Beeldkwaliteit
^
^
Geef de optimale beeldverwerking voor uw doel
op.
[Standaard]
Geschikt voor documenten en andere originelen
met tekst.
[Hoog chromogenisch]
Gebruik deze optie om af te drukken in levendige
kleuren.
[Fijn]
Deze optie is geschikt om foto's en tekst in hoge
kwaliteit af te drukken.
[CMY-afdrukken]
De afdruk wordt gemaakt zonder grijze en zwarte
inkt te gebruiken. Hierdoor verbetert de
vasthechting van de afdruk en gaat de inkt niet af
op andere materialen.
[Prioriteit verwerkingssnelheid]
De afdruk wordt gemaakt met een resolutie van
300 x 300 dpi en zonder gebruik van grijze inkt.
Deze optie maakt de beeldverwerking minder
belastend.
[Concept]
Met deze optie wordt er minder inkt gebruikt tijdens
het afdrukken. Wanneer minder inkt wordt gebruikt,
wordt de afdrukdichtheid verminderd en worden
neutrale kleuren ongelijkmatig.
•
Als u [Fijn] selecteert, duurt het langer om af te
^
^
drukken.
•
[Afb. envel. verbeter.] kan niet worden
geconfigureerd wanneer [Concept] is
ingesteld. (p.132 "Afb. envel. verbeter.")
Lijnvloeiing
^
^
Deze functie vormt een aanvulling op de
tussenkleuren van tekeningen en
achtergrondkleuren in secties met omtreklijnen van
tekst of illustraties (lijnen) en maakt de omtreklijnen
vloeiender.
U kunt een van de twee verschillende
beeldverwerkingstypes selecteren.
[OFF]
Selecteer deze optie als u lijnvloeiing niet wilt
uitvoeren.
[Laag]
Selecteer deze optie om omtreklijnen vloeiender te
maken.
Deze optie is geschikt voor het afdrukken van
gegevens die geen fijne verwerking nodig hebben.
Instellingen printerstuurprogramma
[Hoog]
Selecteer deze optie om omtreklijnen vloeiender te
maken en fijne tekens en lijnen duidelijker te
maken.
•
De beeldverwerking van de functie lijnvloeiing
^
^
is omgekeerd evenredig met de
verwerkingssnelheid (afdruksnelheid). Hoe
hoger de beeldkwaliteit, hoe lager de
afdruksnelheid.
^
^
Rastering
Geef de verwerkingsmethode voor halftonen op.
Halftoon is een verwerkingsmethode die de
dichtheid en de grootte van de op het papier
afgedrukte inktpunten varieert om het uitzicht te
geven van een continue kleurgradering wanneer
slechts een beperkt aantal inkten wordt gebruikt.
[Foutdiffusie]
Deze functie drukt de gradering uit door de
dichtheid van de punten te wijzigen. Hoe hoger de
dichtheid, hoe donkerder de gradering. Hoe lager
de dichtheid, hoe lichter de gradering.
[Puntraster (140 lpi)], [Puntraster (200 lpi)]
(Wanneer [Kleurmodus] is ingesteld op [Zwart])
[Puntraster (70 lpi)], [Puntraster (100 lpi)]
(Wanneer [Kleurmodus] niet is ingesteld op
[Zwart])
Deze functie drukt de gradering uit door de grootte
van de punten te wijzigen. Hoe groter de punten,
hoe donkerder de gradering. Hoe kleiner de
punten, hoe lichter de gradering.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
3
(Beeld)
129