De wagenhoogte kan alleen bij draai-
ende motor versteld worden.
De wagenhoogte wordt automatisch gere-
geld. In bepaalde omstandigheden kunt u
deze hoogte zelf veranderen.
Veranderen van de stand
Druk één keer op een van de bedienings-
schakelaars. Het veranderen van de stand
wordt in het begin aangegeven door:
•
een bericht of
•
een afbeelding van de uitgangspositie
met een symbool van de ingestelde
wagenhoogte.
Let op: het is raadzaam gedurende het ver-
anderen van de wagenhoogte niet op het
rempedaal te trappen.
Weergave van de stand van de
auto
Aan het eind van de wagenhoogteverstel-
ling verschijnt een bericht of een afbeelding
van de nieuwe situatie.
HOOGTEREGELING
Omwille van uw eigen veiligheid is het verplicht om uw auto met goedgekeurde
blokken of assteunen te stutten, wanneer u ingrepen onder de auto
verricht.
De rijhoogte is ingesteld zodra de gewenste hoogte op het display wordt
aangegeven.
Hoogste stand
Verwisselen van een wiel.
Verhoogde stand
Geeft een grotere bodemvrijheid.
Voor gebruik op slechte wegen en bij ver-
keersdrempels. Rijd in deze stand altijd met
lage snelheid.
Normale rijstand
Laagste stand
Handig bij het in- of uitladen van bagage.
Bij controles in de werkplaats.
Niet gebruiken om mee te rijden.
91
III