Parameter
Bereik alarmgrenzen
NIBP M neonataal
Bovengrens:
Stap: 1 mmHg of
0,1 kPa
Ondergrens:
ΔTx
Bovengrens:
Stap: 0,1 °C of
0,1 ± 0,2 °F
Ondergrens:
Txa/b
Bovengrens:
Stap: 0,1 °C of
0,1 °F
Ondergrens:
IBP S volwassene
Bovengrens:
Stap: 1 mmHg of
0,1 kPa
Ondergrens:
Gebruiksinstructies – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG4.n
Standaardwaar-
den voor boven-
grens
70 mmHg
11 tot 130 mmHg
9,3 kPa
1,4 tot 17,3 kPa
10 tot 129 mmHg
1,3 tot 17,2 kPa
1,0 °C
0,1 tot 39,0 °C
3,6 °F
0,2 tot 70,2 °F
0,0 tot 38,9 °C
0,0 tot 70,0 °F
39,0 °C
0,1 tot 50,0 °C
102,2 °F
32,2 tot 122,0 °F
0,0 tot 49,9 °C
32,0 tot 121,8 °F
– 160 mmHg
-24 tot +300 mmHg
-3,2 tot +40,0 kPa
-25 tot +299 mmHg
– 35 mmHg
-3,3 tot +39,9 kPa
Standaardwaar-
den voor onder-
grens
40 mmHg
5,3 kPa
0,0 °C
0,0 °F
34,0 °C
93,2 °F
– 90 mmHg
(21,3 kPa)
(12,0 kPa)
voor GD1 S tot
voor GD1 S
GD4 S,
tot
ART S, LV S
GD4 S, ART S
– 75 mmHg
(4,7 kPa) voor
(10,0 kPa)
PA S, RV S
voor LV S
– 10 mmHg
(1,3 kPa) voor
PA S, RV S
Alarmen
Standaardin-
stelling voor
archiveren
Aan
Uit
Uit
GD1 S tot GD4
S,
LV S, RV S: Uit
PA S,
ART S: Aan
141