Inhoudsopgave
Advertenties
4 Programmeren
Reset en start
kan als startfunctie worden gebruikt. Als er 24 V op de
digitale ingang is aangesloten, wordt de frequentieomvormer gereset en
loopt de motor aan tot de digitale referentie.
Encoderreferentie
wordt gebruikt als een pulsreeks (frequentie) is gese-
lecteerd als referentiesignaal. 0 Hz komt overeen met parameter 204
Minimumreferentie, Ref
MIN
Puls Max 33/29
327/328
komt overeen met parameter 205
ferentie Ref
.
MAX
Encoderterugkoppeling
wordt gebruikt als het gebruikte terugkoppelsig-
naal een pulsreeks (frequentie) is. In parameter 327/328
33/29
wordt de maximale pulsterugkoppelingsfrequentie ingesteld.
4
Encoderingang
wordt gebruikt als een specifiek aantal pulsen moet leiden
Precisiestop
tot een
, zie parameter 343
Tellerwaarde
.
Alle encoderinstellingen worden gebruikt in combinatie met tweesporen-
encoders met richtingherkenning.
Spoor A wordt aangesloten op klem 29.
Spoor B wordt aangesloten op klem 33.
308
Klem 53, analoge ingangsspanning
Waarde:
Geen functie (NO OPERATION)
Referentie (REFERENCE)
Terugkoppeling (FEEDBACK)
Wobbel (WOBB.DELTA FREQ [%])
Functie:
Met deze parameter kunt u selecteren welke functie aangesloten moet
zijn op klem 53. Het schalen van het ingangssignaal wordt uitgevoerd in
Klem 53, min. schaling
parameter 309
schaling
.
Beschrijving van de keuze:
Geen functie
[0].Is te gebruiken als de frequentieomvormer niet moet
reageren op signalen die zijn aangesloten op de klem.
deze functie wordt geselecteerd, kan de referentie worden gewijzigd door
middel van een analoog referentiesignaal. Als er referentiesignalen op
meer dan één ingang zijn aangesloten, moeten de referentiesignalen bij
elkaar worden opgeteld.Als een spanningsterugkoppelingssignaal wordt
aangesloten, moet
Terugkoppeling
Wobbel
[10]
De driehoekfrequentie kan worden bestuurd door de analoge ingang.Als
WOBB.DELTA FREQ
is ingesteld als analoge ingang (par. 308 of 314)
komt de geselecteerde waarde in par. 702 overeen met 100 % van de
analoge ingang.
Voorbeeld: analoge ingang = 4-20 mA, driehoekfrequentie par. 702 = 5
Hz → 4mA = 0 Hz en 20 mA = 5 Hz. Zie Wobbelinstructie MI28JXYY voor
meer informatie als deze functie wordt geselecteerd.
94
. De ingestelde frequentie in parameter
Maximumre-
Puls Max
Precisiestop
en parameter 344
Klem 53, max.
en parameter 310
Referentie
[2] worden geselecteerd op klem 53.
MG.90.S1.10 – VLT
309
Klem 53 min. schaling
Waarde:
0,0 - 10,0 V
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen van de signaalwaarde
die moet overeenkomen met de minimumreferentie of de minimumte-
rugkoppeling, parameter 204
mumterugkoppeling, FB
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste waarde voor de spanning in. Omwille van de nauwkeu-
righeid moet gezorgd worden voor compensatie van spanningsverlies in
lange signaalkabels. Indien de onderbrekingsfunctie moet worden ge-
bruikt (parameter 317
ingestelde waarde hoger zijn dan 1 V.
310
Klem 53 max. schaling
Waarde:
0 - 10,0 V
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen van de signaalwaarde
die moet overeenkomen met de maximumreferentie of de maximumte-
[0]
rugkoppeling, parameter 205
[1]
mumterugkoppeling, FB
[2]
Beschrijving van de keuze:
[10]
Stel de gewenste waarde voor de spanning in. Omwille van de nauwkeu-
righeid moet gezorgd worden voor compensatie van spanningsverlies in
lange signaalkabels.
314
Klem 60, analoge ingangsstroom
Waarde:
Geen functie (NO OPERATION)
Referentie (REFERENCE)
[1]. Als
Terugkoppeling (FEEDBACK)
Wobbel (WOBB.DELTA FREQ [%])
Functie:
Deze parameter maakt een keuze mogelijk uit de verschillende functies
die beschikbaar zijn voor deze ingang, klem 60. Het schalen van het in-
gangssignaal wordt uitgevoerd in parameter 315
en parameter 316
Klem 60, max. schaling
Beschrijving van de keuze:
Geen functie
[0].Is te gebruiken als de frequentieomvormer niet moet
reageren op signalen die zijn aangesloten op de klem.
deze functie wordt geselecteerd, kan de referentie worden gewijzigd door
middel van een analoog referentiesignaal. Als de referentiesignalen zijn
aangesloten op meerdere ingangen, moeten deze bij elkaar worden op-
geteld.
Als er één stroomterugkoppelingssignaal is aangesloten, moet
peling
[2] worden geselecteerd voor klem 60.
Wobbel
[10]
De driehoekfrequentie kan worden bestuurd door de analoge ingang.Als
WOBB.DELTA FREQ
is ingesteld als analoge ingang (par. 308 of 314)
komt de geselecteerde waarde in par. 702 overeen met 100 % van de
analoge ingang.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
Minimumreferentie, Ref
MIN
.
MIN
Time-out
en 318
Functie na time-out
Maximumreferentie, Ref
MAX
.
MAX
Klem 60, min. schaling
.
Referentie
0,0 Volt
Mini-
/ 414
), moet de
10.0 V
Maxi-
/ 414
[0]
[1]
[2]
[10]
[1]. Als
Terugkop-
Advertenties
Inhoudsopgave
