Controlelampje autogor-
del bestuurder
Dit controlelampje herinnert de
bestuurder eraan zijn autogordel
vast te maken. Bij stilstaande auto blijft dit
lampje branden totdat de gordel is vastge-
gespt.
Zie "Controlelampje autogordels".
Controlelampje emissiere-
geling
Als dit lampje tijdens het rijden
gaat branden of knipperen, is er
een storing in de emissieregeling.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
Voorgloeien (dieselmotor)
Raadpleeg de instructies voor het
starten van de motor.
Zie "Starten".
Controlelampje minimum-
brandstofniveau
Als dit lampje constant gaat bran-
den, zit er bij een auto met een
benzinemotor nog ongeveer 9 l in de tank.
Bij een auto met dieselmotor is dat onge-
veer 8 l.
CONTROLELAMPJES
Uitschakeling passagiers-
airbag
zie "Airbags".
Dimlicht
zie "Signalering".
Grootlicht
zie "Signalering".
Richtingaanwijzer naar
links
zie "Signalering".
Als de alarmknipperlichten zijn ingeschakeld, knipperen alle richtingaanwijzers.
11
Parkeerlicht
zie "Signalering".
Mistlampen (voor)
zie "Signalering".
Mistlampen (achter)
zie "Signalering".
Richtingaanwijzer naar
rechts
zie "Signalering".
I