Inhoudsopgave
Advertenties
3
Selecteer [Voorkeursinstellingen] in
het scherm met eigenschappen van
het printerstuurprogramma.
Het scherm [Voorkeursinstellingen] wordt
weergegeven.
4
Wijzig de instellingen indien nodig.
^
^
•
De hier opgegeven gedetailleerde
instellingen worden opgeslagen in het
printerstuurprogramma. Vanaf de
volgende keer kunt u de door gebruikers
vooraf geregistreerde waarden gewoon
oproepen door op [Gebruikersinstellingen]
te klikken.
•
De gedetailleerde instellingen bij
[Eigenschappen] of
[Voorkeursinstellingen] zijn tijdelijke
instellingen die worden opgegeven door
de afdrukoptie in de toepassing op de
computer te selecteren. De instellingen
worden niet opgeslagen.
•
Wanneer u op [Gebruikersinstellingen]
klikt terwijl de waarden van de
gebruikersinstellingen nog niet zijn
ingesteld nadat het
printerstuurprogramma is geïnstalleerd,
worden alle instellingen op het scherm
van het printerstuurprogramma teruggezet
naar de standaardwaarden, net zoals
wanneer u op [Stndrd herstel] klikt.
Tabblad [Basis]
Instellingen printerstuurprogramma
Kleurmodus
^
^
Selecteer een kleurmodus.
[Auto]
Het apparaat leest automatisch de kleur van het
document en drukt het af in kleur (cyaan, magenta,
geel, grijs en zwart) of in zwart.
[Kleurendr.]
Selecteer deze optie om in vijf kleuren (cyaan,
magenta, geel, grijs en zwart) af te drukken.
[Zwart]
Selecteer deze optie om in één kleur (zwart) af te
drukken, ongeacht de kleuren in het document.
[Cyaan]
Selecteer deze optie om in één kleur (cyaan) af te
drukken, ongeacht de kleuren in het document.
[Magenta]
Selecteer deze optie om in één kleur (magenta) af
te drukken, ongeacht de kleuren in het document.
^
^
Dubbel/ Enkel
Geef de zijden van het papier op die moeten
worden bedrukt.
[Enkelzijdig]
De gegevens worden op één zijde van het papier
afgedrukt.
[Dubbelzijdig(Lange zijde)]
De gegevens worden op beide zijden van het
papier afgedrukt, waarbij de lange zijde als
inbindpositie fungeert.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
3
115
Advertenties
Inhoudsopgave
