15. Regelmodus selecteren
Systeem
Aanbevolen voor de meeste verwarmingssystemen, vooral bij systemen met relatief grote
drukverliezen in de distributieleidingen. Zie de beschrijving onder proportionele druk.
Bij vervangingssituaties waarbij het werkpunt op basis van proportionele druk onbekend is.
Het werkpunt moet binnen het bedrijfsbereik AUTO
zich automatisch aan de actuele systeemkarakteristieken aan.
Deze instelling zorgt voor een minimaal energieverbruik en geluidsniveau van de kleppen,
zodat de bedrijfskosten worden verlaagd en het comfort wordt verhoogd.
De regelmodus FLOW
is een combinatie van AUTO
ADAPT
Deze regelmodus is geschikt voor systemen waarbij een maximaal debiet, FLOW
gewenst is. De pomp bewaakt het debiet continu, en past het debiet continu aan, waardoor
wordt gezorgd dat de geselecteerde FLOW
Hoofdpompen in boilertoepassingen waarbij een voortdurende stroming door de boiler nodig is.
Geen extra energie wordt gebruikt om te veel vloeistof in het systeem te pompen.
Bij systemen met menglussen kunt u de regelmodus gebruiken om het debiet in elke lus te
regelen.
Voordelen
•
Voldoende water voor alle lussen bij piekbelasting als u elke lus hebt ingesteld op het juiste
maximale debiet.
•
Het benodigde debiet voor elke zone (benodigde warmte-energie) wordt bepaald door het
debiet van de pomp.
U kunt deze waarde nauwkeurig instellen in de FLOW
pen te gebruiken.
•
Wanneer het debiet lager wordt ingesteld dan de instelling van de inregelafsluiters, dan zal
de pomp een lagere capaciteit leveren in plaats van energie te verliezen door tegen een
inregelafsluiter te pompen.
•
Koeloppervlakken in airco-systemen kunnen bij hoge druk en laag debiet werken.
Bij systemen met relatief grote drukverliezen in de distributieleidingen en in airconditioning- en
koelsystemen.
•
Twee-pijps verwarmings-systemen met thermostaatkranen en
– zeer lange distributieleidingen
– sterk gesmoorde inregelafsluiters
– drukverschilregelaars
– grote drukverliezen in die delen van het systeem waardoor de totale hoeveelheid water
stroomt (bijvoorbeeld boiler, warmtewisselaar en distributieleidingen tot aan de eerste
verdeler).
•
Transportpompen in systemen met grote drukverliezen in het primaire circuit.
•
Airconditioningsystemen met
– warmtewisselaars (fancoils)
– koelplafonds
– koelende oppervlakten.
Bij systemen met relatief kleine drukverliezen in de distributieleidingen.
•
Twee-pijps verwarmingssystemen met thermostaatkranen en
– ontworpen voor natuurlijke circulatie
– kleine drukverliezen in die delen van het systeem waardoor de totale hoeveelheid water
stroomt (bijvoorbeeld boiler, warmtewisselaar en distributieleidingen tot aan de eerste
verdeler) of
– omgebouwd naar een groot temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourleiding (bij-
voorbeeld wijkverwarming).
•
Vloerverwarmingssystemen met thermostatische ventielen.
•
Eenpijpsverwarmingssystemen met thermostaatkleppen of inregelafsluiters.
•
Transportpompen in systemen met een klein drukverlies in het primaire circuit.
In systemen met een vaste systeemkarakteristiek.
Voorbeelden
•
verwarmingssystemen met één pijp
•
boilershunts
•
systemen met driewegkleppen
•
circulatie van huishoudelijk warm water.
U kunt FLOW
gebruiken met het voordeel om het maximale circulatiedebiet te regelen.
LIMIT
liggen. Tijdens bedrijf past de pomp
ADAPT
en FLOW
ADAPT
niet wordt overschreden.
LIMIT
regelmodus zonder smoorklep-
ADAPT
Selecteer deze regelmodus
H
.
LIMIT
,
LIMIT
H
H
H
set
H
set
2
H
Constante temperatuur en constant
H
AUTO
ADAPT
Q
FLOW
ADAPT
Q
Proportionele druk
Q
Constant drukverschil
Q
temperatuurverschil
Q
51