14.6 FLOW
LIMIT
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
FLOW
LIMIT
•
Schakel de functie FLOW
LIMIT
•
Stel de FLOW
in.
LIMIT
H
25 %
Instelbereik
Q
Afb. 54 FLOW
LIMIT
De functie FLOW
kan worden gecombineerd met de vol-
LIMIT
gende regelmodi:
•
Prop. druk
•
Const.vrsch.drk
•
Const.vsch.tmp.
•
Const. temp.
•
Constante curve.
Een debietbeperkende functie zorgt ervoor dat het debiet nooit de
ingevoerde waarde voor FLOW
Het instelbereik voor FLOW
LIMIT
de pomp.
De fabrieksinstelling van de FLOW
AUTO
fabrieksinstelling overeenkomt met de maximale
ADAPT
curve. Zie afb. 37.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
14.7 Automatisch nachtbedrijf
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Als u de automatische nachverlaging hebt ingeschakeld, schakelt
de pomp automatisch tussen normaal bedrijf en nachtverlaging
(bedrijf op laag vermogen).
Overschakelen tussen normaal bedrijf en nachtverlaging hangt af
van de temperatuur van de aanvoerleiding.
De pomp schakelt automatisch over op nachtverlaging wanneer
de ingebouwde sensor in de aanvoerleiding binnen ongeveer
twee uur een temperatuurdaling van meer dan 10 tot 15 °C meet.
De temperatuurdaling moet ten minste 0,1 °C/min bedragen.
Omschakeling naar normaal bedrijf vindt plaats zonder tijdsver-
traging als de temperatuur ongeveer 10 °C gestegen is.
U kunt Automatisch nachtbedrijf niet instellen als de
N.B.
pomp zich in de modus voor constante druk bevindt.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
FLOW
LIMIT
●
-
in.
Q
90 %
max
Q
Q
limit
max
overschrijdt.
LIMIT
is 25 tot 90 % van de Q
van
max
is het debiet waarbij de
LIMIT
Automatisch nachtbedrijf
●
-
14.8 Analoge ingangen
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de functionele
module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
(standaard)
Analoge ingang 1,
instelling (4)
Analoge ingang 2,
instelling (7)
Analoge ingang 3,
instelling (14)
* Zie paragraaf
22. Identificeren van de functionele
Stel de analoge ingang voor een feedback-sensor in via het menu
"Ondersteund pomp instellen". Zie paragraaf
pomp
instellen.
Als u voor andere doeleinden een analoge ingang wilt instellen,
kunt u dit handmatig doen.
U kunt de analoge ingangen instellen via het menu "Setup, ana-
loge ingang". Zie paragraaf
14.45 Setup, analoge
Als u de handmatige instelling uitvoert via Grundfos GO, moet u
het menu voor de analoge ingang openen onder het menu "Instel-
lingen".
Functie
De analoge ingangen kunnen worden ingesteld op de volgende
functies:
•
Niet actief
•
Feedback sensor
Sensor gebruikt voor de geselecteerde regelmodus.
•
Ext. setp.-beïnvl.
Zie paragraaf
14.17 Externe setpoint functie
•
Andere functie.
FM 200*
FM 300*
(geavanceerd)
●
●
●
●
-
●
module.
14.44 Ondersteund
ingang.
33