Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kabelpakkingen; Afgeschermde/Gewapende Kabels; Extra Beveiliging; Elektronica Aangeschaft Zonder Installatiekast - Danfoss VLT FCD 300 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
3.3.2 Kabels
De stuurkabel en de voedingskabel moeten apart van de motorkabels worden geïnstalleerd om ruisoverdracht te voorkomen. In de regel is een afstand
van 20 cm voldoende, maar het verdient aanbeveling de kabels zo ver mogelijk van elkaar te installeren, vooral bij kabels die over grote afstanden parallel
lopen.
Bij gevoelige signaalkabels, zoals telefoon- of datakabels, verdient het aanbeveling de kabels zo ver mogelijk van elkaar te installeren. De benodigde
afstand hangt af van de installatie en de gevoeligheid van de signaalkabels; het is dus niet mogelijk exacte waarden te noemen.
Wanneer de kabels in kabelbakken worden gelegd, mogen gevoelige signaalkabels niet in dezelfde kabelbak worden gelegd als de motorkabel. Als
signaalkabels voedingskabels kruisen, moeten de kabels in een hoek van 90° worden gelegd. Alle aan ruis onderhevige ingangs- en uitgangskabels van
een behuizing moeten worden afgeschermd/gewapend.
Zie ook
EMC-correcte elektrische installatie.

Kabelpakkingen

De gebruikte kabelpakkingen moeten geschikt zijn voor de betreffende omgeving en zorgvuldig worden gemonteerd.

3.3.3 Afgeschermde/gewapende kabels

De afscherming moet een lage HF-impedantie hebben. Dit wordt bereikt door toepassing van een gevlochten afscherming van koper, aluminium of ijzer.
Versterkte afscherming als mechanische bescherming is bijvoorbeeld niet geschikt voor EMC-correcte installatie. Zie ook

3.3.4 Extra beveiliging

Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars of (meervoudige) veiligheidsaarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de
lokale veiligheidsvoorschriften. Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijkstroom veroorzaken. Gebruik nooit een RCD (aardlekschakelaar)
van het type A; deze is niet geschikt voor DC-foutstromen. Wanneer aardlekschakelaars worden gebruikt, moeten deze voldoen aan de lokale voor-
schriften.De gebruikte aardlekschakelaars moeten geschikt zijn:
-
om apparatuur met een gelijkstroomcomponent in de foutstroom (driefasenbruggelijkrichter) te beveiligen;
-
voor een pulsvormige, korte ontlading bij het inschakelen;
-
voor een hoge lekstroom.
Zie ook RCD Toepassingsnotitie MN.90.Gx.02.
3.3.5 Hoogspanningstest
Een hoogspanningstest kan worden uitgevoerd door de klemmen U, V, W, L1, L2 en L3 kort te sluiten en 1 seconde lang max. 2160 V DC toe te passen
op deze kortsluiting en PE-klem.

3.3.6 Elektronica aangeschaft zonder installatiekast

Als het elektronische deel wordt aangeschaft zonder het Danfoss-installatiedeel moet de aardverbinding geschikt zijn voor een hoge lekstroom. Het gebruik
van de originele Danfoss-installatiekast of installatieset 175N2207 wordt aanbevolen.
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3 Installatie
Gebruik van EMC-correcte kabels.
3
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave