Een aangepaste weergave wijzigen
OPMERKING
Hoewel op de Cockpit veel parameters en curven
kunnen worden weergegeven, dient u zorgvuldig
te werk te gaan om te voorkomen dat klinisch
belangrijke informatie verborgen of onleesbaar
wordt.
1 Open de pagina Weergave editor (zie
pagina 406).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) en selecteer de weergave die u wilt wijzigen.
OPMERKING
U kunt alleen aangepaste weergaven wijzigen.
Drägerweergaven kunnen niet worden gewijzigd.
Een weergavelabel dat cursief wordt
weergegeven en door een asterisk wordt
gevolgd, duidt op een weergave die werd
gewijzigd, maar waarvan de wijzigingen nog
niet werden opgeslagen.
3 Selecteer de pijltoets naast het veld Sjabloon
(B) om een layout-sjabloon te selecteren (D) die
bestaat uit verschillende panelen die illustreren
hoe de basislayout van het scherm eruit gaat
zien.
4 Raak een deelvenster van de geselecteerde
layout-sjabloon aan om een inhoud te
selecteren. Het volgende pop-upvenster
Inhoud verschijnt.
Inhoud
5 Selecteer de bovenste pijltoets (G) in het
pop-up venster Inhoud om een van de
volgende inhouden toe te wijzen aan het
geselecteerde paneel:
– Parameters
– Curven
– Toepassingen
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
6 Selecteer de onderste pijltoets (H) in het pop-up
venster Inhoud om aanvullende instellingen te
selecteren. Bijvoorbeeld, als u in stap 4 Curven
kiest, kunt u de ECG-afleiding voor weergave
selecteren.
7 Herhaal stap 4 en 5 voor alle deelvensters in de
geselecteerde layout-sjabloon.
8 Selecteer het
Weergave opslaan-veld (zie diagram op
pagina 406) om de wijzigingen onder de
bestaande naam op te slaan.
of
Selecteer het symbool
Weergave (A) om een toetsenbord te openen
waarmee u de naam van de huidige weergave
kunt wijzigen.
Een weergave toewijzen aan profielen
U kunt een weergave toewijzen aan een profiel
nadat u een weergave hebt gewijzigd of op elk
gewenst moment daarna.
1 Open de pagina Weergave editor (zie
pagina 406).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) om de weergave te kiezen die u wilt
toewijzen aan profielen (als deze nog niet is
geselecteerd).
3 Selecteer de toets Profielen... (F) om het
pop-up venster Voeg aan profiel toe weer te
geven.
4 Selecteer ofwel de Draeger weergaven- of de
G
Speciale weergaven-toets onder de
Volwassen-, Pediatrisch- of Neonaat-kolom.
H
Er verschijnt een extra pop-up venster met
daarin de profielen die zijn opgeslagen in de
geselecteerde categorie.
5 Selecteer zoveel profielen als u wilt waaraan u
de huidige geselecteerde weergave wilt
toewijzen.
6 Selecteer OK.
Systeemconfiguratie
-symbool (G) naast het
naast het veld
407