®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
3.5.12 Mechanische rembesturing
Nr.
122 (optionele functie)
MBR+
Bij hef-/daaltoepassingen moet een elektromagnetische rem kunnen worden bestuurd. De rem wordt bestuurd met behulp van de speciale mechanische
rembesturing/voedingsklemmen 122/123.
Wanneer de uitgangsfrequentie hoger is dan de uitschakelwaarde van de rem in par. 138, wordt de rem vrijgegeven als de motorstroom hoger is dan de
ingestelde waarde in parameter 140. De rem wordt bij het stoppen ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de in par. 139 ingestelde
inschakelfrequentie van de rem.
Als de frequentieomvormer zich in een alarmstatus of in een overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld.
Selecteer
Mechanische rembesturing
de speciale mechanische rembesturing/voedingsklemmen (122-123).
Er kan een relaisuitgang of digitale uitgang (klem 46) worden toegepast. Zie
3.5.13 Elektrische installatie, stuurkabels
Stuurkabels moeten afgeschermd/gewapend zijn. De afscherming moet met behulp van een klem op het chassis van de frequentieomvormer worden
bevestigd. Gewoonlijk moet de afscherming ook op het chassis van de bedieningseenheid worden bevestigd (volg de instructies voor de desbetreffende
eenheid). Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen in zeldzame gevallen, afhankelijk van de installatie, aardlussen van 50/60 Hz voorkomen
als gevolg van ruis die via de netvoedingskabels wordt doorgegeven. Bij een dergelijke aansluiting kan het nodig zijn de afscherming te doorbreken en
een condensator van 100 nF tussen de afscherming en het chassis te plaatsen.
Schakelaars S101-104
Buslijnspoelen, schakelaars ON houden
123 (optionele functie)
MBR-
in parameter 323 of 341 voor toepassingen met een elektromagnetische rem als geen gebruik wordt gemaakt van
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Mechanische rem (UDC=0,45 x netspanning) max. 0,8 A
Aansluiting van mechanische rem
voor meer informatie.
3 Installatie
3
55