III
94
SFEERVERLICHTING
Deze verlichting bevindt zich in de met pij-
len aangegeven zone.
Afstellen
Als de verlichting aan is, kunt u met de
toetsen C en D de sterkte van de sfeerver-
lichting instellen.
BINNENVERLICHTING
DORPELVERLICHTING
Deze lamp verlicht de onderzijde van de
auto als het portier geopend is.
Lampje vervangen
Vervangen van een lampje van de dorpel-
verlichting: wip het glaasje los. Gebruik
een W 5 W lampje.
C
D
BEENRUIMTEVERLICHTING
De beenruimteverlichting voor- en achterin
gaat branden als u een portier opent.
Lampje vervangen
Vervangen van een lampje van de been-
ruimteverlichting (voor of achter): wip het
glaasje los. Gebruik een W 5 W lampje.
Achterzijde