II
44
RIJDEN IN HET DONKER
•
Druk één keer op de toets DARK om het display uit te schakelen. Alleen de tijd en de
temperatuur blijven zichtbaar.
•
Druk nogmaals op deze toets om ook het instrumentenpaneel uit te schakelen. Zichtbaar
blijven:
-
de snelheidsmeter.
-
de schakelstandindicatie van de automatische versnellingsbak.
-
de snelheidregelaar/-begrenzer, als deze in gebruik is.
Let op:
-
Als u de instelling van de radio/cd-speler of van de airconditioning verandert, gaat het
display even aan.
-
Ook als u op een van de andere toetsen van het display drukt, gaat het aan. Door de
toets DARK nog een keer in te drukken, schakelt u het display weer uit.
-
Bij een waarschuwing worden alle signaleringen automatisch weer zichtbaar.
•
Als de toets een derde keer wordt ingedrukt, is de verlichting weer normaal.
INSTRUMENTENPANEEL – DISPLAY
A
B
HELDERHEID VAN
DE
BOARDVERLICHTING
Druk, als de verlichting is ingeschakeld, op
de toets C of D om de helderheid op het
gewenste niveau in te stellen.
In het hoofdmenu kunt u het menu "Confi-
guratie" kiezen en daar de helderheid van
het display instellen. Zie "Display" en de
gebruiksaanwijzing van de NaviDrive.
Met behulp van de toetsen A en B kunt u
verder het display kantelen om de aflees-
baarheid te verbeteren.
C
D
DASH-