Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wiel Met Bandenspanning- Controle - CITROEN C6 2006 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

NOODRESERVEWIEL
Als uw auto is voorzien van een noodre-
servewiel zult u merken dat bij de montage
ervan de ringen van de wielbouten niet
tegen de velg aankomen.
Het reservewiel wordt vastgehouden door
het conische gedeelte van de bout. Zie de
afbeelding.
Controleer, als u het originele wiel weer
monteert, of de ringen van de wielbouten
schoon zijn.
WIEL VERWISSELEN
WIEL TERUGPLAATSEN
1. Plaats het wiel met behulp van de cen-
treerpen op de naaf. Controleer of de
contactvlakken van het wiel en de naaf
schoon zijn.
2. Draai de bouten aan, maar zet ze nog
niet definitief vast.
3. Draai de krik in en verwijder deze.
4. Draai de wielbouten met de wielsleutel
goed vast.
5. Plaats de dop.
6. Zet de auto in de normale rijstand. Zie
"Hoogteregeling".
7. Breng de band zo snel mogelijk op de
juiste spanning (zie "Identificatie") en
laat het wiel balanceren.
Voor het reservewiel geldt een maximumsnelheid van 80 km / h.
De wielbouten zijn specifiek voor elk type wiel.
Informeer bij een CITROËN erkend bedrijf naar de juiste wielbouten als u
andere velgen wilt monteren.
Opmerking: noteer het nummer dat op de kop van de anti-diefstaldop is
ingegraveerd. Dit nummer heeft u nodig om in voorkomende gevallen een
nieuwe, passende anti-diefstaldop te bestellen.
WIEL MET BANDENSPANNING-
CONTROLE
Deze wielen zijn voorzien van een ban-
denzender. Laat ze repareren door een
CITROËN erkend bedrijf.
ANTI-DIEFSTALBOUT
Elk wiel is voorzien van een beveiliging
tegen diefstal.
Om deze los te draaien:
1. Verwijder de beveiliging met behulp van
het speciale gereedschap 4.
2. Gebruik de anti-diefstaldop en de wiel-
sleutel.
129
V

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave