ECG, aritmie en ST-segment
Selectie
Beschikbare instellingen
Pacemaker de-
– Aan (standaard)
tectie
– Uit– het bericht Pacemaker uit wordt weer-
(Niet beschikbaar
in neonatale mo-
– Fusie– het bericht Pacer fusie wordt weer-
dus.)
QRS-sync mar-
– Aan – geeft QRS-synchronisatiemarkeer-
ker
– Uit (standaard)
Kabeltype
– Auto detect (standaard)
(TruST is enkel
– leads-sets voor 3, 5, 6 of 12 afleidingen
beschikbaar bij
Wanneer u het ECG-verlengsnoer gebruikt,
een kabelset met
wordt de kabel in het systeem beschouwd als
6 afleidingen)
een 6-afleidingen kabelset.
ARR verwerken
– ECG 1 & 2 (standaard)
De ECG 1 & 2-selectie is niet beschikbaar als
de neonatale patiëntcategorie is geselecteerd.
Grootte alle
0,25, 0,5, 1 (standaard), 2, 4, 8 mV/cm
ECG's [mV/cm]
200
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
gegeven in het curvekanaal
gegeven in het curvekanaal
ders weer
– ECG1
Beschrijving
Hiermee wordt ingesteld of
pacemakerimpulsen worden
gedetecteerd. Zie 'Pacema-
kerfusiemodus' op
pagina 202 voor de vereiste
voorzorgsmaatregelen voor-
dat u deze modus start.
Hiermee wordt ingesteld of er
verticale witte markeringen
worden weergegeven in de
curve om QRS-complexen te
identificeren. Met de marke-
ringen kan beter worden be-
paald wanneer het veilig is om
een gesynchroniseerde car-
dioversie uit de voeren.
Indien ingesteld op Auto de-
tect, wordt met deze functie
het aantal aangesloten aflei-
dingen automatisch gedetec-
teerd. Als de modus Auto de-
tect de aangesloten leads-set
niet detecteert, kunt u het ka-
beltype handmatig selecte-
ren. "12" betekent een combi-
natie van leads-sets met
6 en 4 afleidingen voor bewa-
king met 12 afleidingen.
Instelling ECG1 – aritmiever-
werking wordt alleen uitge-
voerd op de afleiding weerge-
geven in curvekanaal 1.
Instelling ECG 1 & 2 – aritmie-
verwerking wordt uitgevoerd
op de afleidingen weergege-
ven in de curvekanalen
1 en 2.
Hiermee wordt de amplitude
van alle weergegeven ECG-
afleidingen ingesteld.