Inhoudsopgave
Advertenties
4 Programmeren
4.5 Parametergroep 3-** In- & uitgangen
Digitale ingangen
Waarde:
Geen functie
Reset
Vrijloop na stop, geïnverteerd
Reset en vrijloop geïnverteerd
Snelle stop geïnverteerd
DC-rem geïnverteerd
4
Stop geïnverteerd
Start
Pulsstart
Omkeren
Omkeren en start
Start rechtsom
Start linksom
Jog
Referentie vasthouden
Uitgang vasthouden
Snelh. omh.
Snelh. omlaag
Versnellen
Vertragen
Ramp 2
Digitale ref., lsb
Digitale ref., msb
Digitale ref. aan
Precisiestop, geïnverteerd
Precisiestart/stop
Pulsreferentie
Pulsterugkoppeling
Pulsingang
Keuze van setup, lsb
Keuze van setup, msb
Reset en start
Encoderreferentie
Encoderterugkoppeling
Encoderingang
1 Kan niet worden geselecteerd als
33.
Functie:
In de parameters 302-307
schakelde functies zijn verbonden met de digitale ingangen (klem 18-33).
Beschrijving van de keuze:
Geen functie
wordt gebruikt als de frequentieomvormer niet moet rea-
geren op signalen die naar de klem worden gestuurd.
Reset
wordt gebruikt om de frequentieomvormer te resetten na een
alarm. Een aantal alarmen kan echter niet worden gereset zonder eerst
de netvoeding af te schakelen en weer aan te sluiten (uitschakeling met
blokkering). Zie de tabel onder
Reset wordt geactiveerd op de voorflank van het signaal.
Vrijloop na stop geïnverteerd
vormer de motor onmiddellijk moet 'laten gaan' (uitgangstransistoren
worden 'uitgeschakeld'), wat betekent dat de motor vrijloopt tot stop.
Logisch '0' leidt tot vrijloopstop.
Reset en vrijloop geïnverteerd
te activeren, tegelijk met een reset. Logisch '0' betekent vrijloop na stop
en reset. Reset wordt geactiveerd op de achterflank.
Snelle stop geïnverteerd
wordt gebruikt om de motor te stoppen volgens
de uitlooptijd snelle stop die is ingesteld in parameter 212
uitlooptijd
. Logisch '0' leidt tot een snelle stop.
92
Klemnr.
Par. nr.
(NO OPERATION)
(RESET)
(MOTOR COAST INVERSE)
(RESET AND COAST INV.)
(QUICK-STOP INVERSE)
(DC-BRAKE INVERSE)
(STOP INVERSE)
(START)
(LATCHED_START)
(REVERSING)
(START REVERSING)
(ENABLE FORWARD)
(ENABLE REVERSE)
(JOGGING)
(FREEZE REFERENCE)
(FREEZE OUTPUT)
(SPEED UP)
(SPEED DOWN)
(CATCH-UP)
(SLOW-DOWN)
(RAMP 2)
(PRESET REF, LSB)
(PRESET REF, MSB)
(PRESET REFERENCE ON)
(PRECISE STOP INV.)
(PRECISE START/STOP)
(PULSE REFERENCE)
(PULSE FEEDBACK)
(PULSE INPUT)
(SETUP SELECT LSB)
(SETUP SELECT MSB)
(RESET AND START)
(ENCODER REFERENCE)
(ENCODER FEEDBACK)
(ENCODER INPUT)
Pulsuitgang
is geselecteerd in par. 341
Digitale ingangen
wordt bepaald welke inge-
Lijst met waarschuwingen en alarmen.
wordt gebruikt wanneer de frequentieom-
wordt gebruikt om vrijloop van de motor
Snelle stop
MG.90.S1.10 – VLT
VLT
18
302
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[26]
[27]
[31]
[32]
[33]
Klem 46,
d
igitale uitgang.
2
De instelling zijn identiek aan die voor klem 29 en
DC-rem geïnverteerd
wordt gebruikt om de motor te stoppen door deze
gedurende een bepaalde tijd te voorzien van gelijkspanning; zie de pa-
rameters 126, 127 en 132
DC-rem
waarde in parameter 126
DC-remtijd
Logisch '0' leidt tot gelijkstroomremmen.
Stop geïnverteerd
: logisch '0' betekent dat de motorsnelheid uitloopt tot
stop volgens de geselecteerde uitlooptijd.
Geen van de hierboven genoemde stopcommando's
mag worden gebruikt als werkschakelaar bij het uit-
voeren van reparaties. Controleer of alle spanningsin-
gangen zijn afgeschakeld en of de voorgeschreven tijd
(4 min.) verstreken is alvorens met de reparatiewerk-
zaamheden te beginnen.
Start
is te gebruiken als er een start/stopcommando nodig is. Logisch '1'
= start, logisch '0' = stop.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
Decentrale FCD 300 Design Guide
19
27
29
33
303
304
305
307
[0]
[0]
[0]
[0]
[1]
[1]
[1]
[1]
[2]
[2]
[2]
[2]
[3]
[3]
[3]
[3]
[4]
[4]
[4]
[4]
[5]
[5]
[5]
[5]
[6]
[6]
[6]
[6]
[7]
[7]
[7]
[7]
[8]
[8]
[8]
[8]
[9]
[9]
[9]
[9]
[10]
[10]
[10]
[10]
[11]
[11]
[11]
[11]
[12]
[12]
[12]
[12]
[13]
[13]
[13]
[13]
[14]
[14]
[14]
[14]
[15]
[15]
[15]
[15]
[16]
[16]
[16]
[16]
[17]
[17]
[17]
[17]
[19]
[19]
[19]
[19]
[20]
[20]
[20]
[20]
[21]
[21]
[21]
[21]
[22]
[22]
[22]
[22]
[23]
[23]
[23]
[23]
[24]
[24]
[24]
[24]
[26]
[27]
[28]
1
[28]
[29]
[29]
1
[30]
[31]
[31]
[31]
[31]
[32]
[32]
[32]
[32]
[33]
[33]
[33]
[33]
[34]
2
[34]
2
[35]
[35]
[36]
2
[36]
. Deze functie is alleen actief als de
en 132
DC-remspanning
niet 0 is.
2
2
2
Advertenties
Inhoudsopgave
