Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Programmeren
Beschrijving van de keuze:
Selecteer
DC-houd tijdens startvertraging
startvertraging een DC-houdspanning te geven. Stel de spanning in via
DC-houdspanning
parameter 137
DC-remmen tijdens startvertraging
Selecteer
de startvertraging een DC-remspanning te geven. Stel de spanning in via
DC-remspanning
parameter 132
Vrijlopen tijdens startvertraging
Selecteer
motor gedurende de startvertraging niet wordt geregeld door de fre-
quentieomvormer (omvormer uitgeschakeld).
Startfrequentie/spanning rechtsom
Selecteer
4
vertraging de beschreven functie in parameter 130
Spanning bij start
parameter 131
altijd gelijk aan de instelling van parameter 130
uitgangsspanning komt overeen met de instelling van parameter 131
Spanning bij start
, ongeacht de waarde van het referentiesignaal.
Deze functie wordt met name gebruikt bij hijstoepassingen. De functie
wordt met name gebruikt in toepassingen met een schuifankermotor,
waarbij de rotatierichting eerst rechtsom moet zijn, gevolgd door een ro-
tatie in de referentierichting.
Startfrequentie/spanning in referentierichting
Selecteer
de de startvertraging de geselecteerde functie in parameter 130
frequentie
en 131
Spanning bij start
De rotatierichting van de motor volgt altijd de referentierichting. Als het
referentiesignaal gelijk is aan nul zal de uitgangsfrequentie gelijk zijn aan
0 Hz, terwijl de uitgangsspanning overeenkomt met de instelling van pa-
Spanning bij start
rameter 131
nul, zal de uitgangsfrequentie overeenkomen met de ingestelde waarde
in parameter 130
Startfrequentie
komen met de ingestelde waarde in parameter 131
Deze functie wordt in de regel gebruikt voor hijstoepassingen met con-
tragewicht. De functie wordt met name gebruikt in toepassingen met een
schuifankermotor. De schuifankermotor kan losbreken op basis van pa-
rameter 130
Startfrequentie
122
Functie bij stop
Waarde:
Vrijloop (COAST)

4.3.2 Gelijkstroomrem

Tijdens het gebruik van de gelijkstroomrem wordt gelijkstroom aan de
motor geleverd, waardoor de as tot stilstand komt. In parameter 132
brake voltage
kan de gelijkstroomremspanning worden ingesteld op een
waarde tussen 0 en 100%. De maximale gelijkstroomremspanning hangt
af van de geselecteerde motorgegevens.
DC braking time
In parameter 126
en in parameter 127
DC brake cut-in frequency
selecteerd waarbij de gelijkstroomrem actief wordt. Indien een digitale
ingang op
DC braking inverse
naar logisch '0' gaat, wordt de gelijkstroomrem geactiveerd. Wanneer een
stopcommando actief wordt, wordt de gelijkstroomrem geactiveerd wan-
neer de uitgangsfrequentie lager is dan de inschakelfrequentie van de
rem.
80
[0] om de motor gedurende de
.
[1] om de motor gedurende
.
[2] om ervoor te zorgen dat de
[3] om gedurende de start-
Startfrequentie
te verkrijgen De uitgangsfrequentie is
Startfrequentie
[4] om geduren-
te verkrijgen.
. Als het referentiesignaal niet gelijk is aan
en zal de uitgangsspanning overeen-
Spanning bij start
en parameter 131
Spanning bij start
.
wordt de gelijkstroomremtijd bepaald
wordt de frequentie ge-
[5] is geprogrammeerd en van logisch '1'
MG.90.S1.10 – VLT
DC-stilstand (DC HOLD)
Functie:
Hier kunt u de functie van de frequentie-omvormer selecteren als de uit-
gangsfrequentie lager is geworden dan de waarde in parameter 123
frequency voor activering van functie bij stop
als de uitgangsfrequentie is uitgelopen tot 0 Hz.
Beschrijving van de keuze:
Vrijlopen
Selecteer
[0] als de frequentie-omvormer de motor moet laten
'uitlopen' (inverter uit).
Selecteer DC-stilstand [1] als parameter 137
worden geactiveerd.
en
123
Min. frequentie voor activering van functie bij stop
en de
Waarde:
0,1-10 Hz
Functie:
Deze parameter bepaalt bij welke uitgangsfrequentie de geselecteerde
functie in parameter 122
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste uitgangsfrequentie in.
Start-
NB!
Als parameter 123 een hogere waarde heeft dan pa-
rameter 130 zal de startvertragingsfunctie (parameter
120 en 121) worden genegeerd.
NB!
Als parameter 123 een te hoge waarde heeft en para-
meter 122 is ingesteld op DC-houd zal de uitgangsfre-
quentie zonder aanloop naar de waarde in parameter
.
123 springen. Dit kan een overspanningswaarschu-
wing/alarm veroorzaken.
[0]
NB!
DC
De gelijkstroomrem mag niet worden gebruikt als de
traagheid van de motoras meer dan 20 maal de interne
traagheid van de motor is.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
, na een stopcommando en
DC-stilstandspanning
Functie bij stop
moet worden geactiveerd.
[1]
Min.
moet
0,1 Hz

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave