Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Inleiding tot FCD 300
FCD 300 en ATEX
De volgende uitvoeringen van de FCD 300 kunnen rechtstreeks worden geïnstalleerd in omgevingen van Groep II, Categorie 3 en Zone 22:
VLT Decentrale FCD3xx-P-T4-P66-xx-R1-Dx-Fxx-T11-Cx
VLT Decentrale FCD3xx-P-T4-P66-xx-R1-Dx-Fxx-T12-Cx
2
VLT Decentrale FCD3xx-P-T4-P66-xx-R1-Dx-Fxx-T51-Cx
VLT Decentrale FCD3xx-P-T4-P66-xx-R1-Dx-Fxx-T52-Cx
Omgevingen van Groep II, Categorie 3 en Zone 22 worden gekenmerkt door:
Oppervlakte-installaties
Het is onwaarschijnlijk dat zich een explosieve atmosfeer zal voordoen, en als dit toch mocht gebeuren, zal deze waarschijnlijk slechts van korte
duur zijn en niet tijdens normaal bedrijf.
Het explosieve medium is stof
De maximale oppervlaktetemperatuur van de FCD 300 is tijdens normaal bedrijf in het ergste geval begrensd op 135 °C. Deze temperatuur moet lager
zijn dan de ontbrandingstemperatuur van het aanwezige stof.
De installateur moet de zone, categorie en ontbrandingstemperatuur bepalen voor de omgeving waarin de FCD 300 wordt geïnstalleerd.

ATEX-correcte installatie

Bij de installatie van de FCD 300 in een omgeving volgens ATEX zone 22 moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
De motor moet door de fabrikant zijn ontworpen, getest en gecertificeerd voor toepassingen met variabele snelheden
De motor moet zijn ontworpen voor gebruik in Zone 22, d.w.z. met beschermingsklasse 'tD' conform EN 61241-0 en -1 of EN 50281-1-1.
De motor moet zijn uitgerust met thermistorbeveiliging. De thermistorbeveiliging moet ofwel zijn aangesloten op een extern thermistorrelais,
voorzien van EC-typeverklaring, of compatibel zijn met de FCD 300 thermistoringang.
Bij gebruik van de FCD 300 thermistorbeveiliging moet de thermistor zijn aangesloten op de klemmen 31a en 31b en moet de thermistoruit-
schakeling worden geactiveerd door parameter 128 in te stellen op
Kabelingangen moeten zodanig worden gekozen dat de beschermingsklasse van de behuizing wordt gehandhaafd. Er moet ook voor worden
gezorgd dat de kabelingangen overeenkomen met de vereisten voor klemkracht en mechanische sterktes zoals beschreven in EN 50014:2000.
De FCD moet worden geïnstalleerd met de juiste aardverbinding in overeenstemming met lokale/nationale voorschriften.
Het installeren, inspecteren en onderhouden van elektrische apparatuur voor gebruik in een omgeving met brandbare stoffen mag uitsluitend
worden uitgevoerd door goed opgeleid personeel dat vertrouwd is met de beschermingsvereisten
Voor een Verklaring van overeenstemming kunt u contact opnemen met een vertegenwoordiger van Danfoss.
38
Thermistoruitschakeling
®
MG.90.S1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Decentrale FCD 300 Design Guide
[2]. Zie parameter 128 voor meer informatie.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave