III
80
Airconditioning in-/uitscha-
kelen
Druk op de toets "CLIM" om toegang te krijgen tot de instellingen van
de airconditioning. Druk dan op "OK" of draai het knopje totdat het
menu "Airconditioning" op het display verschijnt.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
•
Airconditioning uitschakelen: "Airco uitzetten (A/C OFF".
Druk op "OK" of het draaiknopje ter bevestiging van het in- of
uitschakelen van de airconditioning.
Op het display verschijnt de aanduiding "A/C OFF" als de aircon-
ditioning uitgeschakeld is.
Let op:
Als de airconditioning uitgeschakeld is, bestaat de mogelijkheid
-
dat de ingestelde temperatuur niet bereikt kan worden of dat de
ruiten beslaan.
-
U kunt de airconditioning weer inschakelen door op toets 1
"AUTO" te drukken.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
•
In- en uitschakelen van de gescheiden regeling voor bestuurders-
en passasgierszijde.
Na het selecteren met behulp van de pijltjes drukt u op "OK" of
het draaiknopje om de gescheiden regeling voor links en rechts
in- of uit te schakelen.
Deze functie maakt het mogelijk om de gescheiden regeling
voor bestuurder en passagier op te heffen.
Let op: druk op de toets 2b of 3b om de gescheiden regeling
weer te hervatten.
Als u op de toets "Menu" drukt, verschijnt het hoofdmenu
op het display. Dit menu biedt toegang tot vergelijkbare
keuzemogelijkheden als bij het indrukken van de toets
"CLIM". Zie "Multifunctioneel display".