Verbind dit apparaat en een computer met het netwerk om dit apparaat als een printer te
gebruiken.
Met behulp van het printerstuurprogramma kunt u de afdrukgegevens vanaf een
computer naar dit apparaat sturen.
Overzicht van afdrukhandelin -
gen (printerstuurprogramma)
Open het scherm van het
1.
printerstuurprogramma.
2.
Wijzig de instellingen.
Klik op [OK].
3.
Klik op [Print] of [OK].
4.
Instellingen printerstuurprogramma
In dit hoofdstuk wordt elke instelling van het printerstuurprogramma
in detail besproken.
Functieknoppen Afdrukmodus
In dit hoofdstuk worden de in de afdrukmodus beschikbare functies
besproken.
Overzicht van afdrukhandelin -
gen (afdrukmodus)
p.106
Raak [Print] aan op het
1.
scherm [Thuis1].
Selecteer een taak.
2.
Druk op de toets [Start].
3.
Afdrukken
p.106
p.114
p.139
3
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
3
105