Hoofdstuk 8 Optionele apparatuur
PS-kit
Wanneer de PS-kit is geïnstalleerd, kunt u
combinaties van variabele gegevens zoals
formulieren en databases voor scheidingen
afdrukken, evenals DTP-gegevens met PostScript-
lettertypes.
In dit hoofdstuk worden basisbewerkingen in het
printerstuurprogramma, alsook het gebruik van
diverse functies beschreven.
•
Meld u aan als gebruiker met
^
^
beheerdersrechten (Windows), of als
rootgebruiker (macOS of Linux).
•
Sluit alle actieve toepassingen af.
Bedieningsomgeving
De systeemvereisten voor het activeren van het
PostScript 3-printerstuurprogramma zijn vermeld in
de volgende tabel.
Geheugen
1 GB of meer
Windows of Linux: Intel of volledig
CPU
compatibele CPU
macOS: Intel CPU
2 GB of meer beschikbare ruimte (vol -
Harde schijf
doende om het besturingssysteem te
bedienen)
Scherm
1.024 × 768 of hogere resolutie
Installatie op Windows
•
Om het printerstuurprogramma bij te werken,
^
^
moet u eerst het huidige
printerstuurprogramma verwijderen. (p.231
"Verwijderen uit Windows")
1
Plaats de meegeleverde dvd-rom in
het dvd-rom-station van de
computer.
De installatiewizard start automatisch. Als de
installatiewizard niet start, dubbelklikt u op het
bestand "Install.exe" op de dvd-rom.
230
2
3
4
5
6
^
^
®
7
^
^
Selecteer de gewenste taal in het
vervolgkeuzemenu en klik op [OK].
Klik op [Verder].
Volg de instructies op het scherm
om de instellingen te configureren.
Wanneer het bericht voor het
afdrukken van een testpagina
verschijnt, klikt u op [Ja].
Controleer of de testpagina correct
is afgedrukt en klik op [OK].
•
Als u op ["ReadMe"-tekst weergeven.]
drukt, verschijnt het "Readme"-scherm
met voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van het apparaat. Zorg dat u deze
informatie leest.
•
Wanneer een bericht verschijnt waarin u
wordt gevraagd om de status van het
apparaat bij te werken, klikt u op [OK] en
stelt u de printerconfiguratie na installatie
in op het tabblad [Omgeving]. Wanneer u
optionele apparatuur aan het apparatuur
hebt toegevoegd, moet u ook de
printerconfiguratie instellen. Wanneer
optionele apparatuur is aangesloten, moet
u eerst de instellingen configureren om
bepaalde functies te gebruiken. De
functies die niet beschikbaar zijn, worden
grijs weergegeven. (p.135 "Tabblad
[Omgeving]")
Klik op [Voltooien].
Als het printerstuurprogramma over het bestaande
stuurprogramma wordt geïnstalleerd, start de
computer opnieuw op.
•
Als u de computer nu niet opnieuw wilt
opstarten, verwijdert u het vinkje bij
[Opnieuw starten] voordat u op [Voltooien]
klikt.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie