Inhoudsopgave
Advertenties
•
Voor informatie over elke lade in de
^
^
multifunctionele afwerkeenheid, zie
"Multifunctionele afwerkeenheid FG20
(optioneel)" (p.261) in "Bijlage".
•
LEF staat voor "Long Edge Feed".
^
^
•
Afhankelijk van het papiertype, de
bedieningsomgeving en de
opslagomstandigheden, kan soms
zelfs papier dat voldoet aan deze
formaat- en gewichtsspecificaties
mogelijk niet door het apparaat
worden gevoerd.
n
Het gebruik van de volgende papiertypen zal
problemen als papierstoringen of
apparaatstoringen veroorzaken.
•
Papier dat niet voldoet aan de voorwaarden
van de basisspecificaties
•
Papier met een bewerkt oppervlak, zoals
thermisch papier of carbonpapier
•
Omgekruld papier (3 mm of meer)
•
Gekreukt papier
•
Omgebogen papier
•
Gescheurd papier
•
Golvend papier
•
Gecoat papier, zoals knutselpapier
•
Papier met kartelranden
•
Gelijmd papier
•
Papier met gaten
•
Glanspapier voor foto's
•
Transparanten
•
Yupo-papier
n
Gebruik altijd papier uit een gesloten
verpakking.
n
Als u een afdruktaak hebt voltooid, moet u
het ongebruikte papier uit de standaardlade
te nemen en terug in de verpakking te doen
om te bewaren. Als u het papier in de
standaardlade laat zitten, kan het omkrullen
en papierstoringen veroorzaken. (Het is
aanbevolen de noodzakelijke vellen uit de
verpakking te nemen en ze in de
standaardlade te plaatsen.)
n
Als het papier niet goed is gesneden of ruw
aanvoelt (zoals bijvoorbeeld tekenpapier),
dient het voor gebruik te worden uitgeschud.
n
Bewaar het papier vlak en stel het niet bloot
aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid en
direct zonlicht.
Afdrukken
n
Bij dubbelzijdig afdrukken kunnen de randen
van het papier vuil worden, afhankelijk van
het origineel.
n
Afdrukken verliezen na verloop van tijd hun
kleur (verkleuring) door diverse chemische
stoffen in de lucht en het licht.
U kunt afdrukken beschermen tegen
verkleuring door ze volledig te laten drogen
en vervolgens in een glazen kader te
plaatsen of te lamineren.
n
Wanneer u afdrukken in een heldere
opslagmap bewaart, kan hiervoor enkel
gebruik worden gemaakt van mappen van
polyethyleentereftalaat (PET).
n
Afdrukken kunnen hun kleur verliezen
wanneer ze in aanraking komen met water of
transpiratie. Bewaar afdrukken niet op een
plaats waarin ze blootstaan aan vocht.
Het beschrijven van afdrukken met een pen
op oliebasis kan zorgen voor uitvloeiing.
n
De afdrukdichtheid van de afdruk direct na
het afdrukken is anders dan de
afdrukdichtheid na 24 uur.
De afdrukdichtheid wordt na verloop van tijd
lager.
n
Plaats geen afdrukken van dit apparaat
bovenop afdrukken van een laserprinter of
kopieerapparaat dat toners gebruikt.
Het papier kan namelijk aan de afgedrukte
toner plakken en de toner kan op de afdruk
komen.
n
Plaats geen afdrukken van dit apparaat op of
onder thermisch papier of drukgevoelig
papier. Het beeld op thermisch papier of
drukgevoelig papier kan zwakker worden of
verdwijnen.
n
De afdrukken bevatten zeer kleine
hoeveelheden vluchtige componenten.
Wanneer afdrukken op bijvoorbeeld een
bureau blijven liggen, kan het in zeldzame
gevallen lijken alsof vluchtige componenten
daarop overgebracht zijn. Ze zullen op den
duur verdampen en verdwijnen.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
Vóór gebruik
25
Advertenties
Inhoudsopgave
