Materialen die niet mo -
gen worden afgedrukt
n
Gebruik het apparaat niet op enige manier
die in strijd is met de wet of de regels
omtrent copyright, zelfs wanneer de kopieën
bestemd zijn voor persoonlijk gebruik. Neem
voor meer informatie contact op met uw
dealer of geautoriseerde
servicevertegenwoordiger. Over het
algemeen geldt, ga op uw eigen oordeel af
en gebruik uw gezond verstand.
Opslag en voorzorgs -
maatregelen voor inkt -
cartridges
De inktcartridges voor dit apparaat zijn gedeeltelijk
gemaakt van papier. Daarom kunnen inktcartridges
vervormd raken en onbruikbaar worden als ze
onjuist of in een ongeschikte omgeving worden
bewaard. Sla de inktcartridges naar behoren op, in
overeenstemming met de instructies in "Opslag".
Opslag
^
^
n
Sla de inktcartridge op in de originele
verpakking en horizontaal in de richting die
wordt aangegeven door de markering deze
zijde naar boven.
n
Voorkom bevriezing of blootstelling aan
direct zonlicht. Bewaar ze op plaatsen met
een temperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC.
Niet opslaan op plaatsen die blootstaan aan
extreme temperatuurschommelingen.
n
Als de plastic zak is geopend, maar de
inktcartridge nog niet meteen moet worden
gebruikt, sla de inktcartridge dan naar
behoren op en plaats ze zo spoedig mogelijk
in het apparaat.
26
Voorzorgsmaatregelen voor
^
^
behandeling
n
Schud de inktcartridge niet. Dit kan
luchtbellen veroorzaken die zorgen voor een
verminderde afdrukkwaliteit.
n
Voeg geen inkt toe aan de inktcartridge.
n
Haal de inktcartridge uit de plastic zak net
voor u ze in het apparaat gaat plaatsen.
n
De geschikte bedrijfstemperatuur is 15 ºC -
30 ºC.
Het gebruik van het inktcartridges in een
ongeschikte bedieningstemperatuur kan
leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit
(verminderde inktafgifte).
De sproei-eigenschappen van de
inkjetprinter kunnen variëren naargelang de
viscositeit van de inkt. Met name bij lagere
temperaturen neemt de viscositeit van de
inkt toe, wat kan leiden tot verstoppingen
van de afdrukkop. Volg de informatie over de
bedieningsomgeving en opslagtemperatuur
op. Controleer de productiedatum en gebruik
de inktcartridge binnen de 24 maanden na de
productiedatum.
n
Als de dop van de inktcartridge is verwijderd
en de inktcartridge gedurende langere tijd
wordt bewaard zonder dat ze wordt
opgebruikt, kunnen allerlei chemische
stoffen in de lucht de kwaliteit van de
inktcartridge doen afnemen.
Het gebruik van inkt waarvan de kwaliteit
verminderd of gewijzigd is, kan de afdrukkop
of de inktbaan beschadigen.
n
Giet inktresten uit de inktcartridge niet in de
riolering.
n
De inkt is brandbaar.
Gebruik in geval van brand een brandblusser
met kaliumcarbonaat, schuim, poeder of
kooldioxide.
Wegwerpen van gebruikte
inktcartridges en reinigings -
reservoirs
n
De inkt in het reinigingsreservoir kan niet
worden gebruikt om af te drukken.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie