Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide

4.6.1 FCD 300-regelaars

De FCD 300 heeft twee ingebouwde PID-regelaars, één voor het regelen
van de snelheid en één voor het regelen van de processen.
Snelheidsregeling en procesregeling hebben een terugkoppelingssignaal
nodig terug naar een ingang. Een aantal waarden voor beide PID-rege-
laars wordt in dezelfde parameter ingesteld, maar het gekozen regelaar-
type is van invloed op de keuzen die gemaakt moeten worden in de ge-
deelde parameters.
Configuratie
In parameter 100
kan een type regelaar worden geselec-
Snelheidsregeling, gesloten loop
teerd,
loop
[3].
Snelheidsregeling
Deze PID-regeling is geoptimaliseerd voor gebruik in toepassingen waarin
een bepaalde motorsnelheid moet worden gehandhaafd. De parameters
417 tot 421 zijn specifiek voor de snelheidsregelaar.
Procesregeling
De PID-regelaar handhaaft een constante processtand (druk, tempera-
tuur, flow enz.) en past de motorsnelheid aan op basis van de referentie/
instelling en het terugkoppelingssignaal.

4.6.2 PID-functies

Referentie/terugkoppelingseenheid
Snelheidsregeling met terugkoppeling
Wanneer
Configuratie
meter 100
is de referentie/terugkoppelingseenheid altijd
tpm.
Procesregeling met terugkoppeling
Wanneer
Configuratie
100
kan de eenheid worden ingesteld in parameter 416
ceseenheden
.
Terugkoppeling
Voor beide typen regeling moet een terugkoppelingsbereik worden inge-
steld. Dit terugkoppelingsbereik beperkt het mogelijke referentiebereik,
wat betekent dat in gevallen waarbij de som van alle referenties buiten
het terugkoppelingsbereik ligt de referentie zodanig beperkt zal worden
dat deze binnen dit bereik valt.
Het terugkoppelsignaal moet worden aangesloten op een klem op de fre-
quentieomvormer. Als op twee klemmen tegelijkertijd terugkoppeling ge-
selecteerd is, zullen deze twee signalen bij elkaar worden opgeteld.
Gebruik onderstaand overzicht om te bepalen welke klem moet worden
gebruikt en welke parameters moeten worden geprogrammeerd.
Type terugkoppeling
Klem
Puls
29, 33
Spanning
53
Stroom
60
Door gebruik van een zender met een spanningsuitgang kan het span-
ningsverlies in lange signaalkabels worden gecorrigeerd. Dit is mogelijk
met behulp van parametergroep 300
Procesregeling, gesloten
[1] of
is geselecteerd in para-
is geselecteerd in parameter
Pro-
Parameters
305, 307, 327, 328
308, 309, 310
314, 315, 316
Min./Max. schaling
.
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Een transmitter levert de PID-regelaar met een terugkoppelingssignaal
van het proces als een uitdrukking van de actuele stand van het proces.
Het terugkoppelingssignaal varieert met de belasting van het proces.
Dit betekent dat er variantie is tussen de referentie/instelling en de ac-
tuele stand van het proces. Deze variantie wordt gecompenseerd door de
PID-regelaar door middel van de stijgende of dalende uitgangsfrequentie
in overeenstemming met de variantie tussen de referentie/de instelling
en het terugkoppelingssignaal.
De in de frequentie-omvormer geïntegreerde PID-regelaar is geoptimali-
seerd voor gebruik in procestoepassingen. Dit betekent dat er een aantal
speciale functies beschikbaar is in de frequentie-omvormer.
Voorheen was er een systeem nodig om deze speciale functies te hante-
ren (extra I/O modules en programmeren van het systeem). Bij de fre-
quentie-omvormer is het niet nodig extra modules te installeren. De pa-
rameters 437 tot 444 zijn specifiek voor de procesregelaar.
De parameters 414/415
Min./Max. terugkoppeling
worden ingesteld op een waarde in de proceseenheid die overeenkomt
met de minimale en maximale schalingswaarden voor signalen die op de
klem zijn aangesloten.
Referentie
Maximumreferentie, Ref
In parameter 205
tie worden ingesteld voor het schalen van de som van alle referentie,
d.w.z. de totale referentie.
De minimumreferentie in parameter 204 geeft de minimumwaarde voor
de totale referentie aan.
Alle referenties zullen worden opgeteld en de som is de waarde die voor
regeling zal worden gebruikt. Het referentiebereik kan worden beperkt
tot een bereik dat kleiner is dan het terugkoppelingsbereik. Dit kan nuttig
zijn als u wilt voorkomen dat door een ongewenste verandering van een
externe referentie de som van de referenties te ver verwijderd raakt van
de optimale referentie. Het referentiebereik kan het terugkoppelingsbe-
reik niet overschrijden.
Als digitale referenties gewenst zijn, moeten deze worden ingesteld in de
parameters 215 tot 218
Digitale referentie
ferentiefunctie
in
Gebruik van referenties
Als een stroomsignaal wordt gebruikt als terugkoppelsignaal kan alleen
spanning als analoge referentie worden gebruikt. Gebruik onderstaand
overzicht om te bepalen welke klem moet worden gebruikt en welke pa-
rameters moeten worden geprogrammeerd.
4 Programmeren
moeten ook vooraf
kan een maximale referen-
MAX
. Zie de beschrijving van
Re-
.
101
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave