[Tuss. sorter.]
Tussen sets wordt een scheidingspagina
ingevoegd op basis van de eenheid die is
opgegeven bij [Sorteren].
[Tussen opdr.]
Tussen afdruktaken wordt een scheidingspagina
ingevoegd.
Selecteer of een scheidingspagina moet worden
ingevoegd tussen sorteringen of tussen taken en
klik op [Details] om het dialoogvenster
[Scheidingspagina] te openen.
Selecteer de lade voor scheidingspagina's en geef
de te stempelen tekst op.
Selectie lade scheidingspagina
n
[Standaardlade], [Papierlade 1], [Papierlade 2],
[Papierlade 3], [Extra lade]
•
Wanneer u de optionele doorvoereenheid met
^
^
hoge capaciteit gebruikt, wordt [Doorv. met
hoge cap.] weergegeven in plaats van
[Standaardlade].
•
[Extra lade] wordt weergegeven wanneer u de
optionele extra lade gebruikt.
Nr.op scheidingspag.
n
De tekst wordt onderaan (binnen ongeveer 5 mm
van de rand) of bovenaan (binnen ongeveer 5 mm
van de rand) het blad gedrukt.
[OFF]
Er wordt niets gestempeld.
[1 2 3 ...]
Nummers worden op scheidingspagina's
gestempeld in numerieke volgorde (1, 2, 3...). (tot
9999)
[A B C...]
Letters worden op scheidingspagina's gestempeld
in alfabetische volgorde (A, B, C...Z, AA, AB,
AC...). (tot ZZZ)
Instellingen printerstuurprogramma
Omslagblad toev.
^
^
Geef deze optie op om een voor- en/of achterblad
toe te voegen.
Papier wordt vanuit de opgegeven lade
toegevoegd voor of na het afdrukken van de
gegevens. Kies deze optie om gekleurd papier te
gebruiken of papier dat verschillend is van de te
bedrukken pagina's.
•
U kunt [Omslagblad toev.] niet gelijktijdig met
^
^
[Versch. form. orig.] gebruiken. (p.117 "Versch.
form. orig.")
Vink het selectievakje [Omslagblad toev.] aan en
klik op [Details] om het dialoogvenster
[Omslagblad toev.] te openen. Vink [Voorblad
toevoegen] of [Achterblad toevoegen] of beide
selectievakjes aan en geef de lade voor het
geselecteerde omslagblad op.
[Voorblad toevoegen]
Met deze optie wordt een blad toegevoegd vóór de
eerste pagina.
[Achterblad toevoegen]
Met deze optie wordt een blad toe toegevoegd
achter de laatste pagina.
[Selecteer bak voorblad], [Selecteer bak
achterblad]
[Standaardlade], [Papierlade 1], [Papierlade 2],
[Papierlade 3], [Extra lade]
•
Geef de laden op waar papier is geplaatst dat
^
^
voor de omslagbladen moet worden gebruikt.
•
De zijde waarop het papier wordt geplaatst,
verschilt naargelang de lade.
[Selecteer bak voorblad]
Standaardlade/optionele extra lade: plaats het
papier met de eerste pagina met de bedrukte
zijde naar boven. Papierlade: plaats het papier
met de eerste pagina met de bedrukte zijde
naar onder.
[Selecteer bak achterblad]
Standaardlade/optionele extra lade: plaats het
papier met de eerste pagina met de bedrukte
zijde naar onder. Papierlade: plaats het papier
met de eerste pagina met de bedrukte zijde
naar boven.
•
Wanneer voorbedrukt papier is geplaatst, is
het aanbevolen dat één set wordt afgedrukt
om na te gaan of de oriëntatie overeenkomt
met de oriëntatie van de andere af te drukken
pagina's.
•
Wanneer u de optionele doorvoereenheid met
hoge capaciteit gebruikt met [Selecteer bak
voorblad] en [Selecteer bak achterblad], wordt
[Doorv. met hoge cap.] weergegeven in plaats
van [Standaardlade].
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
3
127