•
Zet [Auto. verkl.] op [ON] om te voorkomen dat de
randen niet worden afgedrukt, ook wanneer een
margebreedte is opgegeven.
3
Raak [OK] aan.
Nieten/ perforeren
Als u de optionele offset nietmachine of de
multifunctionele afwerkeenheid gebruikt, is de
nietfunctie beschikbaar op de opgegeven positie.
De inbindmarge kan ook worden geconfigureerd.
Als u de optionele multifunctionele afwerkeenheid
met de perforatie-eenheid gebruikt, kunt u ook de
instelling voor perforeren configureren.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
•
Wanneer u de offset nietmachine gebruikt (p.192
"Nieten")
•
Wanneer u de multifunctionele afwerkeenheid
gebruikt (p.226 "Nieten/perforeren")
Vouwen
Wanneer u de optionele multifunctionele
afwerkeenheid gebruikt, kunt u configureren hoe
het papier wordt gevouwen.
Voor meer informatie, zie "Vouwen" (p.227) in
"Optionele apparatuur".
Traag afdrukken
U kunt de afdruksnelheid vertragen. Hiermee
vermindert ook het lawaai dat het apparaat
produceert wanneer taken worden afgedrukt.
[OFF], [ON]
1
Raak [Traag afdrukken] aan.
Het scherm [TraagAfdr] wordt weergegeven.
2
Raak [ON] aan.
3
Raak [OK] aan.
Uitvoerbak
Als u de optionele stapelbak, de stapelaar met
grote capaciteit of de multifunctionele
afwerkeenheid gebruikt, kunt u de lades voor
uitvoer van de gedrukte materialen selecteren.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
•
Wanneer u de stapelbak gebruikt (p.204
"Uitvoerbak")
•
Wanneer u de stapelaar met grote capaciteit
gebruikt (p.212 "Uitvoerbak")
•
Wanneer u de multifunctionele afwerkeenheid
gebruikt (p.228 "Uitvoerbak")
Bedrukte zijde boven/ on -
der
Als u de optionele stapelbak, de stapelaar met
grote capaciteit of de multifunctionele
afwerkeenheid gebruikt, kunt u configureren of de
afdrukken met de bedrukte zijde naar boven of
naar onder moeten worden uitgevoerd.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
Instellingen kopiëren
81
1