Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 3 Afdrukken
Een aangepast papierformaat
n
opgeven
Wanneer het papier geen standaardformaat is,
selecteert u [Custom].
1
Selecteer [Custom] bij
[Papierformaat].
Het dialoogvenster [Aangepast] verschijnt.
2
Geef het formaat van het papier op.
3
Klik op [OK].
•
Het hier ingevoerde formaat is alleen geldig
^
^
wanneer het documentformaat wordt
geconfigureerd.
Het kan nuttig zijn om veelgebruikte
papierformaten te registreren. (p.136
"Aangepast pap.formaat")
Papierlade
^
^
Geef de invoerlade op die voor de afdruk moet
worden gebruikt.
•
Wanneer u de functie [Meerdelig papier
^
^
afdrukken] gebruikt, is [Papierlade] ingesteld
op [Auto]. (p.134 "Meerdelig papier
afdrukken")
[Auto]
De papierlade wordt automatisch geselecteerd
overeenkomstig de instellingen voor [Papiertype]
en [Papierformaat].
[Standaardlade]
Het papier dat in de standaardlade is geplaatst,
wordt gebruikt voor de afdruk.
[Papierlade 1], [Papierlade 2], [Papierlade 3],
[Extra lade]
Het papier dat in de opgegeven lade is geplaatst,
wordt gebruikt voor de afdruk.
•
Als [Auto] is geselecteerd, maar het papier dat
^
^
in de lade is geplaatst komt niet overeen met
de instellingen voor [Papierformaat] en
[Papiertype] (of hetzelfde papier is geladen,
maar de instelling voor ladeselectie staat niet
op [Auto. sel.]), treedt een fout op en wordt de
taak niet afgedrukt. Selecteer [Willekeurig] bij
[Papiertype]. (p.118 "Papiertype")
118
•
U kunt de RISO Console gebruiken om het
papierformaat en het papiertype te controleren
dat in de papierlade van de printer is
geplaatst. Zie "[Verbruiksgoederen]" (p.167) in
"RISO Console".
•
Wanneer u de optionele doorvoereenheid met
hoge capaciteit gebruikt, wordt [Doorv. met
hoge cap.] weergegeven in plaats van
[Standaardlade].
•
[Extra lade] wordt weergegeven wanneer u de
optionele extra lade gebruikt.
Papiertype
^
^
Selecteer het type afdrukpapier.
U kunt de documentgegevens afdrukken met
aanpassingen, zoals kleuring en hoeveelheid inkt,
en beeldverwerking overeenkomstig het
geselecteerde papiertype.
[Willekeurig]
Selecteer deze optie om automatische selectie van
het papiertype overeenkomstig de
printerinstellingen mogelijk te maken.
[Normaal]
[Inkjetpapier], [Mat gecoat]
Selecteer een van deze opties wanneer u
inkjetpapier of gelijkaardig papier gebruikt.
[Hoge kwal.]
[Inkjetkaart]
Dit item kan worden geconfigureerd wanneer u
[Standaardlade] of [Doorv. met hoge cap.]
selecteert bij [Papierlade].
•
Het apparaat selecteert het kleurenprofiel dat
^
^
het best geschikt is voor uw papiertype. Om af
te drukken met de juiste kleurbalans moet u de
papierinstellingen van de printer afstemmen
op het geplaatste papier.
•
Als [Willekeurig] is geselecteerd, zijn het
papiertype en de beeldverwerking mogelijk
niet compatibel wanneer communicatie met de
printer niet tot stand wordt gebracht of
wanneer de instellingen voor het printpapier
worden gewijzigd nadat een afdruktaak is
verzonden.
Wat is het kleurenprofiel?
n
Kleuren op een monitor of op een ander scherm
worden uitgedrukt op basis van de drie primaire
lichtkleuren (RGB: rood, groen en blauw), maar
kleuren die worden afgedrukt met inkt worden
aangegeven op basis van de drie primaire kleuren
(CMY: cyaan, magenta en geel).
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
Advertenties
Inhoudsopgave
