Cardiac output (C.O.)
Een meting in de Auto-interval-modus starten
1 Druk op de starttoets voor de cardiac output (A)
op de MPod – QuadHemo of de
Hemo4/Hemo2.
of
Selecteer de toets Start C.O. op de pagina
Procedures... > C.O. (zie pagina 315).
OPMERKING
Als de Start C.O.-toets is geconfigureerd om op
de hoofdmenubalk te verschijnen, is die ook op de
hoofdmenubalk beschikbaar. Zie pagina 402 voor
meer informatie.
MPod – QuadHemo
Hemo2 pod
312
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
A
A
Hemo4 pod
2 Wacht totdat er een toon klinkt en het bericht
Injecteer indien gereed verschijnt om aan te
geven dat er een stabiele bloedtemperatuur is
gevonden. Verricht geen injectie voordat het
bericht Injecteer indien gereed verschijnt.
3 Injecteer de zouthoudende oplossing in de
bloedstroom. Er verschijnt een
thermodilutiecurve, die de verandering in
bloedtemperatuur weergeeft. Als de
bloedtemperatuur onstabiel wordt, wordt de
meting automatisch geannuleerd. Als er geen
temperatuursdaling wordt gevonden, stopt de
curve en verschijnt het bericht %0 Geen
temperatuur verandering.
4 Herhaal stap 2 om extra metingen te nemen of
een meting te herhalen, en zorg ervoor dat u
wacht op het bericht Injecteer indien gereed.
Op de pagina Procedures... > C.O. (zie
pagina 315) worden maximaal vijf cardiac
output-metingen opgeslagen. Elk
waardenpaneel is aanraakgevoelig. Hierdoor
kunt u een waarde opnemen in of uitsluiten van
de berekening van het gemiddelde. Elke
waarde met een kruis erdoor is van het
gemiddelde uitgesloten. Als u het paneel
opnieuw aanraakt, verschijnt de waarde
opnieuw en wordt deze in het gemiddelde
opgenomen.
Zie pagina 314 om het cardiac output-
gemiddelde op te slaan.
A