®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
4.7 Seriële communicatie
4.7.1 Protocollen
Alle frequentieomvormers zijn standaard uitgerust met een RS 485-poort,
waarmee tussen twee protocollen gekozen kan worden. De volgende
twee protocollen kunnen worden geselecteerd in parameter 512
gramprofiel:
•
Profidrive-protocol
•
Danfoss FC-protocol
Om het Danfoss FC-protocol te kiezen, stelt u parameter 512
profiel
FC-protocol
in op
[1].
4.7.2 Stuur- en antwoordtelegrammen
Stuur- en antwoordtelegrammen
De telegramcommunicatie in een master/slave-systeem wordt bestuurd
door de master. Er kunnen maximaal 31 slaves worden verbonden met
één master, tenzij er versterkers worden gebruikt. Als er versterkers wor-
den gebruikt, kunnen er maximaal 126 slaves worden verbonden met één
master.
De master zendt voortdurend telegrammen naar de slaves en wacht op
hun antwoordtelegrammen. De antwoordtijd van de slaves bedraagt
maximaal 50 ms.
Alleen slaves die foutloze telegrammen hebben ontvangen die aan hen
gericht zijn, zullen antwoorden door een antwoordtelegram te zenden.
Broadcast
Een master kan eenzelfde telegram tegelijkertijd naar alle slaves zenden
die met de bus verbonden zijn. Tijdens deze broadcast-communicatie
4.7.3 Telegramstructuur
Elk telegram begint met een startteken (STX) = 02 hex, gevolgd door een
byte die de telegramlengte aangeeft (LGE) en een byte die het adres van
de frequentieomvormer aangeeft (ADR). Dan volgt een aantal databytes
(variabel, afhankelijk van het telegramtype). Het telegram eindigt met
een datastuurbyte (BCC).
Timing telegram
De communicatiesnelheid tussen een master en een slave hangt af van
de baudsnelheid. De baudsnelheid van de frequentieomvormer moet ge-
Tele-
Telegram-
zendt de slave geen antwoordtelegrammen terug naar de master of het
telegram correct is ontvangen. Broadcast-communicatie wordt opgezet
in adresformaat (ADR), zie
Inhoud van een teken (byte)
Elk overgedragen teken begint met een startbit. Dan volgen 8 databits,
dat wil zeggen één byte. Ieder teken wordt gegeven via een pariteitsbit
die is ingesteld op "1" wanneer er een even pariteit is (dat wil zeggen een
even aantal binaire enen in de 8 databits en in de pariteitsbit samen). Het
teken eindigt met een stopbit en bestaat dus in totaal uit 11 bits.
lijk zijn aan de baudsnelheid van de master en is in te stellen in parameter
501
Na een antwoordtelegram van de slave moet er een pauze zijn van ten
minste 2 tekens (22 bits) voordat de master een nieuw telegram kan
zenden. Bij een baudsnelheid van 9600 baud moet er een pauze van ten
minste 2,3 ms zijn. Wanneer de master het telegram heeft voltooid, is de
responstijd van de slave aan de master ten hoogste 20 ms, gevolgd door
een pauze van ten minste 2 tekens.
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Telegram structure
Baudsnelheid
.
4 Programmeren
4
.
107