Bij het aanzetten van het contact, toont
het instrumentenpaneel:
•
achtereenvolgens:
-
de onderhoudsintervalindicator. Zie:
"Onderhoudsintervalindicator".
-
de oliepeilmeter.
•
en daarna:
-
de totaalkilometerteller en de dagteller.
INSTRUMENTENPANEEL
OLIEPEILMETER
Deze aanduiding betekent dat alles nor-
maal werkt.
Als de aanduiding "OIL" knippert in com-
binatie met een bericht op het display, een
geluidsignaal en het branden van het con-
trolelampje SERVICE, is het motoroliepeil
te laag.
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok. Zie: "Niveaus".
Controleer het olieniveau van de motor ter-
wijl de auto op een horizontale en vlakke
ondergrond staat en nadat de motor
minstens 15 minuten is afgezet.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
Een verkeerd oliepeil kan leiden tot ernstige motorschade. Zie: "Niveaus".
Als de aanduiding "OIL--" knippert, is er
een storing in het systeem opgetreden.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
41
II