Onderhoudsinterval
Als u de auto onder bijzonder zware omstan-
digheden gebruikt, moet u zich houden aan
het onderhoudsprogramma voor "zware
gebruiksomstandigheden", waarbij kortere
onderhoudsintervallen worden gehanteerd.
Zie het onderhoudsboekje.
0
0
A
Resetten
Het CITROËN erkend bedrijf voert deze
handeling uit na elke onderhoudsbeurt.
Mocht u het onderhoud zelf uitvoeren, dan
is de resetprocedure als volgt:
1. Zet het contact af.
2. Druk knop A in en houd deze knop
ingedrukt.
3. Zet het contact aan.
4. Houd de knop A ingedrukt tot "=0"
wordt aangegeven en de onderhouds-
sleutel verdwijnt.
Let op: als de maximumtijd tussen
twee onderhoudsbeurten is ver-
streken voordat het maximum aan-
tal kilometers is verreden, gaat de sleutel
branden en geeft het display "0" aan.
INSTRUMENTENPANEEL
KILOMETERTELLER
Weergave
Bij het openen van een portier verschij-
nen gedurende ongeveer 30 seconden de
totaalkilometerstand, de stand van de
dagkilometerteller en eventueel de onder-
houdssleutel van de onderhoudsintervalin-
dicator.
0
0
A
Dagkilometerteller resetten
Werkt alleen als het contact aan is.
Houd de knop A even ingedrukt om de
dagkilometerteller op nul te zetten.
BRANDSTOFMETER
Als het waarschuwingslampje constant
brandt en er verschijnt een waarschuwing
op het display, zit er nog ongeveer 9 l (ben-
zinemotor) of 8 l (dieselmotor) brandstof in
de tank.
Als het een na laatste segment van de meter
uitgaat, bedraagt de in de tank nog reste-
rende hoeveelheid brandstof ongeveer 5 l.
TOERENTELLER
Als de wijzer van de toerenteller in het rode
gebied komt, moet u naar een hogere ver-
snelling overschakelen.
43
II