Hoofdstuk 3 Afdrukken
Scheidingspagina (programma)
n
Voeg een scheidingspagina toe om de afdrukken
in de opgegeven eenheden te scheiden.
[OFF]
Scheidingspagina's worden niet tussengevoegd.
[Tussen sets]
Scheidingspagina's worden tussen de sets
ingevoegd.
[Tussen groepen]
Scheidingspagina's worden tussen de groepen
ingevoegd.
Lade scheidingspag.
n
[Standaardlade], [Papierlade 1], [Papierlade 2],
[Papierlade 3], [Extra lade]
•
Wanneer u de optionele doorvoereenheid met
^
^
hoge capaciteit gebruikt, wordt [Doorv. met
hoge cap.] weergegeven in plaats van
[Standaardlade].
•
[Extra lade] wordt weergegeven wanneer u de
optionele extra lade gebruikt.
Nr.op scheidingspag.
n
Wanneer dit selectievakje is aangevinkt, worden
nummers op de scheidingspagina's gestempeld.
Als [Tussen sets] is geselecteerd, worden het
groepsnummer en het setnummer gestempeld.
Als [Tussen groepen] is geselecteerd, wordt het
groepsnummer gestempeld.
Versprongen uitvoer (programma)
n
Als u de optionele offset nietmachine, de stapelaar
met grote capaciteit of de multifunctionele
afwerkeenheid gebruikt, kunt u dit item
configureren. Raadpleeg het volgende voor meer
informatie:
•
Wanneer u de offset nietmachine gebruikt (p.191
"Versprongen uitvoer (programma)")
•
Wanneer u de stapelaar met grote capaciteit
gebruikt (p.211 "Versprongen uitvoer
(programma)")
•
Wanneer u de multifunctionele afwerkeenheid
gebruikt (p.224 "Versprongen uitvoer
(programma)")
134
Traag afdrukken
^
^
U kunt de afdruksnelheid vertragen. Hiermee
vermindert ook het lawaai dat het apparaat
produceert wanneer taken worden afgedrukt.
Detectie lege pagina
^
^
De afdrukgegevens worden afgedrukt zonder de
lege pagina's.
•
"Lege pagina's" zijn pagina's die normaal
^
^
worden uitgevoerd zonder er iets op te
drukken. De pagina's worden ook afgedrukt
als ze alleen een kop- of voettekst, maar geen
hoofdtekst hebben.
•
U kunt de functie [Detectie lege pagina] niet
samen met [Verschillend formaat origineel],
[Combineren], [Boekje] of [Gammacorrectie]
gebruiken. (p.117 "Versch. form. orig.", p.121
"Combineren", p.121 "Boekje", p.130
"Gammacorrectie")
Meerdelig papier afdrukken
^
^
Configureer dit item wanneer u op meerdere
papiertypes afdrukt, zoals bij een karbonformulier
of een scheidingsblad.
Vink het selectievakje [Meerdelig papier afdrukken]
aan en klik op de knop [Details] om het
dialoogvenster [Meerdelig papier afdrukken] te
openen.
Selecteer bij [Papierlades] de lade die moet
worden gebruikt en voeg deze toe aan de lijst
[Volgorde van papierlades]. Aangezien afdrukken
worden gemaakt door papier aan te voeren uit de
lade bovenaan de lijst [Volgorde van papierlades]
en met de functie [Meerdelig papier afdrukken],
gebruikt u de knoppen [Boven] en [Onder] om de
volgorde van de papierlades in de lijst met
prioriteiten te wijzigen.
•
U kunt de functie [Meerdelig papier afdrukken]
^
^
niet gelijktijdig met de functie [Versch. form.
orig.] of de functie [Programma] gebruiken.
(p.117 "Versch. form. orig.", p.133
"Programma")
•
Wanneer [Meerdelig papier afdrukken] is
geselecteerd, is [Papierlade] ingesteld op
[Auto]. (p.118 "Papierlade")
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie