Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Riso MZ Series

  • Pagina 3 Riso is niet verantwoordelijk voor enige schade of kosten resulterend uit het gebruik van deze handleiding. Daar wij onze producten voortdurend verbeteren, kan de machine in sommige aspecten afwijken van de in deze handleiding opgenomen afbeeldingen. Riso is niet aansprakelijk voor enige directe, incidentele of vervolgschade van welke aard dan ook, of voor verliezen of kosten resulterend uit het gebruik van dit product of de meegeleverde handleidingen.
  • Pagina 4 INHOUD MZ-serie model........................7 Informatie over deze Gebruikershandleiding............... 7 Pictogrammen in deze handleiding ..................8 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: installatie....................10 Installatie ...........................10 Stroomaansluiting.......................10 Veiligheidsgids: omgaan met en bedienen van de machine ..........11 Werkomgeving........................11 Omgaan met de machine ....................11 USB-flash-geh.
  • Pagina 5 INHOUD Papieren documenten afdrukken..................44 Tweekleurige afdrukken met 2 originelen .................44 Eenkleurig afdrukken ......................49 Afdrukken van computergegevens [Direct afdrukken] [USB-Takenlijst] ......54 Afdrukken van computergegevens [Direct afdrukken] ............54 USB-gegevens afdrukken [USB-Takenlijst] ................57 De taakuitvoer wijzigen.......................60 Het stopmoment wijzigen ....................62 Functies voor het maken van masters De beeldverwerkingsmode selecteren [Afbeelding] ............
  • Pagina 6 INHOUD Afdrukfuncties De afdruksnelheid wijzigen [Afdruksnelheid aanpassen] ..........114 Afdrukken op hoge snelheid [150ppm] ................115 “150ppm” instellen ......................115 De afdrukdichtheid aanpassen [Afdrukdichtheid aanpassen] ........116 De afdrukpositie aanpassen [Afdrukpositie aanpassen] [1=2 Uitlijning] ......117 De afdrukpositie van beide afdruktrommels tegelijk aanpassen ........118 Testkopieën afdrukken [Testen] ..................
  • Pagina 7 INHOUD Master reproduceren [Vernieuw] [Auto pag hernieuw.] ........... 173 Pagina vernieuwen gebruiken ..................174 Auto pag hernieuw. gebruiken ..................175 Het origineel vanaf de laatste pagina afdrukken [Uitvoer omkeren] ....... 176 Testen en afdrukken (met de optionele automatische documentinvoer) [ADF Semi-Auto] ......................178 Scanzijdes selecteren wanneer de automatische documentinvoer DX-1 wordt gebruikt [Scanzijde -ADF] ......................
  • Pagina 8 INHOUD Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Afdrukfuncties voor het gebruik van gekoppelde printers..........240 Gekoppelde printers instellen [Koppeleigensch.] ............242 Gekoppelde printers instellen ...................243 Lijst instellingen gekoppelde printer .................244 Gescande originelen op gekoppelde printers afdrukken [Link Mode]......247 Optionele functies op gekoppelde printers gebruiken .............
  • Pagina 9 [koppelingsmode], wanneer een optioneel gekoppelde printer is aangesloten. RISO Editor User's Guide (Gebruikershandleiding RISO Opmaker) In deze handleiding worden de functies van de RISO Opmaker uitgelegd. Reference Guide NAVIGATION BOOK (Gebruiksaanwijzing NAVIGATION BOOK) In dit boek wordt in gemakkelijk te begrijpen taal de werkingen en de werkstroom van tweekleurig afdrukken en Easy 2kleur uitgelegd, evenals tips voor het afdrukken.
  • Pagina 10 Pictogrammen in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt. Informatie over de notatie De volgende pictogrammen worden in de hele handleiding gebruikt. als u deze waarschuwing negeert, kan dit de dood of ernstige verwondingen tot gevolg WAARSCHUWING: hebben.
  • Pagina 11 De notatie voor bedieningsaanwijzingen en functiebeschrijvingen De onderstaande conventies worden gebruikt om functies en handelingen uit te leggen. Hoofdstuktitel Display Geeft het scherm weer zoals dit er bij de betreffende Procedure stap uitziet. De procedures worden in stappen beschreven. Volg deze stappen.
  • Pagina 12 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: installatie In dit hoofdstuk worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen bij het installeren van de machine. Lees dit hoofdstuk voordat u de machine installeert. LET OP: • Uw dealer zal u bij levering helpen een goede locatie voor de machine te vinden. Installatie WAARSCHUWING: •...
  • Pagina 13 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: omgaan met en bedienen van de machine In dit hoofdstuk worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen bij het bedienen van de machine. Lees dit hoofdstuk voordat u de machine gebruikt. Werkomgeving Belangrijk!: •...
  • Pagina 14 Verbruiksgoederen Belangrijk!: • Voor inkt en masterrollen wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. • Sla verbruiksgoederen zoals inkt en masterrollen zorgvuldig op. Bewaar verbruiksgoederen niet op op de volgende plaatsen: – Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht of lichte plaatsen nabij ramen.
  • Pagina 15 • voor de USB-aansluitingen gebruikt u een in de handel verkrijgbare USB-kabel (die voldoet aan de USB 2.0-norm). Eén-op-één verbinding met Windows-computer • Kabel: USB-kabel Minder dan 3 m Hi-Speed USB Netwerkverbindingen • Kabel: Ethernet-kabel Afgeschermde kabel die 10BASE-T of 100BASE-TX ondersteunt LET OP: • De optionele RISO Network Card is noodzakelijk. Aansluiten op een computer...
  • Pagina 16 Voordat er kan worden afgedrukt vanaf een computer die via een USB-kabel is aangesloten op de machine, moet het RISO-printerstuurprogramma worden geïnstalleerd. Voordat er kan worden afgedrukt vanaf een computer die via een netwerk is aangesloten op de machine, moeten het RISO-printerstuurprogramma en de RISO Network Card worden geïnstalleerd. Raadpleeg de Gebruikershandleiding Printerstuurprogramma en de Gebruikershandleiding RISO Network Card voor installatievoorschriften.
  • Pagina 17 • Afhankelijk van het type papier dat gebruikt wordt, kan er tijdens het gebruik van de machine papierstof ontstaan. Reinig en ventileer de ruimte voldoende. Riso garandeert niet dat papier dat niet aan de bovenstaande specificaties voldoet door de machine gevoerd kan worden en voor afdrukken kan worden gebruikt.
  • Pagina 18 Voordat u de machine gaat gebruiken Tips voor optimale papierinvoer Volg ter voorkoming van papierstoringen de onderstaande aanwijzingen. • Als u normaal of lichtgewichtpapier gebruikt, stelt u de drukbijstellingshendel van de papierinvoer in op “ ”. Open vervolgens alle vier papierordeners. p.39, p.40 •...
  • Pagina 19 Voordat u de machine gaat gebruiken Originelen Beperkingen formaat en gewicht Overzicht van bruikbare originelen. Naam gebruikt apparaat Formaat Gewicht 50 mm × 90 mm tot 310 mm × 432 mm Glasplaat Max. 10 kg Documentinvoer AF-VI:II 100 mm × 148 mm tot 310 mm × 432 mm 50 g/m tot 128 g/m (optie)
  • Pagina 20 Voordat u de machine gaat gebruiken Maximale afdrukgebieden en marges De maximale afdrukbare gebieden zijn als volgt. Model Maximaal afdrukbaar gebied Maximaal bruikbare afdrukpapierformaat 291 mm × 413 mm MZ1070/MZ870 320 mm × 432 mm 291 mm × 425 mm MZ1090/MZ890 Belangrijk!: •...
  • Pagina 21 Voordat u de machine gaat gebruiken Originelen...
  • Pagina 22 Overzicht Functie en naam van elk onderdeel Masterafvalbak 1 ( p.267) Deksel (Stellageklep) Bevat uitgevoerde masters. Het deksel wordt geopend en gesloten bij het plaatsen van originelen. Knop omhoogbrengen/neerlaten invoerlade Glasplaat ( p.42, p.275) ( p.39) Plaats originelen met de te kopiëren zijde naar beneden. Brengt de papierinvoerlade omlaag voor het vervangen of plaatsen van papier.
  • Pagina 23 Overzicht Vrijgavehendel afdruktrommel ( p.269) Papieruitvoergeleider ( p.123) Ontgrendelt de trommel zodat deze kan worden verwijderd. Deze geleider wordt automatisch aangepast zodat afdrukken netjes worden gestapeld. Afdruktrommel 1 ( p.269) Geleiders van de papierontvangstlade ( p.40) Voorklep Voor het netjes ordenen van uitgevoerd papier. Inktpatroon ( p.265) Schuif deze op maat van de breedte van het papier Afdruktrommelhendel ( p.269)
  • Pagina 24 Overzicht Optionele apparaten Automatische documentinvoer AF-VI:II In de documentinvoer kunnen ongeveer 50 vellen originelen worden geplaatst (80 g/m ). Plaats originelen met de te kopiëren zijde naar beneden. ( p.43) Origineeluitvoerlade ADF De gescande originelen worden in deze lade uitgevoerd. Origineelvrijgavehendel ADF ( p.287) Wanneer een origineel is vastgelopen, trekt u deze hen- del naar rechts om het origineel los te maken uit de ADF-...
  • Pagina 25 Overzicht Automatische documentinvoer DX-1 In de documentinvoer kunnen ongeveer 50 vellen originelen worden geplaatst (80 g/m ). ( p.43) Beide zijden van het origineel kunnen automatisch worden gescand. Selecteer de zijde (voorzijde of achterzijde) die moet worden gescand. ( p.180) ADF-deksel ( p.288) Openen om vastgelopen of verkeerd ingevoerde origine- len uit de ADF-eenheid te verwijderen.
  • Pagina 26 Overzicht Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat fysieke toetsen, zoals . Het heeft tevens een grote display waarop ver- schillende berichten en functietoetsen worden weergegeven. In dit hoofdstuk worden de namen en functies van de fysieke toetsen en de display en displayfuncties beschreven. MODE-toets Toetsen/indicator voor aanpassen afdruksnelheid ( p.114)
  • Pagina 27 Overzicht 20 21 19 18 17 14 15 16 Starttoets Voortgangspijlen Voor het starten van het maken van een master of afdruk- Voor het aangeven van de voortgang van het maken van ken of het uitvoeren van de ingestelde bewerkingen. masters en afdrukken.
  • Pagina 28 Overzicht Display Schermen in verschillende stadia Wanneer u de machine inschakelt, wordt gedurende korte tijd het opstartscherm weergegeven, gevolgd door het startscherm. Inschakelen Mode Scherm Startscherm (voorbeeld) Opstartscherm (voorbeeld) Als de optionele documentopslagkaart DM- 128CF of het USB-flash-geheugen is aangesloten LET OP: •...
  • Pagina 29 Overzicht Basisscherm Overige schermen Als u [MasterMake] selecteert, wordt het Scherm Selectie masteraanmaakbasisscherm weergegeven. In dit scherm kunt u snel instellingen van een functie wijzigen of het scherm van de functie openen. Als u [Afdrukken] selecteert, wordt het basisscherm voor afdrukken weergegeven. Scherm Functies Via dit scherm hebt u toegang tot diverse functies.
  • Pagina 30 Overzicht Tip: Informatie over het herkenningsscherm Deze machine is uitgerust met de functie Gebruikersbe- heer. ( p.130, p.196 “Admin.”). Wanneer “Gebrui- kersbeheer” is ingesteld, wordt het herkenningsscherm weergegeven. Wanneer een van de schermen die rechts zijn afgebeeld, wordt weergegeven, voert u de pincode in of sluit u het geregistreerde USB-flash- geheugen aan.
  • Pagina 31 Overzicht Info over modi Druk op de Mode-toets in het Mode Scherm om de basisschermen van de verschillende modi weer te geven. Afdrukmode Wanneer u op knop drukt, kunt u tweekleurig afdrukken uitvoeren met behulp van afdruktrommel 1 en afdruktrommel 2. Wanneer u op knop drukt, kunt u 1-kleurig afdrukken alleen uitvoeren met behulp van afdruktrommel 1.
  • Pagina 32 Overzicht Scanmode Deze modus scant het origineel dat op de glasplaat is gelegd en slaat de gescande gegevens op in het opslag- geheugen. Deze instelling is beschikbaar als de optionele documentopslagkaart DM-128CF of het USB-flash-geheugen is aangesloten. De gegevens in het opslaggeheugen kunnen worden bewerkt met behulp van de Opmaker-functies. Raadpleeg “Papieren origineel omzetten in opslaggegevens (scanmode) ”( p.214) voor informatie over de scanmode.
  • Pagina 33 Overzicht Tip: Gekoppelde printer (apart verkocht) Wanneer een klein aantal exemplaren wordt afgedrukt, is het rendabeler om met een laserprinter enz. af te drukken. Wanneer de gekoppelde printer aangesloten is op de machine, kunt u de oorspronkelijk gescande gegevens door de machine laten uitvoeren bij de gekoppelde printer.
  • Pagina 34 Overzicht Lay-out basisscherm De naam en functie van elk gedeelte van het basisscherm wordt hieronder behandeld. De weergave van het basis- scherm hangt af van of u van een papieren document of via een computer afdrukt. LET OP: • Zie voor informatie over andere schermen, functies en instellingen de bijbehorende pagina's. Kopiëren van een papieren document Meldingengebied Statusgebied...
  • Pagina 35 Overzicht Computergegevens afdrukken Tabtoetsen Papiertoets (tabtoetsen “Selecties” en “Admin.” zijn p.71 uitgeschakeld) Auto Afdr. Druk op een tabtoets om het bijbehorende scherm weer U kunt instellen dat het afdrukken op bepaalde punten te geven. wordt onderbroken. (Onafhankelijk van de instellingen Taakeigenschappen van het stuurprogramma.) De eigenschappen van de huidige afdruktaak worden...
  • Pagina 36 Overzicht Basisbewerking voor tweekleurig afdrukken Tweekleurig afdrukken met afdruktrommel 1 (zwart) en afdruktrommel 2 kleur. Er zijn drie methoden om af te drukken. • Afdrukken met 2 originelen gescheiden door kleur (voor afdruktrommel 1 en voor afdruktrommel 2). • Afdrukken door de kleuren van een enkele origineel te scheiden. •...
  • Pagina 37 Overzicht Maken van de master Afdrukken Plaats het tweede origineel. Het geplaatste origineel wordt door de scanner gescand, waarna een gegenereerde master om de afdruktrommel 2 wordt gerold. Na enige tijd wordt er een testkopie met tweekleurig afdrukken gemaakt. Nadat u het afdrukresultaat hebt gecontroleerd, voert u het aantal kopieën in en start u het afdrukken. De aangemaakte master wordt rondom de afdruktrommel 2 gewikkeld.
  • Pagina 38 Overzicht Basisbewerking voor eenkleurig afdrukken eenkleurig afdrukken wordt uitgevoerd met een van beide afdruktrommels. Er zijn twee methoden om af te drukken, zoals hieronder getoond. • Papieren originelen afdrukken, zoals documenten en boeken. • Afdrukgegevens die met een computer gemaakt zijn. Belangrijk!: •...
  • Pagina 39 Overzicht Maken van de master Afdrukken Na enige tijd wordt er een testkopie met eenkleurig afdrukken gemaakt. Nadat u het afdrukresultaat hebt gecontroleerd, voert u het aantal kopieën in en start u het afdrukken. De aangemaakte master wordt rondom de afdruktrommel gewikkeld. Na enige tijd wordt er een testkopie met eenkleurig afdrukken gemaakt.
  • Pagina 40 Basishandelingen Voorbereidingen voor afdrukken Maak eerst de in- en uitvoerlades van de machine klaar. Belangrijk!: • Gebruik geen ongeschikt papier of papier van verschillend formaat. Hierdoor kan het papier vastlopen en de machine beschadigd raken. p.15 De papierinvoerlade instellen en papier plaatsen Zet de machine aan.
  • Pagina 41 Basishandelingen Stel de papierinvoerdruk in. Papier bijvullen of vervangen Als u papier aanvult of vervangt door papier van een ander formaat dan tijdens het afdrukken werd gebruikt, drukt u op de knop Invoerlade omhoogbrengen/neerla- ten om de papierinvoerlade omlaag te brengen. : voor standaard of dun papier •...
  • Pagina 42 Basishandelingen De papierontvangstlade instellen Open de papierontvangstlade. Stel de papierordeners in. De stapeling van het papier wordt beïnvloed door het formaat en de sterkte van het papier. Stel de Stel de papiergeleiders van de ont- papierordeners in, zodat het uitgevoerde papier vangstlade in.
  • Pagina 43 Basishandelingen De papierontvangstlade sluiten Verwijder alle gedrukte exemplaren en volg de onder- staande stappen. Schuif de papierstop naar de rand van de papier- ontvangstlade en vouw hem erin. Trek de papierordeners omhoog en schuif de gelei- ders van de ontvangstlade zo ver mogelijk naar links en rechts en ze erin.
  • Pagina 44 Basishandelingen Het origineel plaatsen Plaatsing op de glasplaat Open de deksel en plaats het origineel met de bedrukte LET OP: zijde omlaag. Lijn het midden van het origineel uit met • Wanneer de maatraster is geïnstalleerd, plaatst u het het merkteken aan de linkerkant van het glas. Nadat het origineel onder het raster.
  • Pagina 45 Basishandelingen Wanneer de ADF AF-VI:II wordt Tip: Instelrichting (richting van de tekst op het origineel) gebruikt De instelrichting van het origineel wordt bepaald door het aantal pagina's dat geplaatst wordt met behulp van de functies “Multi-Op Afdrukken” en “Lay-out”. Plaats het origineel op basis van de richting van de tekst op het origineel gezien vanaf de zijde van het aan- raakpaneel.
  • Pagina 46 Basishandelingen Papieren documenten afdrukken Tweekleurige afdrukken met 2 originelen De bedieningsprocedure voor tweekleurig afdrukken door het origineel op kleur te scannen (voor afdruktrommel 1 of afdruktrommel 2) wordt hier uitgelegd. Belangrijk!: • Gebruik papier met een formaat van 182 mm × 257 mm (B5) of groter. LET OP: •...
  • Pagina 47 Basishandelingen Druk op [MasterMake] in het functie- Configureer de afdrukfuncties. selectiescherm. Selecteer de gewenste functies in het masteraan- maakbasisscherm. Controleer of het masteraanmaakbasisscherm wordt weergegeven en voer indien nodig verschil- lende instellingen in. Wanneer het masteraanmaakbasisscherm niet wordt weergegeven, drukt u op de toets LET OP: De volgende opties zijn beschikbaar: •...
  • Pagina 48 Basishandelingen *1 Deze instelling is beschikbaar als de optionele Plaats het origineel voor afdruk- ADF-eenheid is geïnstalleerd. trommel 2. *2 Deze instelling is beschikbaar als de optionele Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- taakscheider is geïnstalleerd. nele ADF-eenheid.
  • Pagina 49 Basishandelingen Controleer de testkopie. Druk op Nadat een testkopie is afgedrukt, wordt automa- Het ingevoerde aantal exemplaren wordt afge- tisch het basisscherm voor afdrukken weergege- drukt. ven. LET OP: • Druk op als u de huidige afdruktaak wilt onderbreken. • Als u vanaf een computer afdrukt en de machine gedurende een bepaalde tijd niet actief is, wordt aangenomen dat de huidige taak voltooid is, ook als het afdrukken nog bezig is.
  • Pagina 50 Basishandelingen Verwijder de kopieën. Open de geleiders van de ontvangstlade en ver- wijder het papier. Papieren documenten afdrukken...
  • Pagina 51 Basishandelingen Eenkleurig afdrukken De bedieningsprocedure voor eenkleurig afdrukken met afdruktrommel 1 of afdruktrommel 2 wordt hier uitgelegd. Belangrijk!: • U kunt voor eenkleurig afdrukken zowel afdruktrommel 1 als afdruktrommel 2 gebruiken, maar het wordt aanbe- volen hoofdzakelijk afdruktrommel 1 te gebruiken. Zorg dat de machine is ingescha- Controleer de display.
  • Pagina 52 Basishandelingen • Wanneer het basisscherm voor eenkleurig Plaats het origineel. afdrukken niet wordt weergegeven, drukt u op Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- de toets om het Mode Scherm te openen. nele ADF-eenheid. • In dit voorbeeld wordt afgedrukt met trommel 1. Voor het plaatsen van het origineel raadpleegt u Zie “Eenkleurig afdrukken met afdruktrommel p.42.
  • Pagina 53 Basishandelingen *1 Deze instelling is beschikbaar als de optionele Druk na het aanpassen op om een testko- ADF-eenheid is geïnstalleerd. pie af te drukken. *2 Deze instelling is beschikbaar als de optionele Belangrijk!: taakscheider is geïnstalleerd. • Als de machine gedurende langere tijd niet is *3 Deze instelling is beschikbaar wanneer een gebruikt, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan gekoppelde printer (apart verkocht) wordt ver-...
  • Pagina 54 Basishandelingen Druk op als het afdrukken is Tip: Eenkleurig afdrukken met afdruktrommel 2 voltooid. Er wordt aanbevolen om afdruktrommel 1 te gebruiken voor eenkleurig afdrukken, maar u kunt De standaardwaarde van de instelling wordt her- desgewenst ook afdruktrommel 2 gebruiken. Het steld.
  • Pagina 55 Basishandelingen Tip: Wanneer het scherm Geregistreerd USB-flash- Auto-inktverdeling geheugen wordt weergegeven Als “Auto-inktverdeling” is ingeschakeld, kan de Sluit het geregistreerde USB-flash-geheugen aan inktverdeling worden geactiveerd wanneer het op de USB-aansluiting. maken van de master start. Standaard is ingesteld dat de inktverdeling wordt ingeschakeld aan het begin van het maken van de master als de machine meer dan 12 uur inactief is geweest.
  • Pagina 56 LET OP: • Installeer eerst een geschikt stuurprogramma op de computer. Zie de “Gebruikershandleiding RISO-printerstuur- programma” voor informatie over het installeren. • Deze handleiding geeft alleen een overzicht van functies die bij afdrukken vanaf een computer beschikbaar zijn.
  • Pagina 57 [ID-afdrukopdr.] aan. p.56 Belangrijk!: • Schakel de optie “Sorteren” in het dialoogven- ster Afdrukken uit. Klik op [OK] in het dialoogvenster Document_1.doc Document_1.doc RISO RISO 10 10 Afdrukken. De gegevens worden vanaf de computer verzon- den. 01 01 Document_2.doc...
  • Pagina 58 • Als u het aantal kopieën via de toetsen Afdruk- aantal invoert, wordt het aantal uit het dialoog- Document_1.doc Document_1.doc RISO RISO 10 10 venster Afdrukken niet gebruikt. • Bij “ID-afdruk” start het afdrukken na herken- ning met een specifieke Auto-verwerking.
  • Pagina 59 “Verwerken”. Raad- de energiespaarstand. Druk op om de pleeg voor meer informatie over instellingen de energiespaarstand te annuleren. “Gebruikershandleiding RISO-printerstuurpro- gramma”. Controleer het afdrukpapier. Zorg ervoor dat er papier aanwezig is. Zie de volgende pagina voor het plaatsen of ver- vangen van papier.
  • Pagina 60 Druk op [Opzoeken]. (“ID-afdrukopdr.” wordt op het scherm weergege- ven.) De gegevens worden opgezocht en het volgende scherm wordt weergegeven. NewsLetter.doc 25/04/10 NewsLetter.doc RISO FaxReport.doc 25/04/10 25/04/10 19:04 SummaryTable.xls 25/04/10 Report.doc 25/04/10 Raak de data aan die u wilt afdrukken.
  • Pagina 61 Basishandelingen Voer met de afdrukaantaltoetsen het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken. Het aantal wordt op het display Afdrukaantal weergegeven. Druk op De gegevens worden afgedrukt. Hierna volgt u dezelfde procedure voor papieren documenten. Afdrukken van computergegevens [Direct afdrukken] [USB-Takenlijst]...
  • Pagina 62 Basishandelingen De taakuitvoer wijzigen U kunt de uitvoer instellen in de basisschermen voor masteraanmaak/afdrukken. Document_1.doc RISO 25/04/10 05:30 [Voorbeeld] U kunt het beeld voor het maken van een master van de huidige pagina weergeven. LET OP: • Met “Voorbeeld” worden alle ontvangen gegevens van originelen weergegeven als een beeld voor het maken van een master.
  • Pagina 63 Basishandelingen Als u [Oversl.pag] selecteert Wanneer u [Wis alles] selecteert Druk op [Oversl.pag]. Druk op [Wis alles]. Document_1.doc Document_1.doc RISO RISO 25/04/10 05:30 25/04/10 05:30 Druk op [OK]. Druk op [OK]. De huidige taak wordt gewist. De verwerking van de huidige pagina stopt en er De volgende gegevens in de wachtrij worden ver- wordt doorgegaan met de volgende pagina.
  • Pagina 64 Druk op [OK]. Afdr.”. Het basisscherm wordt weergegeven en de instel- ling Auto Afdr. wordt bijgewerkt. Document_1.doc RISO 25/04/10 05:30 Het scherm Auto Afdr. wordt weergegeven. Selecteer de gewenste functie. • [AAN]: voor het maken van een master en automatisch afdrukken.
  • Pagina 65 Basishandelingen Afdrukken van computergegevens [Direct afdrukken] [USB-Takenlijst]...
  • Pagina 66 Functies voor het maken van masters De beeldverwerkingsmode selecteren [Afbeelding] Selecteer voor het maken van de beste master voor het originele document de juiste modus, afhankelijk van het feit of het origineel alleen tekst, alleen foto's of beide bevat. LET OP: •...
  • Pagina 67 Functies voor het maken van masters Druk op [OK]. Het masteraanmaakbasisscherm wordt opnieuw weergegeven. De beeldverwerkingsmode is bij- gewerkt. LET OP: • Sommige functies zijn niet beschikbaar in bepaalde beeldverwerkingsmodes. Lijn Foto Potlood Dot bewerken — — Contrast (Auto) — —...
  • Pagina 68 Functies voor het maken van masters Het scancontrast voor het origineel selecteren [Contrast] U kunt het scancontrast aanpassen aan de achtergrondkleur of de afdrukdichtheid van het origineel. U stelt het scancontrast in door Automatisch of een niveau (1-5) te selecteren. In automatische mode wordt “Contrast”...
  • Pagina 69 Functies voor het maken van masters Originelen vergroten/verkleinen [ Standaardverhouding] [Marge+] [Vrij] [Zoom] Documenten kunnen vergroot of verkleind worden afgedrukt. U kunt originelen op de volgende manieren verkleinen/ vergroten. Standaardverhouding Originelen met een standaardformaat (A4, B5 enzovoort) worden vergroot of verkleind tot een ander standaard- formaat.
  • Pagina 70 Functies voor het maken van masters Vergroting en verkleining met standaardverhouding [Standaardverhouding] [Marge+] [Auto] Druk op [Afmetingen] in het mas- Druk op [OK]. teraanmaakbasisscherm. Het masteraanmaakbasisscherm wordt opnieuw weergegeven. “Afmetingen” is bijgewerkt. Druk op de toets met het gewenste formaat. Druk op [100%] voor het oorspronkelijke formaat.
  • Pagina 71 Functies voor het maken van masters Vergroten/verkleinen met een gewijzigde breedte- hoogteverhouding [Vrij] Druk op [Afmetingen] in het mas- U kunt de vergroting verlagen/verhogen met stap- pen van 1%. teraanmaakbasisscherm. LET OP: • U kunt ook getallen invoeren met de afdrukaan- taltoetsen.
  • Pagina 72 Functies voor het maken van masters Vergroten en verkleinen met de zoomfunctie [Zoom] Druk op [Afmetingen] in het mas- LET OP: teraanmaakbasisscherm. • U kunt ook getallen invoeren met de afdrukaan- taltoetsen. • Druk op als u het oorspronkelijke formaat wilt herstellen (100%).
  • Pagina 73 Functies voor het maken van masters Afwijkende papierformaten gebruiken [Papier] De machine detecteert voor het maken van het juiste formaat master voor het afdrukken automatisch standaardfor- maat papier in de invoerlade. Afwijkende papierformaten worden echter niet gedetecteerd, waardoor u deze hand- matig moet instellen voordat u een master kunt maken.
  • Pagina 74 Functies voor het maken van masters Automatisch afdrukken [Auto verwerking] U kunt instellen dat het maken van masters en het afdrukken automatisch na elkaar worden uitgevoerd. Als “Auto verwerking” is geselecteerd, voert u het aantal afdrukken in en drukt u op de toets LET OP: •...
  • Pagina 75 Functies voor het maken van masters Foto's verwerken met puntrastering [Dot bewerken] Met de functie “Dot bewerken” worden foto-originelen met puntrastering bewerkt voor heldere afdrukken. Selecteer een van de vier typen puntpatronen. Belangrijk!: • “Dot bewerken” is niet beschikbaar als de beeldverwerkingsmode op “Lijn” of “Potlood” is ingesteld. Druk op [Dot bewerken] in het Druk op [OK].
  • Pagina 76 Functies voor het maken van masters Fotocontrast aanpassen [Contrastinst] Voor originelen met slecht te onderscheiden foto's kunt u het contrast aanpassen voor duidelijkere afdrukken. U kunt op twee manieren het contrast aanpassen. Belangrijk!: • Als “Afbeelding” is ingesteld op “Lijn”, “Duo” of “Potlood”, kunt u “Contrastinst” niet gebruiken. Druk op [Contrastinst] in het scherm Functies.
  • Pagina 77 Functies voor het maken van masters Fotogradatie aanpassen [Toonbocht] U kunt de lichte en donkere gedeelten van een foto elk met drie tonen aanpassen. Belangrijk!: • Als “Afbeelding” is ingesteld op “Lijn”, kunt u “Toonbocht” niet gebruiken. Druk op [Toonbocht] in het scherm Functies.
  • Pagina 78 Functies voor het maken van masters Inktbesparing [Inktbesparing] Met de functie “Inktbesparing” worden masters gemaakt die minder inkt verbruiken voor het afdrukken. Belangrijk!: • De inktbesparing kan lichtere resultaten dan normaal geven. • Deze functie is tijdens het afdrukken niet beschikbaar. Deze moet worden geselecteerd voor de mastercreatie wordt gestart.
  • Pagina 79 Functies voor het maken van masters Meerdere originelen op een vel papier afdrukken [2 Op] [Multi-Op Afdrukken] Met “Multi-Op” drukt u meerdere originelen op één vel af. 2 Op Hiermee worden twee afbeeldingen van hetzelfde origineel naast elkaar op één vel afgedrukt. LET OP: •...
  • Pagina 80 Functies voor het maken van masters Stand origineel en afdrukresultaten De stand van het origineel hangt af van het aantal afbeeldingen dat u wilt afdrukken. Hieronder wordt de afdrukstand en afdrukresultaten voor verschillende mogelijkheden weergegeven. 2 Op Hiermee worden twee afbeeldingen van hetzelfde origineel naast elkaar op één vel afgedrukt. Multi-Op Afdrukken Bij Enkelv.-origineel en Meerv.-origineel: LET OP:...
  • Pagina 81 Functies voor het maken van masters 4-op-1 Maximaal 2 originelen kunnen worden gescand. 8-op-1 Maximaal 4 originelen kunnen worden gescand. Meerdere originelen op een vel papier afdrukken [2 Op] [Multi-Op Afdrukken]...
  • Pagina 82 Functies voor het maken van masters 16-op-1 Maximaal 4 originelen kunnen worden gescand. Voor Multi-op tickets: “Multi-op tickets” kan niet met meerdere originelen worden gebruikt. Het aantal afgedrukte afbeeldingen wordt bepaald door de breedte van de ticket. Meerdere originelen op een vel papier afdrukken [2 Op] [Multi-Op Afdrukken]...
  • Pagina 83 Functies voor het maken van masters Marge Laat een marge van ten minste 5 mm open aan de bovenkant van de glasplaat of de optionele ADF-eenheid. Een juiste marge is belangrijk voor een goede Multi-Op-positionering. p.18 LET OP: • Aan de bovenrand blijft een marge over ongeacht de instellingen voor vergroten of verkleinen. Stand van afdrukpapier Plaats het papier altijd in de invoerlade zoals hieronder aangegeven.
  • Pagina 84 Functies voor het maken van masters 2 Op-handeling Kies een afdrukmode Voer de gewenste instellingen in. Kies eenkleurig of tweekleurig afdrukken. Achteraf voert u dezelfde handeling uit als het nor- male maken van een master en de afdrukverwer- LET OP: king.
  • Pagina 85 Functies voor het maken van masters Handelingen voor Multi-Op Afdrukken Kies een afdrukmode. Kies een pagina-afmeting. Kies eenkleurig of tweekleurig afdrukken. Raak de toets aan om de afmeting aan te passen aan het origineelformaat en raak [Volgende>] LET OP: aan. •...
  • Pagina 86 Functies voor het maken van masters Druk op de toets van het aantal Belangrijk!: afbeeldingen dat u wilt gebruiken. • Wanneer het bericht “Andere origineel plaatsen en START indrukken wordt weergegeven. Om te annuleren, drukt u op de toets Stop”, de machine wacht tot het volgende origineel is geplaatst.
  • Pagina 87 Functies voor het maken van masters Handelingen voor Multi-op tickets Bij “Multi-op tickets” wordt de grootte van de korte zijde van het origineel (de breedte) gebruikt om het aantal afbeel- dingen te berekenen dat op één vel papier wordt afgedrukt (de lange zijde van het afdrukpapier gedeeld door de breedte van de ticket).
  • Pagina 88 Functies voor het maken van masters Kies een pagina-afmeting. Druk op om de pagina- breedte op te geven. Raak een van de toetsen Pag.afmet. aan en raak [Volgende>] aan. (Bij “Multi-op tickets” heeft het kiezen van de Pag.afmet. geen invloed op de rest van de proce- dures.) Belangrijk!: •...
  • Pagina 89 Functies voor het maken van masters Druk op Het scannen van het origineel wordt gestart. Voor tweekleurig afdrukken plaatst u het origineel voor afdruktrommel 2. Achteraf voert u dezelfde handeling uit als het normale maken van een master en de afdrukverwerking. LET OP: •...
  • Pagina 90 Functies voor het maken van masters Originelen aaneengesloten op een vel papier plaatsen [Lay-out] Originelen in een aaneengesloten volgorde op een vel papier plaatsen wordt “Lay-out” genoemd. Deze functie is handig wanneer u papier wilt besparen en geniete documenten wilt maken. Belangrijk!: •...
  • Pagina 91 Functies voor het maken van masters Volgorde indeling Stel de volgorde van de afbeeldingen in wanneer het gedrukte papier in de richting wordt geplaatst waarin de tekens op het origineel kunnen worden gelezen. Voorbeeld: Aantal afbeeldingen: 8-op-1,Origineelrichting (richting van de tekens op het origineel): Uitlijn. zij LB naar R RB naar L LB naar O...
  • Pagina 92 Functies voor het maken van masters Kies de afdrukmode. Druk op [Lay-out] in het scherm Functies. Kies eenkleurig of tweekleurig afdrukken. Om de afdrukmode te kiezen, raadpleegt u p.29. Plaats het origineel en het afdrukpapier. Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- nele ADF-eenheid.
  • Pagina 93 Functies voor het maken van masters Belangrijk!: Bij eenkleurig afdrukken: • Controleer of de richting van de origineel is Herhaal het scannen tot het ingestelde aantal ingesteld in de richting die vastgesteld is voor afbeeldingen gescand is. het ingestelde aantal afbeeldingen. Wanneer het aantal originelen kleiner is dan het aantal afbeeldingen nadat alle originelen LET OP:...
  • Pagina 94 Functies voor het maken van masters Ingebonden documenten kopiëren [Boekschaduw] U kunt de schaduw van de bind“rug” in het midden wissen als u ingebonden originelen kopieert, zoals tijdschriften en boeken. Het te wissen gebied (wisbreedte) kan worden gekozen. Daarnaast kunnen tijdschriften of boeken op de glasplaat worden opengelegd en de pagina's ervan op afzonderlijke vellen worden afgedrukt.
  • Pagina 95 Functies voor het maken van masters Druk op [Boekschaduw] in het LET OP: scherm Functies. • In dat geval wordt “B” eerst afgedrukt. Belangrijk!: • Bij tweekleurig afdrukken is “Paginadeling” niet beschikbaar. Gebruik deze functie bij eenkleu- rig afdrukken. • Wanneer “Paginadeling” is ingesteld, gebruikt u A4 of B5 als afdrukpapier.
  • Pagina 96 Functies voor het maken van masters De bovenste marge van het origineel afsnijden voor het afdrukken [Marge boven] U kunt het bovenste gedeelte van de marge afsnijden van 0 tot 99 mm voordat u een master maakt. Met deze functie kunt u de registratiemarkeringen op het origineel overslaan en een afdruk maken zonder deze mar- keringen.
  • Pagina 97 Functies voor het maken van masters Druk op om de breedte voor afsnijden op te geven. U kunt een marge instellen van 0 tot 99 mm. LET OP: • U kunt de getallen ook invoeren met de afdruk- aantaltoetsen. Druk op [OK]. Het scherm Functies wordt opnieuw weergege- ven en de instelling Marge boven is bijgewerkt.
  • Pagina 98 Functies voor het maken van masters De positie voor het maken van de master aanpassen [Bindmarge] U kunt een master maken door de bindmarge aan de bovenkant, de onderkant, de linkerkant of de rechterkant van het origineel te plaatsen. Het instelbereik is van 0 tot 50 mm aan de bovenkant, onderkant, links en rechts. Belangrijk!: •...
  • Pagina 99 Functies voor het maken van masters Druk op om de afstand voor de marge op te geven. LET OP: • U kunt ook een waarde invoeren met de afdru- kaantaltoetsen. • Wanneer u op [Reductie] drukt, wordt de afbeelding zonder verplaatsing die aangegeven is voor de Margemode de afdrukafbeelding en het formaat wordt verkleind rond het midden van de afdrukafbeelding, zodat het origineel...
  • Pagina 100 Functies voor het maken van masters Master maken voor het maximale afdrukgebied [Max. Scan] Als een master wordt gemaakt, worden de juiste afdrukmarges bepaald dankzij automatische papierformaatdetectie en aanpassing van het beeldformaat. Hierdoor worden papierstoringen voorkomen en wordt de interne rol niet vuil door inkt.
  • Pagina 101 Functies voor het maken van masters Tweekleurig afdrukken met 1 origineel [Easy 2kleur] “Easy 2kleur” is een functie voor het maken van een master door de gegevens te verdelen in een donkergekleurd gedeelte en een lichtgekleurd gedeelte wanneer een origineel met de scanner wordt gescand. Het donkergekleurde gedeelte wordt aan afdruktrommel 1 toegewezen en het lichtgekleurde gedeelte wordt aan afdruktrommel 2 toege- wezen wanneer een master wordt gemaakt.
  • Pagina 102 Functies voor het maken van masters LET OP: • Een knop voor regelmatig gebruikte scheiding kan worden weergegeven op het scherm Functies. Wanneer u een van de scheidingen kiest met “Easy 2kleur” op het scherm Admin., kan de knop met de naam van de gekozen scheiding worden weergegeven op het scherm Functies.
  • Pagina 103 Bij deze functie worden handgeschreven gedeelten die met de aanbevolen pen of rode potlood op originelen zijn getekend, gescheiden van zwarte afbeeldingen die met een RISO-printer of inkjetprinter zijn afgedrukt (documenten die met een lichtere tint zwart of met inkt op waterbasis zijn afgedrukt).
  • Pagina 104 Functies voor het maken van masters Opgegeven zone Bij deze functie wordt het gebied op het origineel gescheiden dat met de aanbevolen pen is omcirkeld. De master van het gedeelte buiten het opgegeven gebied wordt op afdruktrommel 1 gemaakt en het gedeelte er bin- nen op afdruktrommel 2.
  • Pagina 105 Functies voor het maken van masters Kleuropmaker Deze functie wordt gebruikt om tweekleurig afdrukken uit te voeren door alleen de gewenste zones op te geven die moeten worden gescheiden op het aanraakpaneel nadat een papieren origineel is gescand. Deze functie kan ook worden gebruikt door opslaggegevens op te roepen. Wijs het gedeelte buiten de zone aan afdruktrommel 1 toe en de interne zone aan afdruktrommel 2 om een master te maken.
  • Pagina 106 Functies voor het maken van masters Tip: Informatie over originelen voor Rode kleur, Handschrijven--1, Handschrijven--2 De functie “Easy 2kleur” scheidt kleuren door lichte en donkere gedeelten van het origineel te detecteren. Met deze functie worden geen kleuren gedetecteerd. De master van het donkere gedeelte van het origineel wordt op afdruk- trommel 1 (zwart) gemaakt en het lichte gedeelte op afdruktrommel 2 (rood).
  • Pagina 107 Functies voor het maken van masters • Gebieden die 10 mm × 10 mm of kleiner zijn, worden niet als een opgegeven zone herkend. • Maak geen donkere stippen op de getekende lijn. • U kunt maximaal 20 getekende gebieden op een origineel maken. Wanneer u meer dan 20 gebieden selecteert, treedt een fout op.
  • Pagina 108 Functies voor het maken van masters Procedure voor Easy 2kleur Kies een afdrukmode. Druk op de toets van de scheidings- methode die u wilt gebruiken. Selecteer tweekleurig afdrukken. LET OP: • Zie p.29 voor informatie over het selecteren van een afdrukmode. Plaats het origineel en het afdrukpa- pier.
  • Pagina 109 Functies voor het maken van masters Een origineel instellen met de Scheidingsblad Als u het “Scheidingsblad” wilt gebruiken, moet u eerst het zonespecificatievel scannen voordat u het origineel scant. Plaats het separatieblad. Plaats het origineel. Plaatsing op de glasplaat Plaatsing op de glasplaat: Plaats het separatieblad op de glasplaat met Verwijder het scheidingsblad van de glasplaat de beschreven zijde omlaag, uitgelijnd in het...
  • Pagina 110 2kleur” ( p.106) en raak [Kleuropmaker] aan. ten] of [Opslaan]. Selecteer het origineel en raak [OK] aan. Raadpleeg de “RISO Editor User's Guide” in een apart handboek voor informatie over de invoerme- thode en het basisscherm/werking van de opma- LET OP: ker.
  • Pagina 111 Functies voor het maken van masters Afdrukvoorbeeld controleren voor het maken van een master [Voorbeeld] U kunt de werkelijke weergave van een master controleren door een voorbeeld te bekijken van een gescand origineel of van gegevens die vanaf een computer zijn verzonden. Dit is handig wanneer u wilt controleren of kleuren correct zijn gescheiden via “Easy 2kleur”, of wanneer u de indeling of de weergave van een Multi-Op-taak wilt controleren.
  • Pagina 112 Functies voor het maken van masters Opties in het scherm Voorbeeld Roteertoets Toets voor volledige weergave Hiermee kunt u het weergegeven beeld 90 graden rote- Hiermee wordt het gehele beeld weergegeven. ren. Verkleintoets Origineel afdruktrommel 1 Hiermee wordt het weergegeven beeld verkleind. Origineel afdruktrommel 2 Vergroottoets Schuiftoets...
  • Pagina 113 Functies voor het maken van masters Controleer het voorbeeld. LET OP: • U kunt de verschillende knoppen op dit scherm gebruiken om de weergave te controleren. p.110 Druk op [Vervolgen]. Er wordt een master gemaakt. Hierna volgt u dezelfde procedure voor papieren documenten.
  • Pagina 114 Functies voor het maken van masters Masters van één afdruktrommel wisselen [1 zijde mast maken] Wanneer u tweekleurig afdrukt, kunt u een van de twee originelen wisselen en afdrukken. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld verschillende brieven met hetzelfde briefhoofd wilt afdrukken. U kunt in dat geval een andere master voor de tekst maken, waarbij de master van het origineel voor het briefhoofd behouden blijft.
  • Pagina 115 Functies voor het maken van masters Druk op Er wordt een master gemaakt op de afdruktrom- mel die u in stap 3 hebt opgegeven en het afdruk- basisscherm wordt weergegeven. Controleer de testkopie. Nadat de testkopie is afgedrukt, wordt het basis- scherm voor afdrukken weergegeven.
  • Pagina 116 Afdrukfuncties De afdruksnelheid wijzigen [Afdruksnelheid aanpassen] U kunt de afdruksnelheid selecteren uit vijf niveaus, van 60 tot 120 afdrukken/minuut. U kunt de afdruksnelheid aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. LET OP: • U kunt de standaardsnelheid in het scherm Admin. instellen. De fabrieksinstelling is niveau 3 (ongeveer 100 afdrukken/minuut).
  • Pagina 117 Afdrukfuncties Afdrukken op hoge snelheid [150ppm] Met behulp van “150ppm” kunt u sneller afdrukken dan wanneer u alleen de “Afdruksnelheid” aanpast. “150ppm” instellen Belangrijk!: • Wanneer de interne temperatuur van de machine lager is dan 15°C, is de knop “150ppm” grijs gearceerd en kan niet worden gebruikt.
  • Pagina 118 Afdrukfuncties De afdrukdichtheid aanpassen [Afdrukdichtheid aanpassen] U kunt voor elke afdruktrommel de afdrukdichtheid instellen op vijf niveaus. U kunt de afdrukdichtheid aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. Belangrijk!: • “Afdrukzwarting” is niet beschikbaar als u [Inktbesparing] hebt geselecteerd. p.76 LET OP: •...
  • Pagina 119 Afdrukfuncties De afdrukpositie aanpassen [Afdrukpositie aanpassen] [1=2 Uitlijning] U kunt voor elke afdruktrommel de afdrukpositie op het papier aanpassen. Aanpassingsbereik in verticale richting: ±15 mm, horizontale richting: ±10 mm U kunt de verticale positionering aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. Belangrijk!: •...
  • Pagina 120 Afdrukfuncties In het basisscherm voor afdrukken wordt de huidige verticale/horizontale aanpassing weergegeven. De afdrukpositie van beide afdruktrommels tegelijk aanpassen De afdrukpositie van een van de Druk op [Basis] om het basisscherm afdruktrommels aanpassen. voor afdrukken weer te geven. De aangepaste waarde wordt in de het basis- scherm voor afdrukken weergegeven.
  • Pagina 121 Afdrukfuncties Tip: De afdrukpositie nauwkeurig aanpassen Als de instellingen zo zijn geconfigureerd dat u “Fijninstel. mode” kunt instellen, kunt u de afdruk- positie nauwkeurig instellen in stappen van 0,1 mm (de normale instelling is 0,5 mm). LET OP: Als u “Fijninstel. mode” wilt gebruiken, neemt u contact op met de dealer (of erkende reparateur).
  • Pagina 122 Afdrukfuncties Testkopieën afdrukken [Testen] Nadat u de afdrukpositie of -dichtheid hebt aangepast, controleert u de afdrukkwaliteit met een testkopie. Testkopieën hebben geen invloed op het aantal afdrukken dat in het scherm wordt weergegeven. LET OP: • De machine gaat door met het maken van testkopieën zolang u op de toets drukt.
  • Pagina 123 Afdrukfuncties Papierstoringen voorkomen door speciaal papier te gebruiken [Dub-invoercontrole] Deze printer controleert op meervoudige papierinvoer. Wanneer wordt gedetecteerd dat meerdere vellen zijn geplaatst, wordt de afdruktaak automatisch gestopt en wordt “Dub-invoercontrole” uitgevoerd. De detectie voor meervoudige papierinvoer wordt gekalibreerd voor normaal afdrukpapier. Afhankelijk van het gebruikte type papier kan zelfs dubbele invoer worden gedetecteerd en een fout worden weergegeven wanneer maar een vel papier correct wordt ingevoerd.
  • Pagina 124 Afdrukfuncties De droogtijd verlengen [Interval] Bij elke draaiing van de afdruktrommel wordt normaal gesproken een vel papier doorgevoerd en afgedrukt, maar door de interval van de papierinvoer te verlengen, heeft de inkt meer tijd om te drogen waardoor inktvlekken op de achterzijde van het volgende vel papier worden voorkomen.
  • Pagina 125 Afdrukfuncties Papierinvoer-/ uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethoden [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.] De papierinvoer- en de uitvoerinstellingen kunnen worden aangepast wanneer u speciaal papier of ongelijkmatig papier gebruikt. Uitw.geleid.contr. Met de onderstaande stappen gebruikt u vooraf geconfigureerde aangepaste instellingen voor de papieruitvoergeleider. Hiermee kunt u bepaalde soorten papier uitvoeren die moeilijk kunnen wor- den uitgevoerd met de automatische normale instellingen voor de papieruitvoergeleider.
  • Pagina 126 Afdrukfuncties Uitw.geleid.contr. instellen [Uitw.geleid.contr.] Druk op [Uitw.geleid.contr.] in het scherm Functies. “Uitw.geleid.contr.” wordt geselecteerd. Papierinvoer-/ uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethoden [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.]...
  • Pagina 127 Afdrukfuncties Instellingen opslaan en parameternamen herbenoemen in de Parameterlijst Druk op [Sp. papierbestur.] in het Druk op [Invoer/Bel]. scherm Functies. Het scherm Parameterlijst wordt weergegeven. Pas [Papierinvoerinst.] en Druk op een toets die nog niet wordt [Pap.uitv.aanpas] aan. gebruikt. LET OP: •...
  • Pagina 128 Afdrukfuncties Druk op [OK]. Voer een nieuwe naam in met de let- tertoetsen. U keert terug naar de Parameterlijst nadat de U kunt tussen hoofdletters en kleine letters scha- instellingen zijn geregistreerd. kelen met [Klein] en [Hooftlet.]. U kunt de naam van elke parameter wijzigen. Om p.157 de parameternamen te wijzigen, gaat u door met de volgende stap.
  • Pagina 129 Afdrukfuncties Instellingen opzoeken in de Parameterlijst Druk op [Sp. papierbestur.] in het Raak de toets aan om de instellingen scherm Functies. op te halen. Niet-geregistreerde toetsen worden grijs weerge- geven en zijn niet beschikbaar. U keert terug naar het scherm Sp. papierbestur. en de gewenste instelling is beschikbaar.
  • Pagina 130 Afdrukfuncties Wijzigingen aanbrengen in de instelling Sp. papierbestur. Geef het venster Parameterlijst Druk op [OK]. weer. U keert terug naar het scherm Sp. papierbestur. nadat de parameters zijn gewijzigd. Volg stappen 1 tot en met 2 ( p.127). Druk op [Opzoeken]. Raak de toets aan om de wijziging door te voeren.
  • Pagina 131 Afdrukfuncties De Sp. papierbestur.-instellingen wissen Geef het venster Parameterlijst Druk op [Sluit]. weer. Het scherm Sp. papierbestur. wordt opnieuw weergegeven. Volg stappen 1 tot en met 2 ( p.127). Belangrijk!: • Controleer eerst of de instelling kan worden gewist. (Haal de betreffende instelling op en volg de stappen vanaf stap 2.) •...
  • Pagina 132 Geavanceerde functies Gebruikersbeheer instellen [Gebruikersbeheer] Deze machine is uitgerust met de functie Gebruikersbeheer ter beveiliging en voor een verbeterd gebruikersbeheer. De functie Gebruikersbeheer beschikt over 3 beheerniveaus. Afhankelijk van het niveau zijn de volgende functies beschikbaar. Beheerniveau Functie Volledige Uitsluitend ADM. Uitsluitend ID print bevoegdheid [ID-teller-rapport.] voor het beheren van het...
  • Pagina 133 Geavanceerde functies Beheerniveau en tijd wanneer toegang is verkregen via een gebruikersidentificatie Wanneer “Beheerniveau” is ingesteld op “Volledige bevoegdheid” of “Uitsluitend ID print” worden de gebruikers bij bepaalde handelingen om een identificatie gevraagd (“Toegang via gebruikersidentificatie”). Voor het herkennings- en identificatiesysteem kan worden gekozen tussen via “PIN-code” of “USB-flash-geh.”, vooraf ingesteld door de beheerder.
  • Pagina 134 Geavanceerde functies Gebrkr aanmaken ( p.136) Beheerder/gebruikers registreren. Er kunnen maximaal 100 gebruikers (inclusief de beheerder) worden geregistreerd. Stel tijdens het registreren de volgende opties in. • PIN-code of USB-flash-geh. PIN-code: voor het identificeren van gebruikers kan een pincode worden ingesteld. We raden u aan om een lijst van de geregistreerde gebruikers te maken en de registratienummers (ID's) en de pincodes voor elke gebruiker te noteren.
  • Pagina 135 Geavanceerde functies Herkennings- en identificatiesysteem selecteren Stel het herkennings- en identificatiesysteem vooraf in met “Herkend door” tijdens het instellen van Gebruikersbe- heer. Belangrijk!: • Wanneer “Herkend door” is gewijzigd, worden alle instellingen in Gebruikersbeheer, inclusief de registratie van de beheerder, verwijderd. Druk voor elke mode op [Admin.] in Identificeer de beheerder.
  • Pagina 136 Geavanceerde functies Druk op [Gebruikersbeheer]. Druk op [OK]. Het scherm Gebruikersbeheer wordt opnieuw Druk op [Herkend door]. weergegeven. “Herkend door” is bijgewerkt. Ga verder met de instellingen Gebruikersbeheer. Raadpleeg de volgende pagina's. Raak de toets aan om de optie “Her- kend door”...
  • Pagina 137 Geavanceerde functies Beheerniveau instellen Belangrijk!: • Stel “Herkend door” vooraf in. p.133 Geef het venster Gebruikersbeheer Druk op [OK]. weer. Het scherm Gebruikersbeheer wordt opnieuw weergegeven. Voer stappen 1 tot 4 uit van “Herkennings- en “Beheerniveau” is bijgewerkt. identificatiesysteem selecteren” ( p.133). U kunt indien nodig verdergaan met het registre- ren van gebruikers en het hernoemen van groe- Druk op [Beheerniveau].
  • Pagina 138 Geavanceerde functies Beheerder/gebruikers registreren Om de functie Gebruikersbeheer te activeren, moet de beheerder worden geregistreerd. Er kunnen maximaal 100 gebruikers (inclusief de beheerder) worden geregistreerd. LET OP: • Het gebruikersregistratienummer (ID) is vereist wanneer “Afdrukken met id” via het printerstuurprogramma wordt uitgevoerd.
  • Pagina 139 Geavanceerde functies Druk op een toets die nog niet wordt Wanneer “Herkend door” is ingesteld op “USB-flash-geh.” gebruikt. Sluit het geregistreerde USB-flash-geheugen aan op de USB-aansluiting. Niet gebruikte toetsen worden weergegeven met een ononderbroken lijn. Gebruikte toetsen wor- Het nummer van het geregistreerde USB- den grijs weergegeven en zijn niet beschikbaar.
  • Pagina 140 Geavanceerde functies Druk op [OK]. Het scherm Gebrkr aanmaken wordt opnieuw weergegeven. De beheerder of de gebruiker is geregistreerd. Om meerdere gebruikers te registreren, raakt u [Register] en herhaalt u stappen 3 tot 6. Druk op [Sluit]. Het scherm Gebruikersbeheer wordt opnieuw weergegeven.
  • Pagina 141 Geavanceerde functies Voer de gebruikersnaam in Druk op [Hernoemen] in het scherm Register. Voer een nieuwe naam in met de let- tertoetsen. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters scha- kelen met [Klein] en [Hooftlet.]. p.157 LET OP: • Om de huidige naam te wissen, raakt u aan of drukt u op de toets Druk op [OK].
  • Pagina 142 Geavanceerde functies De groep die toegewezen moet worden instellen Wanneer u een groep op basis van gebruikers instelt, kan het gebruik per gebruiker per groep worden geteld. p.186 Het wordt aanbevolen de groepsnaam vooraf in te voeren. p.145 Druk op [Groep] in het scherm Register.
  • Pagina 143 Geavanceerde functies Het maximale gebruik door de gebruikers instellen Stel het maximale aantal kopieën/masters in. U kunt maximaal 99999999 instellen. De huidige kopietelling en mastertelling kunnen ook in hetzelfde scherm worden gewist. Druk op [Limiet] in het scherm Druk op [OK]. Register.
  • Pagina 144 Geavanceerde functies Toegang via gebruikersidentificatie uitzetten Druk op [Uitzetten] in het scherm Regis- ter om het “AAN” te schakelen. De toegang via gebruikersidentificatie is uitgeschakeld en de gebruiker kan de machine niet gebruiken. LET OP: • Om “Uitzetten” uit te schakelen, raakt u [Uitzetten] aan om deze op “UIT”...
  • Pagina 145 Geavanceerde functies Beheerder/gebruiker registreren wijzigen Geef het venster Gebruikersbeheer Raak de toets Gebruiker aan om te weer. wijzigen. Voer stappen 1 tot 4 uit van “Herkennings- en identificatiesysteem selecteren” ( p.133). Druk op [Gebrkr aanmaken]. Geregistreerde toetsen worden weergegeven met een ononderbroken lijn.
  • Pagina 146 Geavanceerde functies Gebruikersregistratie wissen Geef het venster Gebruikersbeheer Raak de toets Gebruiker aan om te weer. wissen. Voer stappen 1 tot 4 uit van “Herkennings- en identificatiesysteem selecteren” ( p.133). Druk op [Gebrkr aanmaken]. Geregistreerde toetsen worden weergegeven met een ononderbroken lijn. Niet-geregistreerde toet- sen en de toets “0 Beheerder”...
  • Pagina 147 Geavanceerde functies Groepen hernoemen Geef het venster Gebruikersbeheer Voer een nieuwe naam in met de let- weer. tertoetsen. Voer stappen 1 tot 4 uit van “Herkennings- en identificatiesysteem selecteren” ( p.133). Raak [Groep hernoemen] aan. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters scha- kelen met [Klein] en [Hooftlet.].
  • Pagina 148 Geavanceerde functies Alle gebruikerstellers resetten Alle gebruikerstellers kunnen in een enkele procedure worden gewist. Belangrijk!: • Nadat de telling is verwijderd, kan deze niet worden hersteld. Geef het venster Gebruikersbeheer weer. Voer stappen 1 tot 4 uit van “Herkennings- en identificatiesysteem selecteren”...
  • Pagina 149 Geavanceerde functies Automatisch sorteren in groepen [Programma] Met de functie “Programma” hoeft u niet iedere keer in te voeren hoeveel kopieën per set u wilt maken, omdat u dit vooraf kunt instellen. Het kopiëren stopt na elke set kopieën. Sla een “Programma”-instelling zodat u deze later weer kunt gebruiken. Een gebruiksvoorbeeld: in een school kan het aantal kopieën (vel) per klas (set) vooraf worden ingesteld, en daarna het aantal jaren (groepen) van de hele school.
  • Pagina 150 Geavanceerde functies Multi-pagina-mode Wanneer u meerdere originelen invoert (meerdere exemplaren voor eenkleurig afdrukken, meerdere sets van 2 originelen voor tweekleurig afdrukken), wordt van elk origineel een verschillend aantal exemplaren afgedrukt. U kunt maximaal 9999 kopieën maken van één origineel. Van elk origineel kan een vooraf ingesteld aantal kopieën worden gemaakt (maximaal 20 originelen). Eenkleurig afdrukken Tweekleurig afdrukken met 2 originelen Automatisch sorteren in groepen [Programma]...
  • Pagina 151 Geavanceerde functies Combinatie (alleen mogelijk met tweekleurig afdrukken) Van twee originelen of een tweekleurig origineel kunt u eenkleurig afdrukken en tweekleurig afdrukken voor elke groep (klas). Na het eenkleurig afdrukken met alleen afdruktrommel 1 wordt het tweekleurige afdrukvoorwerp met behulp van afdruktrommel 1 en afdruktrommel 2 ingevoerd.
  • Pagina 152 Geavanceerde functies Het afdrukken programmeren U kunt op twee manieren in sets afdrukken met de functie “Programma”. • Programmeer en druk vervolgens af (zonder de instellingen op te slaan) p.151 • Haal een opgeslagen programma op en druk vervolgens af (met de geprogrammeerde instellingen) p.155 Tip: Selecteer een van de volgende acties in het basisscherm voor afdrukken.
  • Pagina 153 Geavanceerde functies Voorbereidingen voor geprogrammeerd afdrukken Er zijn twee manieren waarop het scherm Programma kan worden weergegeven. • Druk op [Programma] in het scherm Functies op het display. • Druk op de toets van de afdrukaantaltoetsen. In de volgende stappen leest u de uitleg over het indrukken van de toets van de afdrukaantaltoetsen.
  • Pagina 154 Geavanceerde functies Belangrijk!: Bij Combinatieafdruk • Druk op [Invoer/Bel] voor het opslaan van de huidige instelling voor geprogrammeerd afdrukken. Nadat u op [OK] hebt gedrukt, kan de instel- ling niet meer worden opgeslagen. Zie “Pro- gramma's opslaan” ( p.154) voor meer informatie.
  • Pagina 155 Geavanceerde functies LET OP: • U kunt ook een waarde invoeren met de afdrukaantaltoetsen. • Als u net zoveel tweekleurige afdrukken als eenkleurige afdrukken wilt afdrukken, drukt u op [Zelfde aant.als • Het aantal afdrukken dat u hebt opgege- ven voor “ Printen”...
  • Pagina 156 Geavanceerde functies Programma's opslaan Sla veelgebruikte programma-instellingen op voor later gebruik. U kunt in totaal 12 instellingen (Enkele pagina-mode, Multi-pagina-mode of Combinatieafdruk) opslaan. Voer programma-instellingen in Druk op [OK]. voor geprogrammeerd afdrukken. Volg stap 1-3 van “Voorbereidingen voor gepro- grammeerd afdrukken” ( p.151) . Raak [Invoer/Bel] aan in het scherm Programma.
  • Pagina 157 Geavanceerde functies Een programma opzoeken Opgeslagen programma's laden en diens instellingen wijzigen. Druk op Druk op [OK]. Het oorspronkelijke scherm wordt opnieuw weer- gegeven. U kunt nu afdrukken met het geladen programma. LET OP: • Om het geprogrammeerd afdrukken te annuleren, drukt u op (of raakt u [Functies]→...
  • Pagina 158 Geavanceerde functies Programma's een andere naam geven U kunt programma's een naam geven die het gebruik of doel beter aangeeft. Druk op [Programma] in het scherm Druk op [Hernoemen]. Functies. LET OP: LET OP: • Elke programmatoets bevat linksboven een pic- togram.
  • Pagina 159 Geavanceerde functies Druk na het invoeren op [OK]. Het scherm Programmalijst wordt opnieuw weer- gegeven. Het programma is hernoemd. Tip: Scherm voor hernoemen Klein Hooftlet. LET OP: • U kunt maximaal 10 tekens invoeren. • U kunt getallen ook met de afdrukaantaltoetsen invoeren.
  • Pagina 160 Geavanceerde functies Programma's wissen Geef het venster Programmalijst weer. Volg stappen 1 tot 2 in “Een programma opzoe- ken” ( p.155). Druk op [Verwijd.]. Kies een programma om te verwijde- ren. Druk op [OK]. Het scherm Programmalijst wordt opnieuw weer- gegeven.
  • Pagina 161 Geavanceerde functies Opgeslagen programma's wijzigen Een programma opzoeken om aan te passen. Volg stappen 1 en 3 in “Een programma opzoe- ken” ( p.155). Wijzig het programma. Wijzig het aantal afdrukken of sets in het huidige scherm. LET OP: • Zie “Voorbereidingen voor geprogrammeerd afdrukken”...
  • Pagina 162 Geavanceerde functies Gebruik Easy 2kleur en Combinatie in combinatie Met behulp van “Easy 2kleur” scheidt u de originelen in afdruktrommel 1 en afdruktrommel 2. (De proefwerkvragen worden gescheiden in afdruktrommel 1 en de proefwerkvragen met de antwoorden worden gescheiden in afdruk- trommel 2).
  • Pagina 163 Geavanceerde functies Plaats het origineel en het afdrukpa- De combinatie instellen. pier. Geef het venster [Programma-type] weer. Voer stappen 1 en 2 uit van “Taakgeheugen p.99 laden en afdrukken”. ( p.165) LET OP: Druk op [Combinatie]. • Wanneer u de gegevens van het origineel hebt verzonden in “Combinatieafdruk”...
  • Pagina 164 Geavanceerde functies Voer het aantal voor de leraren (zwart + rood) in door op te drukken. Er is een cijfertoetsenbord beschikbaar voor invoer. Druk op [OK]. Het scherm Combinatieafdruk wordt opnieuw weergegeven. LET OP: • Om het programma dat hier ingesteld is, op te slaan, drukt u op [Invoer/Bel].
  • Pagina 165 Geavanceerde functies Taakgeheugenfuncties gebruiken [Taakgeheug] U kunt de instellingen van de laatste afdruktaak in het taakgeheugen opslaan. Hierna kunt u gemakkelijk deze taak- geheugeninstellingen laden voor soortgelijke afdruktaken. U kunt maximaal 10 taken opslaan. U kunt de volgende instellingen in het taakgeheugen opslaan. Tweekleurig/Eenkleurig afdrukken (MasterMake/afdrukken) Afbeelding Multi-Op Afdrukken...
  • Pagina 166 Geavanceerde functies Taakgeheugen opslaan Voer de verschillende instellingen Bevestig de instellingen. voor de afdruktaak in. Druk op [Taakgeheug] in het scherm Functies. Druk op en doorloop het scherm om alle onderdelen te controleren. LET OP: LET OP: • Als u een instelling wilt wijzigen, drukt u op [Afbrek] en begint u opnieuw.
  • Pagina 167 Geavanceerde functies Taakgeheugen laden en afdrukken Er zijn twee manieren waarop het scherm Taakgeheugen kan worden weergegeven. • Druk op [Taakgeheug] in het scherm Functies op het display. • Druk op de toets van de afdrukaantaltoetsen. In de volgende stappen wordt het aanraken van het display uitgelegd. Druk op [Taakgeheug] in het scherm Selecteer het taakgeheugen dat u Functies.
  • Pagina 168 Geavanceerde functies Tip: Snel laden U kunt taakinstellingen via de fysieke toetsen oproepen zonder het aanraakscherm te gebrui- ken. Als u bijvoorbeeld afdruktaak M-2 wilt laden en afdrukken, drukt u achtereenvolgens op . M-2 wordt geladen en het maken van de master wordt gestart. Taakgeheugenfuncties gebruiken [Taakgeheug]...
  • Pagina 169 Geavanceerde functies Een taakgeheugen hernoemen Druk op [Taakgeheug] in het scherm Voer een nieuwe naam in met de let- Functies. tertoetsen. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters scha- Druk op [Hernoemen]. kelen met [Klein] en [Hooftlet.]. p.157 LET OP: •...
  • Pagina 170 Geavanceerde functies Een taakgeheugen wissen Druk op [Taakgeheug] in het scherm Belangrijk!: Functies. • Controleer of dit de taakinstellingen zijn die u wilt verwijderen. • Wanneer het taakgeheugen is gewist, kan deze niet worden hersteld. Druk op [OK]. Druk op [Verwijd.]. Druk op [Sluit].
  • Pagina 171 Geavanceerde functies Vertrouwelijke documenten beschermen [Vertrouw.] Nadat het afdrukken is voltooid, blijft de master op de afdruktrommel en is gereed voor het afdrukken van een vol- gende serie kopieën. Als u vertrouwelijke documenten tegen ongeoorloofde duplicatie wilt beschermen, gebruikt u de vertrouwelijkheidsfunctie voor het verwijderen van de master na het afdrukken.
  • Pagina 172 Geavanceerde functies Druk op [OK]. De huidige master wordt verwijderd en er wordt een nieuwe master op de afdruktrommel inge- steld. Vertrouwelijke documenten beschermen [Vertrouw.]...
  • Pagina 173 Geavanceerde functies De reserveringsperiode verlengen [Reservering] Deze functie is van toepassing als de machine met computers is verbonden. Als de machine gedurende een bepaalde tijd niet actief is, wordt aangenomen dat de huidige taak voltooid is, ook als het afdrukken nog bezig is. Als iemand anders per ongeluk een andere taak op de computer start, wordt een nieuwe master gemaakt en de hui- dige verwijderd.
  • Pagina 174 Geavanceerde functies Inktverdeling [Inktverdeling] Inktverdeling voorkomt dat de machine de eerste paar kopieën met vage inkt gaat afdrukken nadat de afdruktrommel is vervangen of de machine gedurende een langere periode niet gebruikt is. Inktverdeling voorafgaand aan het maken van een master garandeert een gelijkmatige afdrukkwaliteit vanaf het begin. Belangrijk!: •...
  • Pagina 175 Geavanceerde functies Master reproduceren [Vernieuw] [Auto pag hernieuw.] De gegevens van de laatste keer dat een master is gemaakt, worden tijdelijk op de machine opgeslagen. Met deze gegevens kan een nieuwe master worden gemaakt zonder hetzelfde origineel opnieuw te scannen. Met de functie “Auto pag hernieuw.”...
  • Pagina 176 Geavanceerde functies Pagina vernieuwen gebruiken Druk op [Vernieuw] in het scherm Functies. Wanneer er slechts een afdruktrommel in de machine is geplaatst Het volgende scherm wordt weergegeven. De weergaveschermen voor tweekleurig en een- kleurig afdrukken zijn verschillend. Wanneer twee afdruktrommels in de machine zijn geplaatst LET OP: Het scherm voor het selecteren van de afdruk-...
  • Pagina 177 Geavanceerde functies Auto pag hernieuw. gebruiken Als u “Auto pag hernieuw.” wilt gebruiken, moet u deze functie eerst inschakelen in het scherm “Admin.”. Wanneer u “Auto pag hernieuw.” hebt ingeschakeld en “Auto pag hernieuw.” is ingesteld op “AAN”, kunt u “Auto pag hernieuw.”...
  • Pagina 178 Geavanceerde functies Het origineel vanaf de laatste pagina afdrukken [Uitvoer omkeren] Door de paginavolgorde van het origineel met een lengte van meerdere pagina's om te keren, worden originelen vanaf de laatste pagina afgedrukt. Uitvoervolgorde afdrukpapier bij 1-eenkleurig afdrukken Uitvoervolgorde afdrukpapier bij tweekleurig afdrukken Belangrijk!: •...
  • Pagina 179 Geavanceerde functies Kies de afdrukmode. Druk op Kies eenkleurig of tweekleurig afdrukken. LET OP: • Zie p.29 voor informatie over het selecteren van een afdrukmode. Plaats het origineel en het afdrukpa- pier. Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- nele ADF-eenheid.
  • Pagina 180 Geavanceerde functies Testen en afdrukken (met de optionele automatische documentinvoer) [ADF Semi-Auto] Als u de optionele ADF-eenheid hebt geïnstalleerd en de optie “Auto verwerking” gebruikt, wordt de volledige afdruk- taak automatisch uitgevoerd. U kunt in dat geval echter geen testkopie controleren of instellingen voor afzonderlijke masters wijzigen.
  • Pagina 181 Geavanceerde functies Controleer de testkopie. Wijzig indien nodig instellingen. Druk op De machine drukt het ingevoerde aantal exempla- ren af. De master voor het volgende origineel wordt gemaakt, de testkopie wordt afgedrukt, en de machine stopt opnieuw. Herhaal stap 5 en 6. Testen en afdrukken (met de optionele automatische documentinvoer) [ADF Semi-Auto]...
  • Pagina 182 Geavanceerde functies Scanzijdes selecteren wanneer de automatische documentinvoer DX-1 wordt gebruikt [Scanzijde -ADF] Wanneer originelen worden gescand met behulp van de automatische documentinvoer DX-1, zijn er drie opties voor de scanzijde: “Voorzijde”, “Achterkant” of “Duplex”. Belangrijk!: • Wanneer het origineel in de automatische documentinvoer DX-1 is geplaatst, kan de functie “Boekschaduw” niet worden gebruikt.
  • Pagina 183 Geavanceerde functies De verwerkingsvolgorde van het origineel en de uitvoer Het origineel dat in de automatische documentinvoer DX-1 is geplaatst, wordt gescand en afgedrukt vanaf de bovenkant. Voorzijde ->Enkelz • Bij eenkleurig afdrukken • Bij tweekleurig afdrukken Achterzijde -> Enkelz •...
  • Pagina 184 Geavanceerde functies Duplex -> Enkelzijdig Belangrijk!: • In “Programma; Multi-pagina-mode” wordt de eerste pagina van het origineel weergegeven als “Page01” in het instellingsscherm. bijv. Bij de optie “Achterzijde -> Enkelz” wordt de laatste pagina van het origineel weergegeven als “Pag01” in het instel- lingsscherm omdat het scannen vanaf de laatste (bovenste) pagina begint.
  • Pagina 185 Geavanceerde functies De scanzijde opgeven Druk op [Scanzijde -ADF] in het Druk op [OK]. scherm Functies. U keert terug naar het basisscherm nadat de “Scanzijde -ADF”-instellingen zijn geregistreerd. LET OP: • Om de huidige “Scanzijde -ADF”-instellingen te bevestigen, opent u het scherm “Scanzijde - ADF”...
  • Pagina 186 Geavanceerde functies Tip: Plaats het afdrukpapier met de afdrukzijde omlaag in de standaardinvoerlade. Duplex-originelen scannen voor handmatig duplex-afdrukken Bij de optionele automatische documentinvoer DX-1 kunnen de knoppen onder het scherm “Scanzijde -ADF” worden gebruikt om beide zij- den van een origineel te scannen en op beide zij- den van het papier af te drukken.
  • Pagina 187 Geavanceerde functies Origineel 180 graden draaien voor het maken van een master [Draaien] Wanneer u computergegevens afdrukt, kunt u het origineel dat u ontvangt van de computer 180 graden draaien voor het maken van een master. Wanneer deze functie wordt gebruikt voor de originele gegevens van een breed scala aangesloten kleuren aan de bovenkant, kunt u papierstoringen voorkomen.
  • Pagina 188 – Stel [Beheerniveau] in op [Volledige bevoegdheid] in Gebruikersbeheer. p.130 – Wanneer u via de computer afdrukt, gebruikt u “Afdrukken met id”. Zie de “handleiding van het RISO-printer- stuurprogramma” voor meer informatie. Gebruikerstellers controleren [ID-teller-rapport.]...
  • Pagina 189 Geavanceerde functies Tellerrapportage uitvoeren Druk op [ID-teller-rapport.] in het scherm Functies. Raak de toets aan van de gewenste output-methode. Het basisscherm wordt opnieuw weergegeven. Als de e-mailinstelling niet is ingesteld, is [E-mail] niet beschikbaar. Raadpleeg de dealer (of erkende reparateur) voor informatie over het instellen van e-mail.
  • Pagina 190 Geavanceerde functies Maandelijkse herinnering instellen Druk op [ID-teller-rapport.] in het LET OP: scherm Functies. • U kunt ook getallen invoeren met de afdrukaan- taltoetsen. • U kunt een datum instellen tussen 1 en 31. • Wanneer u de herinneringsdatum instelt tussen 29e-31e van een maand, en het aantal dagen van de maand is minder zoals in februari, wordt het herinneringsscherm op de laatste dag van...
  • Pagina 191 Geavanceerde functies Gebruiksgegevens weergeven [Tellerweergave] De machine kan de volgende informatie bijhouden en weergeven: • A4/Letter en kleiner (1Kleur/2Kleur): het totaal aantal afdrukken van A4-/Letter-formaat en kleiner dat is afgedrukt. • Groter dan A4/Letter (1Kleur/2Kleur): het totaal aantal afdrukken groter dan A4-/Letter-formaat dat is afgedrukt. •...
  • Pagina 192 Geavanceerde functies Sneltoetsen aanpassen [Mijn dir. toegang] Normaal gesproken zijn de functies weergegeven in het gebied van de sneltoetsen of op het basisscherm standaard al geregistreerd of aangepast door de beheerder. Wanneer echter Gebruikersbeheer is ingesteld, kan elke gebruiker de functies in het gebied van de sneltoetsen met “Mijn dir. toegang” registreren. De functies die kunnen worden weergegeven in het gebied van de sneltoetsen kunnen voor elke modus afzonderlijk worden geregistreerd (Master maken/Afdrukken/Scannen).
  • Pagina 193 Geavanceerde functies Kies een toets waaraan u een functie Druk op [OK]. wilt toewijzen. Het scherm Functies wordt opnieuw weergegeven. Als er al een functie aan de toets is toegewezen, wordt deze door de nieuwe functie vervangen. Selecteer de functie die u wilt toewij- zen.
  • Pagina 194 Vertoningspriorit. Mode Scherm/Tweekleurig/ Selecteren van het eerste scherm dat na het opstarten 1 Kleur/ 2 Kleur/ Scannen/Link wordt weergegeven. Mode* Opstartscherm Logo(RISO)/Logo(MZ)/Karakter Selecteren van een animatie die tijdens het opstarten wordt weergegeven. Displayinstelling Achtergrd:blauw/Wit [Display] Wijzigen van achtergrondkleur, dichtheid en Vertoningsdichtheid: helderheid van het aanraakscherm.
  • Pagina 195 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Beeldvorming Lijn/Foto/Duo (Regel en Foto)/ Wijzigen van de standaardinstelling voor de Potlood “beeldverwerking”. Scancontrast • Contrastbereik: Wijzigen van de standaardinstelling voor Lichter/Standard/Donkerder “Scancontrast”. • Contrast: 1, 2, 3, 4, 5, Auto Easy 2kleur UIT, Rode kleur, Handschrijven-- Gekozen functie in Easy 2kleur wordt weergegeven in 1, Handschrijven--2, Opgegeven het scherm Functies.
  • Pagina 196 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Uitgangsgidscontr. AAN, UIT Wijzigen van de standaardstand van de papieruitvoergeleider. Belangrijk!: • Deze optie is alleen beschikbaar als er een standaardinstelling voor speciaal papier is ingevoerd. Neem contact op met de leverancier (of erkende reparateur) als u de standaardinstelling wilt invoeren.
  • Pagina 197 • Wanneer de melding “Opstarten netwerkkaart” wordt weergegeven wanneer u op [Basis-IP- adresser.] drukt, drukt u op [Afbrek] en wacht u tot de RISO Network Card is opgestart (ongeveer 1 minuut) en probeert u het opnieuw. Marge-plus percent 90 tot 99%...
  • Pagina 198 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Energiespaarstand • Energiespaarstand Selecteren of slaapstand wordt ingeschakeld of de UIT/Auto-slaap/Auto-stroom machine wordt uitgeschakeld wanneer de machine gedurende een bepaalde periode niet actief is. • Wachttijd 1-60 mn (fabrieksinstelling is • UIT 5mn) “Energiespaarstand” is niet ingeschakeld. U zet de machine aan/uit met de stroomschakelaar.
  • Pagina 199 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Auto pag hernieuw. • Auto pag hernieuw. Instellen wanneer een nieuwe master moet worden UIT, AAN gemaakt. Wanneer het opgegeven aantal afdrukken is • Zelfvernieuwingspunt bereikt, wordt de gebruikte master automatisch 1-9999 afdrukken verwijderd en wordt een nieuwe master gemaakt. (fabrieksinstelling is 1000 U kunt ook het aantal testkopieën opgeven dat wordt afdrukken)
  • Pagina 200 Kop.info verversen 10-999 s Instellen hoe vaak de machine gegevens van (Fabrieksinstelling 15 seconden) gekoppelde printers ontvangt. Print kleuren Zie de RISO Editor User's Guide voor meer informatie. Pos gereedschbalk [Opmaker] Sub gereedschbalk Pagina oriëntatie * Deze functie kan alleen worden ingesteld wanneer de optie geïnstalleerd is.
  • Pagina 201 Geavanceerde functies Standaardinstellingen aanpassen U kunt de standaardinstellingen wijzigen als de machine niet actief is. Controleer of er geen wachtende of huidige afdruktaken zijn. LET OP: • Wanneer de beheerder in Gebruikersbeheer is geregistreerd, kan alleen de beheerder de [Admin.]-instellingen wij- zigen.
  • Pagina 202 Geavanceerde functies Wijzig de instellingen. Sommige functies hebben aparte instellings- schermen, andere niet. Er zijn verschillende manieren voor het instellen van waarden. In de onderstaande voorbeelden worden de verschil- lende manieren voor het instellen van waarden beschreven. Geen afzonderlijk instellingsscherm (2 of meer keuzeopties) Druk op de functienaamtoets voor het wijzigen van de waarde die rechts van de toets wordt...
  • Pagina 203 Geavanceerde functies Afzonderlijk instellingsscherm Afzonderlijk instellingsscherm beschikbaar beschikbaar Getalstijl Tekstinvoerstijl Druk op voor het verhogen/verlagen De naam kan worden ingevoerd nadat op de van de waarde. toets met de naam wordt gedrukt. U kunt getallen invoeren met de afdrukaantal- Druk op de toets en het scherm Hernoemen toetsen.
  • Pagina 204 Geavanceerde functies Afzonderlijk instellingsscherm beschikbaar Stijl voor specificeren gegevens Er wordt een scherm weergegeven waarin u de opgeslagen gegevens kunt specificeren. p.220 voor informatie over het specifice- ren van gegevens. NewsLetter.doc 25/04/10 Fax-cover.doc 25/04/10 Newsletter.doc 25/04/10 25/04/10 Images.doc Druk op [OK]. Ga naar stap 6 als er geen afzonderlijk instellings- scherm is.
  • Pagina 205 Geavanceerde functies Sneltoetsengebied en tabblad Selecties instellen [Invoer DirectToeg.] [Invoer selecties] U kunt veelgebruikte functies van elke mode aan de “sneltoetsen” in het basisscherm toevoegen of aan het scherm “Selecties”. Hierdoor kunt u snel wijzigingen doorvoeren en hebt u direct toegang tot de instellingsschermen van de functies, zodat u niet in een lange lijst met functies hoeft te zoeken.
  • Pagina 206 Geavanceerde functies In de volgende stappen worden de registratie op Invoer DirectToeg. en Invoer selecties tegelijkertijd uitgelegd. Druk op [Invoer DirectToeg.] of Selecteer de functie die u wilt toewij- [Invoer selecties] in het scherm zen. Admin.. LET OP: • Druk indien nodig op om meer Selecteer een modetabblad voor het functies weer te geven.
  • Pagina 207 Geavanceerde functies Aangepaste papierformaten registreren [Aangep. papierdata] Afwijkende papierformaten moet u vooraf in het geheugen invoeren. Nadat u een papierformaat in het geheugen hebt opgeslagen, kunt u dit oproepen met de toets [Papier] in het masteraanmaakbasisscherm. U kunt maximaal 30 verschillende formaten invoeren. Eerder opgeslagen formaten kunt u wijzigen of verwijderen. U kunt papierformaten tussen 100 mm ×...
  • Pagina 208 Geavanceerde functies Voer het papierformaat in. Druk op [OK] als u klaar bent. LET OP: • Als u een naam wilt wijzigen, herhaalt u de pro- cedure vanaf 8. Bevestig de naam en druk op [Sluit]. Het scherm Admin. wordt opnieuw weergegeven. Het papierformaat is bijgewerkt.
  • Pagina 209 Geavanceerde functies Aangepaste papierformaten verwijderen Druk voor elke mode op [Admin.] in Druk op [Verwijd.]. het basisscherm. Selecteer het papierformaat dat u Druk op [OK]. wilt verwijderen. Druk op [OK]. Druk op [Aangep. papierdata] in het scherm Admin.. Het scherm Aangep. papierdata wordt opnieuw weergegeven.
  • Pagina 210 Geavanceerde functies Masters veilig bewaren na afdrukken [Beschermen] Wanneer het afdrukken is voltooid, blijft de master op de afdruktrommel. Als u vertrouwelijke documenten tegen ongeoorloofde duplicatie wilt beschermen, gebruikt u de vertrouwelijkheidsfunctie voor het verwijderen van de mas- ter na het afdrukken. (bijvoorbeeld “Vertrouw.” functie) Gebruikte masters worden in de masterafvalbak opgevangen.
  • Pagina 211 Geavanceerde functies Voorkomen dat onbevoegden de master gebruiken na creatie of verwijderen Beveiligingsinstelling inschakelen Druk voor elke mode op [Admin.] in Druk op [Beschermen]. het basisscherm. “Beschermen” staat in de stand AAN. LET OP: Druk op [OK]. • Wanneer “Beschermen” is ingesteld op “AAN”, wordt “Energiespaarstand”...
  • Pagina 212 Geavanceerde functies Wanneer “Beschermen” in de stand AAN staat: Het volgende scherm wordt na het afdrukken weerge- geven. Druk op [OK] of [Afbrek]. [OK]: de master op de afdruktrommel wordt verwijderd. [Afbrek]: selecteer deze toets wanneer u de master niet wilt verwijderen of door wilt gaan met afdrukken. LET OP: •...
  • Pagina 213 Geavanceerde functies Annuleer de instelling “Beschermen”: Alleen de beheerder kan de instelling “Beschermen” annuleren. Druk voor elke mode op [Admin.] in Druk op [Beschermen]. het basisscherm. Nadat “Even wachten a.u.b.” is weergegeven, wordt de instelling “Beschermen” geannuleerd. Druk op [OK]. Wanneer het herkenningsscherm wordt weerge- geven, voert u het bericht op het scherm uit.
  • Pagina 214 • Origineeldata opslaan die zijn gemaakt op een computer. Hier leggen we de wijze uit waarop data van papieren originelen worden opgeslagen en hoe u opgeslagen origineel- data kunt afdrukken. Raadpleeg de “handleiding van het RISO-printerstuurprogramma” voor informatie over het opslaan van data gemaakt op een computer. Opslaan...
  • Pagina 215 • Om namen van mappen in het USB-flash-geheugen te wijzigen, gebruikt u de “RISO Utility Software” (RISO USB PRINT MANAGER) op de geleverde cd-rom met software. (Wanneer u namen van mappen via de Verkenner wij- zigt, worden deze niet door de machine herkend.) Raadpleeg voor meer informatie “Gebruikershandleiding RISO Utility Software”...
  • Pagina 216 Deze functie voorkomt tevens dat documenten in de loop van de tijd verloren of beschadigd raken. Belangrijk!: • De opslagfunctie is niet beschikbaar in de machine die voorzien is van de optionele RISO IS300-regelaar. De gegevens die in de scanmode zijn gescand, worden in de IS300 opgeslagen.
  • Pagina 217 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Een papieren origineel scannen Plaats het origineel. Vereiste functies instellen. Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- Stel de vereiste functies in voor het scannen van nele ADF-eenheid. het origineel. Voor het plaatsen van het origineel raadpleegt u LET OP: p.42.
  • Pagina 218 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Druk op [Twee kleuren]. Druk op [OK]. De kleur die voor het origineel is opgegeven, wordt bevestigd en het basisscherm voor scannen wordt opnieuw weergegeven. LET OP: • De pagina na de gegevens van het te scan- nen origineel en de te gebruiken afdruk- trommel worden weergegeven in het meldingengebied.
  • Pagina 219 USB-aansluiting. LET OP: • Wanneer de machine uitgerust is met de optio- nele RISO-regelaar IS300, kunt u niet opgeven waar de gegevens worden opgeslagen. Raak het invoervak voor de directory aan. Het scherm Hernoemen wordt weergegeven.
  • Pagina 220 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Tip: Druk op [ID-afdruk] of [Non-ID-afdruk]. [ID-afdruk] en [Non-ID-afdruk] worden Naam van de eigenaar wijzigen alleen weergegeven wanneer “Beheerni- Druk op [Hernoemen] in het scherm Eige- veau” is ingesteld op “Volledige bevoegd- naar. heid”. Raak de map aan om de gegevens op te slaan.
  • Pagina 221 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Opslagformaat specificeren Geef het formaat op waarin het gescande origineel moet worden opgeslagen. Het formaat moet worden ingesteld wanneer: • u de originelen op de glasplaat plaatst • u originelen met een speciaal formaat in de optionele ADF-eenheid plaatst •...
  • Pagina 222 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Opslaggegevens opzoeken en afdrukken [Opslaggeheugen] [USB-Takenlijst] Opgeslagen gegevens ophalen en afdrukken. Opslaggegevens opzoeken Wanneer u de USB-flash-geheugengegevens wilt ophalen, sluit u vooraf het USB-flash-geheugen aan op de USB- aansluiting. Voor informatie over het afdrukken van USB-flash-geheugengegevens, raadpleegt u p.33 “Computer- gegevens afdrukken”.
  • Pagina 223 Raak de data aan die u wilt afdruk- Druk op [Opzoeken]. ken. De gegevens worden opgezocht en het basis- scherm voor opslag wordt weergegeven. NewsLetter.doc NewsLetter.doc 25/04/10 RISO Fax-cover.doc 25/04/10 25/04/10 19:04 Newsletter.doc 25/04/10 Images.doc 25/04/10 Wanneer u gegevens selecteert die in een andere map zijn opgeslagen, drukt u eerst op het tabblad van die map.
  • Pagina 224 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Gegevensvolgorde wijzigen U kunt de volgorde veranderen van de opslaggegevens die worden weergegeven in het scherm Opslagselectie scherm /USB-Takenlijst. LET OP: • De standaardinstelling is “Datum Aflopend”. Druk op [Display]. Druk op [OK]. Hiermee keert u terug naar het scherm Opslagse- LET OP: lectie (scherm USB-Takenlijst).
  • Pagina 225 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Het scherm Opslag ophalen /USB-Takenlijstgebruiken Hieronder worden de verschillende delen beschreven van het scherm Opslag ophalen/USB-Takenlijst. We geven hier een voorbeeld van het scherm Opslag ophalen. NewsLetter RISO 25/04/10 19:04 Voor iedere pagina wordt een voorbeeld Kop/Verpl weergegeven.
  • Pagina 226 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Opslaggegevens als extra laag afdrukken [Overlay] Wanneer eenkleurig afdrukken wordt uitgevoerd, kunt u de opgeslagen gegevens als een overlay over een papieren origineel plaatsen. Belangrijk!: • Om deze functie te kunnen gebruiken, hebt u de optionele documentopslagkaart DM-128CF of het USB-flash- geheugen nodig.
  • Pagina 227 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Kies de opgeslagen gegevens voor Druk op [Opzoeken]. de overlay. FAX-cover.doc RISO 25/04/10 19:04 NewsLetter.doc 25/04/10 Fax-cover.doc 25/04/10 Newsletter.doc 25/04/10 Images.doc 25/04/10 “Overlay” is ingesteld en het scherm Functies wordt opnieuw weergegeven. Voor informatie over het selecteren van gege- vens, raadpleegt u stappen 3 en 4 in “Opslagge-...
  • Pagina 228 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Tip: Opslaggegevens als overlay plaatsen Voor het afdrukken van de extra laag wordt het formaat van de opgeslagen gegevens gebruikt. U kunt het formaat niet vergroten/verkleinen zodat deze overeenkomt met het origineel of het papierformaat. De opgeslagen gegevens worden als extra laag afgedrukt nadat deze boven aan het origineel zijn gecentreerd. De positie van de extra afdruklaag kan niet worden aangepast.
  • Pagina 229 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel] Bij tweekleurig afdrukken kunt u een master maken van het papieren origineel op afdruktrommel 1 en een master van de opgeslagen gegevens op afdruktrommel 2, zodat er in twee kleuren wordt afgedrukt. Als u bijvoorbeeld gegevens voor een bedrijfslogo specificeert, kunnen die gegevens in kleur op opeenvolgende pagina's worden afgedrukt.
  • Pagina 230 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Een Stempelgegevens registreren om in te voegen Bij “Stempel” worden de gegevens gebruikt die geregistreerd zijn in de gegevens voor “Stempel”. Sla vooraf het te gebruiken origineel op voor de stempel in “Opslaggeheugen” en registreer de te gebruiken gege- vens uit de opgeslagen gegevens voor de stempel.
  • Pagina 231 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Selecteer de opgeslagen gegevens Druk op [Opzoeken]. die u wilt gebruiken als [Stempel]. FAX-cover.doc RISO 25/04/10 19:04 EntrySheet.doc 25/04/10 Fax-cover.doc 25/04/10 Newsletter.doc 25/04/10 Images.doc 25/04/10 Het scherm Stempelgegevens wordt weergegeven. LET OP: Druk op [Sluit]. • Zie p.220 voor meer informatie over het...
  • Pagina 232 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Druk op [Sluit]. Het scherm Admin. wordt opnieuw weergegeven. Druk op Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel]...
  • Pagina 233 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode De Stempelgegevens hernoemen Druk op [Stempelgegevens] in het Raak de knop aan om de naam te wij- scherm Admin.. zigen. p.192 voor informatie over het gebruik van het scherm Admin.. Grijze toetsen zijn niet beschikbaar (er is nog geen Stempelgegevens voor geregistreerd).
  • Pagina 234 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Wanneer u alle tekens hebt inge- voerd, raakt u [OK] aan. De ingevoerde naam is geregistreerd en het scherm Stempelgegevens wordt opnieuw weer- gegeven. Druk op [Sluit]. Het scherm Admin. wordt opnieuw weergegeven. Druk op Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel]...
  • Pagina 235 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Tweekleurig afdrukken met [Stempel] Kies vooraf tweekleurig afdrukken. Plaats een origineel en plaats papier. Stel de afdrukfuncties in. Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio- U kunt de afdrukfuncties naar wens aanpassen. nele ADF-eenheid. LET OP: Voor het plaatsen van het origineel raadpleegt u •...
  • Pagina 236 Admin.. Het scherm Stempelgegevens wordt weergege- ven. Het scherm Stempelgegevens wordt weergege- ven. Druk op [Verander gegevens]. Druk op [Wijzig]. FAX-cover.doc RISO 25/04/10 19:04 Selecteer de opgeslagen gegevens die u wilt gebruiken als de nieuwe Stempelgegevens. EntrySheet.doc 25/04/10 Fax-cover.doc 25/04/10 Newsletter.doc...
  • Pagina 237 Opslagselectie. • Gegevens met ID-afdruk-instelling kunnen niet worden gekozen. Bevestig de opgeslagen gegevens. EntrySheet.doc RISO 25/04/10 19:04 Controleer de miniatuurafbeelding om er zeker van te zijn dat dit de gegevens zijn die u wilt opha- len.
  • Pagina 238 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Een Stempelgegevens wissen Druk op [Stempelgegevens] in het Druk op [Annuleer]. scherm Admin.. p.192 voor informatie over het gebruik van het scherm Admin.. RISO FAX-cover.doc 25/04/10 19:04 Druk op [OK]. Het scherm Stempelgegevens wordt weergege- ven. Druk op [Verwijd.].
  • Pagina 239 • Gegevens kunnen niet worden gekopieerd/verplaatst in het opslaggeheugen of het USB-flash-geheugen zelf. • De origineelgegevens opgeslagen in het USB-flash-geheugen kunnen worden georganiseerd of beheerd via een computer met behulp van de “RISO Utility Software” (RISO USB PRINT MANAGER) op de geleverde cd-rom. Raadpleeg voor meer informatie “Gebruikershandleiding RISO Utility Software” (cd-rom).
  • Pagina 240 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Druk op [Kopieer naar] of [Verplaats naar]. Raak de toets van de doelmap aan waarnaar u de gegevens wilt kopië- ren of verplaatsen. Druk op [OK]. De gegevens zijn gekopieerd/verplaatst en de geselecteerde doelmap wordt weergegeven. Belangrijk!: •...
  • Pagina 241 Origineeldata opslaan en gebruikersmethode Opslaggegevens kopiëren/verplaatsen...
  • Pagina 242 Er zijn twee speciale afdrukfuncties voor automatische koppeling en de koppelingsmode beschikbaar. Belangrijk!: • Voor het aansluiten van de machine op gekoppelde printers hebt u het optionele RISO Network Card nodig. Automatische koppeling (Deze functie is niet beschikbaar voor MZ1090U/890U.) Met deze functie selecteert u automatisch het uitvoerapparaat (de machine of een gekoppelde printer) aan de hand van een vooraf ingesteld afdrukaantal (Kopp.vrij volume).
  • Pagina 243 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Koppelingsmode Het origineel wordt op de machine gescand en op de gekoppelde printer afgedrukt. U kunt speciale functies van de gekoppelde printer gebruiken, zoals dubbelzijdig afdrukken. Afdrukfuncties voor het gebruik van gekoppelde printers...
  • Pagina 244 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gekoppelde printers instellen [Koppeleigensch.] Als u een gekoppelde printer in gebruik wilt nemen, moet u de gegevens hiervan op de machine invoeren. “Koppeleigensch.” worden hieronder uitgelegd. Zie “Link Mode” ( p.198) voor meer informatie over koppelingsmode en andere Admin.-instellingen. Belangrijk!: •...
  • Pagina 245 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gekoppelde printers instellen Druk op [Link Mode] in het scherm Selecteer de toets voor het invoeren Admin.. van informatie. LET OP: Druk op [Koppeleigensch.]. • Druk op voor het weergeven van andere functies die niet op het scherm worden weergegeven.
  • Pagina 246 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Lijst instellingen gekoppelde printer : standaardinstelling (fabrieksinstelling) Functies Beschrijving Invoeren Printernaam Voer een naam in voor de gekoppelde printer. LET OP: • De naam die u invoert, wordt op het scherm Koppelingsmode weergegeven. Voer een nieuwe naam in met de lettertoetsen.
  • Pagina 247 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Functies Beschrijving Invoeren Lades totaal 0-99 Voer het totaal aantal lades naast de standaardlade in. Belangrijk!: • Als het aantal minder is dan het aantal lades dat in andere opties is ingesteld, worden de andere opties uitgeschakeld.
  • Pagina 248 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Functies Beschrijving Invoeren Perforeren UIT: perforeren niet Schakel “Perforeren” AAN in als het apparaat mogelijk. deze mogelijkheid biedt. AAN: perforeren Voer tevens het ladenummer in dat voor de mogelijk. functie “Perforeren” wordt gebruikt. Nummer gebruikte lade.
  • Pagina 249 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gescande originelen op gekoppelde printers afdrukken [Link Mode] De mode waarmee u originelen op de machine scant en op een gekoppelde printer afdrukt, wordt “Link Mode” genoemd. In de Link Mode wordt het origineel onafhankelijk van het afdrukaantal op de gekoppelde printer afgedrukt. Plaats het origineel.
  • Pagina 250 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Tip: • Boekschaduw ( p.92) Als meerdere gekoppelde printers op het net- • Marge boven ( p.94) werk zijn aangesloten • Voorbeeld ( p.109) • Overlay ( p.224) Als er meerdere gekoppelde printers op het net- werk zijn aangesloten, kunt u het gewenste uit- LET OP: voerapparaat selecteren.
  • Pagina 251 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Optionele functies op gekoppelde printers gebruiken Hieronder worden de stappen voor het instellen van optionele functies weergegeven. Deze zijn beschikbaar als de gekop- pelde printer is uitgebreid met extra opties, zoals een sorteermachine of een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. LET OP: •...
  • Pagina 252 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Configureerbare functies : standaardinstelling (fabrieksinstelling) Gerelateerde Admin.- Functies Beschrijving Schermen en stappen instellingen Tellerweergave Weergave van het aantal afgedrukte exemplaren voor elke gekoppelde printer die door de machine is herkend. Postbus Lade 1 tot n (waarbij n Lades totaal: Selectie van een het totaal aantal lades is...
  • Pagina 253 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gerelateerde Admin.- Functies Beschrijving Schermen en stappen instellingen Uitvoer omkeren AAN/UIT Uitvoer omkeren: Instellen van een functie Alleen beschikbaar als voor het omkeren van de de optie “Uitvoer afdrukvolgorde van omkeren” in stand AAN originelen die zijn gescand staat.
  • Pagina 254 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gerelateerde Admin.- Functies Beschrijving Schermen en stappen instellingen Duplex • Wanneer de • Wanneer de automatische documentinvoer AF-VI:II Afdrukken op beide kanten automatische geïnstalleerd is van het papier. documentinvoer AF- Verschillende schermen VI:II geïnstalleerd is en stappen zijn van UIT/Lange kant/Korte...
  • Pagina 255 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Dubbelzijdig afdrukken [Duplex] Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk als een optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken op een gekoppelde printer aanwezig is. LET OP: • De instellingen voor “Duplex” kunt u configureren in de schermen voor de functies master maken of afdrukken. Er wordt op gekoppelde printers afgedrukt aan de hand van de instellingen in deze schermen.
  • Pagina 256 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Belangrijk!: Selecteer de benodigde afdrukfunc- ties. • Deze stap is alleen nodig als u de ADF gebruikt. Ga verder met stap 4. U kunt kiezen uit de volgende functies: • Afbeelding ( p.64) Druk op [OK].
  • Pagina 257 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt De glasplaat gebruiken Plaats het eerste document op de glasplaat, wacht tot de melding “<Duplexbewerking voor gekoppelde printer> Omkeerpagina Scan-> START / Simplex->STOP” niet meer wordt weergegeven, plaats vervolgens het tweede origineel en druk op de toets Nadat de gegevens voor beide kanten van het papier zijn verzonden, wordt op de gekoppelde printer het ingestelde aantal exemplaren afge-...
  • Pagina 258 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Indien voorzien van de automatische documentinvoer DX-1 Duplex-originelen kunnen worden gescand wanneer de machine is uitgerust met de optionele automatische docu- mentinvoer DX-1. Plaatsen/Paginarichting van het origineel en de bijbehorende uitvoer Instelrichting: richting van het origineel wanneer het geplaatst wordt, zoals gezien vanaf de voorkant van de machine. Paginarichting: Bindrichting van het origineel (of uitvoer) Knoppictogrammen op het scherm geven de richting aan waarin het origineel is geplaatst.
  • Pagina 259 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Druk op [Duplex] in het scherm Stel “Instelrichting” en “Paginarich- Functies. ting” in. Raak [Enkelzijdig -> Duplex] of Druk op [OK]. [Duplex -> Enkelzijdig] of [Duplex -> Duplex] aan. LET OP: LET OP: •...
  • Pagina 260 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Belangrijk!: • Boekschaduw ( p.92) • Marge boven ( p.94) • Nadat het eerste origineel is gescand, plaatst u het tweede origineel binnen de wachtperiode • Voorbeeld ( p.109) die vooraf in het scherm Admin. ( p.198) is •...
  • Pagina 261 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Tip: Duplex-originelen afdrukken op een zijde van het papier Wanneer de machine uitgerust is met de optionele automatische documentinvoer DX-1, kunnen beide zijden van een origineel duplex-document op een zijde van het uitvoerpapier worden afge- drukt.
  • Pagina 262 Verbruiksgoederen vervangen Resterende hoeveelheid verbruiksgoederen controleren De machine controleert hoeveel inkt, master en ruimte in de afvalbak over is, en geeft dit weer. LET OP: • Het rapport wordt niet weergegeven als het controleren mislukt. • De gerapporteerde hoeveelheid is alleen ter referentie en kan enigszins afwijken van de werkelijke hoeveelheid. Druk op [i Info] in het basisscherm.
  • Pagina 263 Verbruiksgoederen vervangen Tip: Informatietoets Het pictogram op de informatietoets geeft de huidige toestand weer van de verbruiksgoederen zoals deze door de machine is gedetecteerd. Het pictogram verandert afhankelijk van de informa- tie die over de verbruiksgoederen wordt verkregen. • Als de informatie correct is verkregen: (normaal weergegeven).
  • Pagina 264 Als de masterrol op is, wordt er een bericht weergegeven en stopt de machine. Plaats een nieuwe masterrol. Belangrijk!: • Voor de masterrol wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. p.272 • Laat de machine aanstaan terwijl u de master vervangt.
  • Pagina 265 Verbruiksgoederen vervangen Open de masterrolhouder. Belangrijk!: • Zorg ervoor dat u het gedeelte niet bescha- digt tijdens het verwijderen van het krimpfolie. Als het gedeelte verbogen is of als de perfo- ratie doorgesneden is, is de master onbruik- baar. • Verwijder de tape nog niet. Sluit de houder van de masterrol.
  • Pagina 266 Verbruiksgoederen vervangen Tip: Als u de master niet kunt plaatsen Plaats de voorkant van de master door middel van de volgende stappen. Til de mastergeleider op Draai de draaiknop op de rand van de mas- tergeleider naar achteren en til de geleider Trek de master naar buiten tot de lijn die door de pijl wordt aangegeven.
  • Pagina 267 • Er kan inkt zijn achtergebleven in het gebied rond de afdruktrommel. Kijk uit dat u uw handen of kleren niet bevuilt. • Was direct met zeep als u inkt op uw handen krijgt. Belangrijk!: • Voor de inktcartridge wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. p.272 • Laat de machine aanstaan terwijl u de inktcartridge vervangt.
  • Pagina 268 Verbruiksgoederen vervangen LET OP: Sluit de voorklep. • U kunt het deksel van de inktpatroon opbergen aan de rechterzijde van de glasplaat. Plaats de nieuwe inktcartridge. Lijn de pijl op de inktpatroon uit met de markering op de afdruktrommeleenheid en druk de inkt- patroon zover mogelijk in de houder.
  • Pagina 269 Verbruiksgoederen vervangen De masterafvalbak leegmaken Gebruikte masters worden in de masterafvalbak opgevangen. Als de masterafvalbak vol raakt, wordt er een bericht weergegeven en stopt de machine. Verwijder de gebruikte masters. Voorzichtig: • Was direct met zeep als u inkt op uw handen krijgt. Belangrijk!: •...
  • Pagina 270 Verbruiksgoederen vervangen Verwijder de uitgevoerde masters. Kantel de masterafvalbak naar voren en gooi de gebruikte master direct in de afvalbak (of zak) door de uitduwhendel vast te pakken. Plaats de masterafvalbak terug. Duw de masterafvalbak zo ver mogelijk naar bin- nen.
  • Pagina 271 Verbruiksgoederen vervangen Afdruktrommel vervangen (Kleuren wisselen) Als u de afdruktrommel door een kleurenafdruktrommel en afdruktrommel vervangt om de kleur te wijzigen of als u vastgelopen papier verwijdert, volgt u de stappen voor het verwijderen van de afdruktrommel. Gebruik een kleuren- afdruktrommel die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd.
  • Pagina 272 Verbruiksgoederen vervangen Verwijder de trommel. Til de afdruktrommel met beide handen rechtop van de rails. Ga verder met het vervangen van de afdruktrom- mel of het verwijderen van het vastgelopen papier. Belangrijk!: • Raak de connector op de afdruktrommel niet aan.
  • Pagina 273 Verbruiksgoederen vervangen De afdruktrommel plaatsen Plaats de afdruktrommel op de rails. Belangrijk!: • Pak de hendel van de afdruktrommel niet vast als u de trommel in de machine drukt. Lijn de markering op de afdruktrommel uit met de markering op de geleider en plaats de afdruktrommel horizontaal op de geleider.
  • Pagina 274 Verbruiksgoederen vervangen Weggooien van lege verbruiksgoederen Verwijder verbruikte inktpatroons, masterkernen en uitgevoerde masters overeenkomstig de plaatselijke wetgeving voor afvalverwijdering. Scheid indien nodig specifieke onderdelen volgens de onderstaande procedures, zodat deze correct kunnen worden afgevoerd. inktpatroon Verwijder het etiket (inclusief metaal) bij de pijl van de opening van de inktcartridge en voer deze gescheiden af. Pas op: achtergebleven inkt op de opening van de inktpatroon kan vlekken veroorzaken.
  • Pagina 275 Verbruiksgoederen vervangen Verwijderde master Onderdelen Materialen Mastermateriaal Plastic, Japans papier Inktmateriaal Sojaolie, koolwaterstof (petroleum), water, pigmentkleurstof LET OP: • De inkt is gemaakt van koolwaterstoffen. Bij volledige verbranding komen alleen water en kooldioxide vrij. Weggooien van lege verbruiksgoederen...
  • Pagina 276 • Kijk uit voor de randen van metalen onderdelen, deze kunnen letsel veroorzaken. • Breng geen veranderingen aan de machine aan en verwijder geen onderdelen. • Riso noch diens leverancier is verantwoordelijk voor onderhoud dat wordt uitgevoerd door personeel dat niet door Riso is geautoriseerd.
  • Pagina 277 Onderhoud Thermische printerkop Reinig de printerkop telkens als u de masterrol vervangt. Open de klep van de mastereenheid en veeg de printerkop achterin de eenheid enkele malen voorzichtig af met een zachte doek of tissue. Belangrijk!: • De thermische printerkop is zeer gevoelig. Vermijd stoten of krassen met harde voorwerpen. •...
  • Pagina 278 Onderhoud Scanglas en wit blad van de optionele automatische documentinvoer (ADF) Neem het scanglas en het witte blad enkele malen voorzichtig af met een zachte doek of tissue. LET OP: • De glasplaat is zeer gevoelig. Vermijd stoten of krassen met harde voorwerpen. Voor de automatische documentinvoer AF-VI:II Schoonmaken terwijl u de witte rol ronddraait.
  • Pagina 279 Onderhoud Drukrol Als de drukrol die het afdrukpapier tegen de trommel drukt vuil is, kan dit strepen op de achterkant van de kopieën veroorzaken. Als dit gebeurt, veegt u de drukrol voorzichtig af met een zachte doek die met alcohol is bevochtigd. Raadpleeg p.269 voor informatie over het verwijderen van de trommel.
  • Pagina 280 Onderhoud Buitenkant printer Veeg de gehele printer regelmatig voorzichtig af met een zachte doek, zodat de buitenkant niet vuil wordt. Vraag uw erkende reparateur om advies als u hierbij een schoonmaakmiddel wilt gebruiken. Belangrijk!: • De buitenkant van de machine is van plastic. Gebruik daarom voor reiniging nooit alcohol of oplosmiddelen. •...
  • Pagina 281 Onderhoud Schoonmaken...
  • Pagina 282 Probleemoplossing Als er een melding wordt weergegeven Wanneer de machine stopt en een melding weergeeft, gebruikt u de onderstaande informatie om de oorzaak te bepalen en voert u de benodigde handelingen uit. Opmaak foutmeldingen Er worden een melding en een foutoplossingsafbeelding weergegeven die bij het meldingstype horen en die aange- ven hoe u het probleem kunt oplossen.
  • Pagina 283 Probleemoplossing T00-000: Onderhoudsfouten Patroon Mogelijke oorzaak Handeling !!Batterij leeg!! De batterij is bijna leeg of leeg. Neem contact op met de dealer (of Servicedienst bellen erkende reparateur) en laat de batterij vervangen. Druk op als u de foutweergave wilt wissen. !!Systemfout!! Er is een systeemfout Druk op...
  • Pagina 284 Probleemoplossing Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Master niet in positie aangebracht De master is niet goed Trek de mastereenheid uit en plaats de Masterinvoerrand in masterinvoer geplaatst of ontbreekt. master opnieuw. aanbrengen en master- p.262 aanmakenunit Belangrijk!: sluiten • Als de voorkant van de master gekreukeld of kapot is, snijdt u de rand recht en plaatst u de master.
  • Pagina 285 Probleemoplossing B00-000: Fouten in optionele apparatuur Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Identificatie onmogelijk • Iets anders dan het USB- Sluit een USB-flash-geheugen voor deze flash-geheugen is op de USB- machine aan. aansluiting aangesloten. p.12 • Er is een defect USB-flash- geheugen op de USB- aansluiting aangesloten.
  • Pagina 286 Probleemoplossing C00-000:Fout in verbruiksgoederen Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Papier aanvullen Geen afdrukpapier in de Plaats papier in de invoerlade. papierinvoerlade. p.38 Master afvalbak 1 en 2 De masterafvalbak is vol. Leeg de masterafvalbak. zijn vol Leeg master Zie “ De masterafvalbak leegmaken” afvalbak p.267 Masterafvalbak is vol...
  • Pagina 287 Vervang inktpatroon p.265 of contacteer dealer/Riso kantoor Belangrijk!: • Gebruik de inktpatroon die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd. Als u dit niet doet, kan dit problemen veroorzaken of de machine beschadigen.
  • Pagina 288 Vervang master rol Belangrijk!: of contacteer dealer/Riso kantoor • Gebruik een masterrol die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd. Als u dit niet doet, kan dit problemen veroorzaken of de machine beschadigen.
  • Pagina 289 Probleemoplossing J00-000:Papierstoring Wordt weergegeven als het origineel of het afdrukpapier in de machine, de optionele ADF-eenheid of de sorter is vastgelopen. De plaats waar het papier is vastgelopen, wordt in de afbeelding door een knipperend pictogram ( ) aangegeven. Kijk in de onder- staande tabel ( ) en los het probleem op zoals aangegeven.
  • Pagina 290 Probleemoplossing Aangegeven/ Mogelijke oorzaak Handeling knipperend gebied Voor de automatische Het origineel is vastgelopen in de optionele ADF-eenheid. documentinvoer DX-1 Belangrijk!: • Zorg dat u de rol in de eenheid niet aanraakt. Dat kan vlekken op het origineel of een papierstoring veroorzaken. Originelen verwijderen die in de documentinvoer zijn vastgelopen Open de ADF-deksel (...
  • Pagina 291 Probleemoplossing Aangegeven/ Mogelijke oorzaak Handeling knipperend gebied Voor de automatische Het origineel is vastgelopen in de optionele ADF-eenheid. documentinvoer DX-1 Originelen verwijderen die in de duplexdocumentdoorvoer zijn vastgelopen Open de ADF-deksel ( ) en breng de documentlade omhoog, zoals afgebeeld ( Trek het origineel eruit ( Originelen verwijderen die in de originelenontvangsteenheid zijn...
  • Pagina 292 Probleemoplossing Aangegeven/ Mogelijke oorzaak Handeling knipperend gebied Het papier is niet goed uitgevoerd. Controleer de papieruitvoer op vastgelopen papier. Druk op [OK]. LET OP: • Als u speciaal papier gebruikt, stelt u de papierordener van de geleiders van de uitvoerlade in op de eigenschappen van het papier.
  • Pagina 293 Probleemoplossing Opmaak popupmeldingen Popupmeldingen geven diverse operationele statussen aan. Bij sommige popupmeldingen kunt u gewoon doorwerken, maar voor andere moet u afhankelijk van de context ingrij- pen voordat u kunt verdergaan. Foutnummer Een referentieletter (E/F) en een nummer. Popupmeldingen Inhoud van de melding. Foutnummer Fouttypen Beschrijving...
  • Pagina 294 Probleemoplossing F00-000: Waarschuwing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen Bezig met het ophalen van (Symptoom) Druk op [Sluit] om de popupmelding te configuratiegegevens van De machine is bezig met het ophalen wissen en terug te gaan naar het vorige de aangesloten printer van informatie over de gekoppelde scherm.
  • Pagina 295 Sluit stellageklep (Symptoom) Wanneer de glasplaatdeksel gesloten De glasplaat is geopend tijdens een si, wordt de waarschuwing gewist. Indien origineel beweegt bewerkingsproces met de functie RISO Druk op [Sluit]. is het mogelijk dat u niet Editor. (U kunt ook op drukken.)
  • Pagina 296 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen Eén van beide masters (Symptoom) • Bij afdrukken op de machine is gemaakt Een van de masters op afdruktrommel 1 Druk op [Vervolgen]. in inktbesparingsproces of afdruktrommel 2 is gemaakt in de (U kunt ook afdrukken met Tweekleurig printen “Inktbesparing”-mode, terwijl de andere •...
  • Pagina 297 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen !! Geen auto-reproductie (Symptoom) • Instelling “Formaat” wijzigen; afmetingselectie met Met het formaat van het geplaatste Druk op [Formaatinstel.]. deze combinatie van origineel- en afdrukpapier kan auto- • Als u de afdruktaak stopt origineel enpapier !! reproductie niet worden uitgevoerd.
  • Pagina 298 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen Origineel formaat overtreft (Symptoom) • Instelling “Orig. formaat” wijzigen; Multi-Op-beperking “Multi-Op” is niet beschikbaar voor het Druk op [Orig. formaat]. Geef formaat origineel aan origineelformaat. • Als u de afdruktaak hervat Druk op [Vervolgen]. (Handeling) (U kunt ook afdrukken met Specificeer het origineelformaat.
  • Pagina 299 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen Pagina-afmetingen is (Symptoom) • Voor het negeren van de melding groter dan papierformaat Het afdrukpapier is kleiner dan de en het afdrukken met eventuele !!Mogelijk inktvlekken master. inktvlekken op de rol. op afdrukken!! Druk op (Verder->TEST-knop) (Handeling) •...
  • Pagina 300 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen Printen is niet mogelijk (Symptoom) Druk op [Sluit]. voor dit papierformaat Afdruktrommel 2 kan worden gebruikt (U kunt ook op drukken.) met print drum 2 voor het afdrukken in een enkele kleur Stel print drum in voor maar alleen op bepaald formaat papier.
  • Pagina 301 (U kunt ook op drukken.) machine om opnieuw te scannen met Herscannen zal starten om beeldbewerking door de RISO Editor. beeldverwerking toe te voegen (Handeling) Plaats het origineel en scan opnieuw. ! Scannen is niet mogelijk ! (Symptoom) Druk op [Sluit].
  • Pagina 302 Probleemoplossing Patroon Symptoom/Handeling Popupmeldingen wissen !! Het gegevensopslags- (Symptoom) Druk op [Sluit]. gebied is vol !! Onvoldoende ruimte beschikbaar op de (U kunt ook op drukken.) Oude opgeslagen documentopslagkaart DM-128CF. • Opslaggeheugen controleren gegevens verwijderen Druk op [Opslaggeheugen]. (Handeling) Controleer de opslaggegevens en wis onnodige taken.
  • Pagina 303 Probleemoplossing Informatiescherm verbruiksgoederen Voor optimaal afdrukken heeft de machine informatie van de verbruiksgoederen nodig. Als de opgehaalde informatie niet goed is, wordt het informatiescherm voor verbruiksgoederen weergegeven. Voer de juiste waarden in. Het pictogram op de informatietoets wordt grijs als dit gebeurt. p.261 LET OP: •...
  • Pagina 304 Probleemoplossing Scherm Beschrijving Waarden [H2] Fijninstelling afdrukdichtheid (voor 1 (licht) - 5 (donker) afdruktrommel 1) [H8] Fijninstelling afdrukdichtheid (voor afdruktrommel 2) Selecteer voor een optimaal afdrukresultaat een afdrukdichtheid die bij de inkt past. [H3] Dichtheidafstellling eerste afdruk (voor 1 (licht) - 5 (donker) afdruktrommel 1) [H9] Dichtheidafstellling eerste afdruk (voor afdruktrommel 2)
  • Pagina 305 Probleemoplossing Scherm Beschrijving Waarden [H4] Masterdichtheid 1 (licht) - 10 (donker) Selecteer de standaarddichtheid die tijdens het maken van de master moet worden gebruikt. [H5] Fijninstelling afdrukdichtheid 1 (licht) - 5 (donker) Selecteer voor een optimaal afdrukresultaat een afdrukdichtheid die bij de master past. [H6] Dichtheidafstellling eerste afdruk 1 (licht) - 5 (donker) Selecteer een afdrukdichtheid voor de eerste...
  • Pagina 306 Probleemoplossing Probleemoplossing Raadpleeg bij problemen eerst het onderstaande diagram met oplossingen voordat u een monteur belt. Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Een foutmelding verdwijnt De verbruiksgoederen (inkt, Vergrendel de inktcartridge door deze na niet, ook al zijn de masterrol) zijn niet goed geplaatst. plaatsing met de klok mee te draaien ( ).
  • Pagina 307 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Papier loopt vast in de Er is papier vastgelopen in de Trek de vrijgavehendel van de ADF naar automatische documentinvoer automatische documentinvoer AF- rechts of draai aan de vrijgavedraaiknop AF-VI:II (optioneel). VI:II. om het vastgelopen papier te verwijderen. Papier loopt vast in de Papier loopt vast in de automatische Volg de stappen hieronder om het...
  • Pagina 308 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Papier loopt vast in de Papier loopt vast in de automatische Originelen verwijderen die in de automatische documentinvoer documentinvoer DX-1. documentdoorvoer zijn vastgelopen DX-1 (optioneel). Open de klep van de automatische documentinvoer ( ) en breng de invoerrol omhoog, zoals afgebeeld ( Open de binnenklep ( ) en trek het...
  • Pagina 309 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Papier wordt voorbij de Volg de onderstaande stappen om de papierstopper van de uitvoerlade in te stellen: uitvoerlade uitgevoerd. Klap de papiergeleiders van de uitvoerlade/stopper in. Til met beide handen de zijkanten van de uitvoerlade op en zet de uitvoerlade-as in stand B.
  • Pagina 310 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling • Het papier wordt niet soepel De papierdruk is niet juist ingesteld. • Voor papier dat veel papierstof uit de invoerlade ingevoerd. achterlaat of dat overslaat of voor de (overgeslagen papier of achterkant van een ansichtkaart die invoer van meerdere vellen) naar boven is geplaatst: Draai de knop naar links.
  • Pagina 311 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Er plakt papier aan het De marge aan de bovenkant van het De marge van het origineel (bovenkant van de opdruk in de uitvoerrichting) moet oppervlak van de trommel. origineel of de kopie is te klein. ten minste 5 mm zijn.
  • Pagina 312 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Sommige delen ontbreken op De glasplaat (en/of het scanglas van Maak de glasplaat (en/of het scanglas van de afdruk. de ADF-eenheid) is niet schoon. de ADF-eenheid) schoon. p.274 Er kan iets op de master zitten. Trek de trommel naar buiten en controleer of er iets op de master zit.
  • Pagina 313 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De randen van de kopieën zijn Er is tijdens het maken van de master Omdat de master op een groter formaat met inkt bevlekt. een groter papierformaat in de dan het origineel is gemaakt, werden de papierinvoerlade geplaatst dan het randen van het origineel als schaduw origineelformaat.
  • Pagina 314 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De trommel kan niet worden De trommel is na draaiing in een Draai de afdruktrommel handmatig in de teruggeplaatst. verkeerde positie gestopt. juiste positie en let er daarbij op dat de markering en de -markering tegenover elkaar komen te staan, zoals afgebeeld.
  • Pagina 315 Probleemoplossing Probleemoplossing...
  • Pagina 316 RISO Network Card (RISO Netwerkkaart) Voor het direct aansluiten van de machine op het netwerk. Geleverd met de RISO-MONITOR software, waarmee u de status van de machine vanaf computers kunt contro- leren. Documentopslagkaart DM-128CF Een opslagkaart voor gebruik van de functie Opslaggeheugen.
  • Pagina 317 Bijlage Specificaties RISO MZ1090 Master aanmaken/afdrukmethoden High-speed digitaal master maken/volledig automatische stencilafdruk Origineeltype Boek (10 kg of minder), vel Via de glasplaat: 50 mm × 90 mm - 310 mm × 432 mm Origineelformaat (max./min.) Via de automatische documentinvoer AF-VI:II (optie): 100 mm ×...
  • Pagina 318 Optionele accessoires Automatische documentinvoer AF-VI:II, automatische documentinvoer DX-1, kleurentrommel, kopieerkaartteller, oplagenscheiding, RISO Network Card, documentopslagkaart DM-128CF, RISO-controller IS300, RISO standaard D-type (II), RISO-standaard N-type (II), brede stapellade, dekselset: papierinvoer/uitvoer, kaartinvoerset, enveloppeninvoerset Spanningsvoeding MZ1090U : 100-240 V~, 50/60 Hz <7,3/3,0 A>...
  • Pagina 319 Bijlage RISO MZ1070 Master aanmaken/afdrukmethoden High-speed digitaal master maken/volledig automatische stencilafdruk Origineeltype Boek (10 kg of minder), vel Origineelformaat (max./min.) Via de glasplaat: 50 mm × 90 mm - 310 mm × 432 mm Via de automatische documentinvoer AF-VI:II (optie): 100 mm ×...
  • Pagina 320 Optionele accessoires Automatische documentinvoer AF-VI:II, automatische documentinvoer DX-1, kleurentrommel, kopieerkaartteller, oplagenscheiding, RISO Network Card, documentopslagkaart DM-128CF, RISO-controller IS300, RISO standaard D-type (II), RISO-standaard N-type (II), brede stapellade, dekselset: papierinvoer/uitvoer, kaartinvoerset, enveloppeninvoerset Spanningsvoeding MZ1070E : 220-240 V~, 50/60 Hz <3,0 A>...
  • Pagina 321 Bijlage RISO MZ890 Master aanmaken/afdrukmethoden High-speed digitaal master maken/volledig automatische stencilafdruk Origineeltype Boek (10 kg of minder), vel Origineelformaat (max./min.) Via de glasplaat: 50 mm × 90 mm - 310 mm × 432 mm Via de automatische documentinvoer AF-VI:II (optie): 100 mm ×...
  • Pagina 322 Optionele accessoires Automatische documentinvoer AF-VI:II, automatische documentinvoer DX-1, kleurentrommel, kopieerkaartteller, oplagenscheiding, RISO Network Card, documentopslagkaart DM-128CF, RISO-controller IS300, RISO standaard D-type (II), RISO-standaard N-type (II), brede stapellade, dekselset: papierinvoer/uitvoer, kaartinvoerset, enveloppeninvoerset Spanningsvoeding MZ890U : 100-240 V~, 50/60 Hz <7,3/3,0 A>...
  • Pagina 323 Bijlage RISO MZ870 Master aanmaken/afdrukmethoden High-speed digitaal master maken/volledig automatische stencilafdruk Origineeltype Boek (10 kg of minder), vel Origineelformaat (max./min.) Via de glasplaat: 50 mm × 90 mm - 310 mm × 432 mm Via de automatische documentinvoer AF-VI:II (optie): 100 mm ×...
  • Pagina 324 Optionele accessoires Automatische documentinvoer AF-VI:II, automatische documentinvoer DX-1, kleurentrommel, kopieerkaartteller, oplagenscheiding, RISO Network Card, documentopslagkaart DM-128CF, RISO-controller IS300, RISO standaard D-type (II), RISO-standaard N-type (II), brede stapellade, dekselset: papierinvoer/uitvoer, kaartinvoerset, enveloppeninvoerset Spanningsvoeding MZ870A : 100-240 V~, 50/60 Hz <7,3/3,0 A>...
  • Pagina 325 Bijlage Specificaties...
  • Pagina 326 Index Numerics Batterijen vervangen ........281 , 291 Bedieningspaneel ........... 20 , 24 1 zijde mast maken ..........112 Bedieningsweergave ..........9 150ppm ..............115 Beeldverwerking ............64 2 Op ............77 , 78 , 82 Beeldvorming ............193 Beheer ..............192 AAN ................ 62 Beheerder/gebruiker registreren wijzigen ..143 Aanbevolen papier ..........
  • Pagina 327 Index Externe Cl-info ............. 194 Herkenningsscherm ........28 , 53 Hernoemen ............139 Hoge snelheid ............115 Flenzen ..............263 Houder inktpatroondeksel ........21 Formaat ..............219 Foto ................ 64 Foto (Groep) ............64 i Informatie ..............32 Foto (Staand) ............64 ID-afdruk ..............56 Foto (Standard) ............
  • Pagina 328 Index Opslagformaat specificeren ........219 Opslaggegevens als overlay plaatsen ....226 Maandelijkse herinnering ........188 Opslaggegevens kopiëren ........237 Maandelijkse herinnering instellen ..... 188 Opslaggegevens opzoeken ........220 Maatraster .............. 42 Opslaggegevens verplaatsen ......237 Map hernoemen ..........194 Opslaggeheugen ..........220 Marge ..............81 Opslagomstandigheden ........16 Marge boven ............
  • Pagina 329 RISO COPY COUNT VIEWER (RISO Taakgeheug ......163 , 164 , 165 , 167 , 168 KOPIETELLINGWEERGAVE) ......14 Taaklijst Scherm .............56 RISO Network Card (RISO Netwerkkaart) ..314 Taaklijst weerg.............192 RISO USB PRINT MANAGER (RISO USB- Taakuitvoer wijzigen ..........60 AFDRUKBEHEER) ..........
  • Pagina 330 Index Veiligheidsgids ............10 Veiligheidsgids bediening ........11 Verbindingsmethode ..........13 Verbruiksgoederen ..........12 Verbruiksgoederen vervangen ......260 Vergroten/verkleinen ..........82 Verl. reserv.per............. 195 Vernieuw ............33 , 173 Vertoningspriorit........... 192 Vertrouw............... 169 Verwijderhendel mastereenheid ......21 Volgorde van handelingen bij Gebruikersbeheer ..132 Volledige bevoegdheid ........130 , 131 Voorbeeld ............33 , 60 Voorklep ..............
  • Pagina 331 Informatie voor de beheerder Informatie voor de beheerder De instelling Bescherming annuleren Het annuleren van de instelling “Beschermen” dient altijd door de beheerder te worden uitgevoerd. Belangrijk!: • Hecht belang aan veiligheid en knip deze pagina uit en geef die aan de beheerder. Druk voor elke mode op [Admin.] in Druk op [Beschermen].

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mz 1090Mz 1070Mz 890Mz 870