®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
Beschrijving van de keuze:
Als de fabrieksinstelling niet adequaat is, moet overbelastingcompensatie
worden ingesteld om de motor te laten starten bij de gegeven belasting.
Waarschuwing: Een te hoge belastingcompensatie kan
tot instabiliteit leiden.
135
U/f-verhouding
Waarde:
0,00 - 20,00 V/Hz
Functie:
Met deze parameter kan de verhouding tussen de uitgangsspanning (U)
en de uitgangsfrequentie (f) lineair worden bijgesteld, om te zorgen voor
correcte voeding van de motor en optimale dynamiek, nauwkeurigheid
en efficiëntie. De U/f-verhouding beïnvloedt de spanningskarakteristiek
Constant koppel
uitsluitend wanneer
Koppelkarakteristiek.
Beschrijving van de keuze:
De U/f-verhouding moet uitsluitend worden gewijzigd indien het niet mo-
gelijk is de juiste motorgegevens in te stellen in de parameters 102-109.
De waarde van de fabrieksinstellingen is gebaseerd op onbelaste werking.
136
Slipcompensatie
Waarde:
-500 - +500% van de nominale slipcompensatie
Functie:
De slipcompensatie wordt automatisch berekend, op basis van gegevens
als het nominale toerental van de motor n
slipcompensatie nauwkeurig worden ingesteld en compenseren voor to-
leranties van de waarde voor n
. Slipcompensatie is uitsluitend actief
M,N
wanneer de volgende instellingen zijn geselecteerd:
open loop
Configuratie
[0] in parameter 100
Koppelkarakteristiek
parameter 101
Beschrijving van de keuze:
Voer een percentuele waarde in.
137
DC-stilstandspanning
Waarde:
0-100% van max. DC-stilstandspanning
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt om de motor (stilstandkoppel) op start/
stop te houden.
Beschrijving van de keuze:
Deze parameter kan uitsluitend worden gebruikt als
Startfunctie
selecteerd in parameter 121
worden ingesteld als een percentage van de maximale DC-stilstandspan-
ning; deze hangt af van de keuze van de motor.
Afhankelijk van de eenheid
[1] is geselecteerd in parameter 101
100%
. In deze parameter kan de
M,N
Speedregulation,
Constant torque
en
[1] in
.
0%
DC-stilstand
is ge-
Functie bij stop
of 122
.Moet
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
138
Uitschakelwaarde van de rem
Waarde:
0,5 - 132,0/1000,0 Hz
Functie:
In deze parameter kunt u de frequentie selecteren waarbij de externe
rem wordt vrijgemaakt, via de uitgang die in parameter 323
gang 1-3
Digitale uitgang, klem 46
of 341
klem 122 en 123).
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste frequentie in.
139
Inschakelfrequentie van de rem
Waarde:
0,5 - 132,0/1000,0 Hz
Functie:
In deze parameter kunt u de frequentie selecteren waarbij de externe
rem wordt ingeschakeld; dit gebeurt via de uitgang die in parameter 323
Relaisuitgang 1-3
Digitale uitgang klem 46
of 341
tioneel ook 122 en 123).
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste frequentie in.
140
Stroom, minimumwaarde
Waarde:
0 % - 100 % van de uitgangsstroom van de omvormer
Functie:
Hier kunt u de minimale motorbedrijfsstroom instellen waarbij de me-
chanische rem moet worden vrijgegeven. Stroombewaking is alleen actief
vanaf het stoppunt tot het punt waar de rem wordt vrijgegeven.
Beschrijving van de keuze:
Dit is een extra veiligheidsmaatregel die ervoor moet zorgen dat de be-
lasting niet verloren gaat tijdens het starten van hef/daalbewerkingen.
142
Lekreactantie X
L
Waarde:
0,000-XXX,XXX Ω
Afhankelijk van de geselecteerde motor
X
is de som van de rotor- en statorlekreactantie.
L
Functie:
Na het instellen van de parameters 102-106
tje
wordt een aantal parameters automatisch aangepast, inclusief de le-
kreactantie X
. De asprestaties kunnen worden verbeterd door de lekre-
L
actantie X
nauwkeurig af te stellen.
L
NB!
Lekreactantie X
Parameter 142
te worden gewijzigd wanneer de gegevens van het
motortypeplaatje in parameter 102-106 worden gewij-
zigd.
Beschrijving van de keuze:
X
kan als volgt worden ingesteld:
L
1.
De waarde wordt opgegeven door de leverancier van de motor.
4 Programmeren
3,0 Hz
Relaisuit-
gedefinieerd is. (Optioneel ook
3,0 Hz
gedefinieerd is. (Op-
0 %
Gegevens motortypepla-
hoeft gewoonlijk niet
L
83
4