. U kunt ook de
alarmgrenzen van alle parameters op grond van
een percentage snel automatisch instellen. Zie
pagina 130 voor meer informatie over de functie
Automatisch instellen.
WAARSCHUWING
Wanneer u alarmgrenzen instelt op extreme
waarden, kan dat verhinderen dat bepaalde
alarmcondities worden gedetecteerd en
aangekondigd met akoestische en optische
alarmsignalen.
Voor informatie omtrent het gedrag van speciale
SpO
-alarmlimieten kunt u terecht in het hoofdstuk
2
SpO
en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET
2
MCable op pagina 244 en SpO
met Nellcor OxiMax MCable op pagina 262.
Archieffunctie
Al naar gelang de actieve archiefinstelling, gebeurt
er het volgende in reactie op een overtreding van
een alarmgrens:
– Een automatische registratie op een
papierstrook (zie hoofdstuk
'Rapporten/registraties').
– Elektronische gebeurtenisopslag in de
alarmhistorie voor latere raadpleging (zie
pagina 130). Zie 'Algemene alarminstellingen
wijzigen' op pagina 121 voor informatie over het
configureren van de archieffunctie.
Alarmen
en pulsfrequentie
2
117