BEDIENING VAN DE VERLICHTING
Alle lichten UIT
Draai de ring A van u af.
Parkeerlichten
Draai de ring A van u af.
Dimlicht/Grootlicht
Overschakelen van dim- naar grootlicht
Trek de hendel door de weerstand heen naar u toe om over te schakelen van dim- naar
grootlicht en omgekeerd.
AUTOMATISCH INSCHAKELEN VAN DE KOPLAMPEN
De dimlichten gaan automatisch branden bij weinig licht en als de ruitenwissers permanent
werken. Zodra het licht genoeg is of de ruitenwissers stoppen, gaat de verlichting weer uit.
In het menu "Persoonlijke instellingen" van het hoofdmenu kunt u deze functie in- of uitscha-
kelen.
Let op: het inschakelen van deze functie gebeurt direct; om deze functie uit te schaklen, moet
het contact worden afgezet.
Dek de lichtsensor bij de binnenspiegel nooit af.
SIGNALERING
A
"FOLLOW ME HOME"-VERLICHTING
Met deze functie kunt u het dimlicht van de
auto inschakelen om in het donker uw weg
te kunnen vinden.
Inschakelen van deze functie:
•
Handmatig, door de hendel A naar u toe
te trekken als het contact is afgezet.
•
Automatisch, mits:
-
de automatische verlichting is geac-
tiveerd.
-
de "Follow me home"-verlichting
geactiveerd is. Deze functie kunt u
activeren via het hoofdmenu, daarna
"Persoonlijke instellingen" en vervol-
gens "Verlichting".
Zie "Multifunctioneel display".
Let op: in het menu "Persoonlijke instel-
lingen" kunt u ook de duur (60, 30 of 15
seconden) van de verlichting instellen.
34/46/49
17
I