Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie Deze installatie- en bedieningsinstructies zijn van toepassing op 1.1 Gevarenaanduidingen de Grundfos Hydro MPC boostersystemen. Paragrafen 1-4 bevatten de informatie die nodig is om het product De onderstaande symbolen en gevarenaanduidingen worden veilig te kunnen installeren.
3. Het product installeren 3.2.2 Fundatie We adviseren u om het boostersysteem te installeren op een Controleer de volgende punten voordat u het product gaat instal- vlakke en niet-meegevende betonnen fundering die zwaar leren: genoeg is om permanente ondersteuning te bieden aan het •...
3.2.4 Expansiekoppelingen 3.3 Elektrische installatie Breng expansiekoppelingen aan om de volgende redenen: LET OP • om uitzettingen of krimp in de leidingen, veroorzaakt door ver- Elektrische schok anderende vloeistoftemperatuur, te absorberen Licht of middelzwaar persoonlijk letsel • om mechanische invloeden door drukpieken in de leidingen te - De elektrische installatie dient door een goedge- verminderen keurde installateur te worden uitgevoerd in over-...
4.1 Het product hanteren LET OP Lading boven het hoofd Tijdens het hijsen van het product moet het hijspunt Licht of middelzwaar persoonlijk letsel zich altijd boven het zwaartepunt bevinden om de - Maak bij het hijsen van het boostersysteem geen stabiliteit te waarborgen.
CRe, CRIE pompen met geïntegreerde fre- quentieomvormer. Vanaf 30 kW, is Hydro MPC-E uitgerust met CR pompen die zijn aangesloten op Grundfos CUE fre- quentieomvormers (één per pomp). Twee tot zes CR, CRI pompen die zijn aangesloten op een Grundfos CUE frequentieomvormer. Het toerentalgeregelde bedrijf wisselt tussen de pom- pen.
* Alleen van toepassing op boostersystemen. Afb. 7 Typeplaatje ** Alleen van toepassing op CR, CRI, CRN, CRE en CRIE pom- pen. Pos. Beschrijving Producttype Een GSC-bestand (Grundfos Standard Configura- tion) is een bestand met configuratiegegevens. Code voor model Serienummer Netvoeding Maximale werkdruk Vloeistoftemperatuur...
5.4 Typesleutel Code Voorbeeld Hydro MPC CRE 150-4-5 ABCD Serie Systeemtype Alle pompen, E motor of CUE Pompen met vast toerental, één CUE Pompen met vast toerental Pompen met aangepast systeem Aantal hoofdpompen Pomptype Spanningscode 3 x 380-415 V, N, PE, 50/60 Hz 3 x 380-415 V, PE, 50/60 Hz 3 x 380-415 V, N, PE, 50 Hz 3 x 380-415 V, PE, 50 Hz...
één CUE frequentieomvormer Hydro MPC-E Hydro MPC-F Hydro MPC-S Systeem met drie CR pompen aangeslo- ten op één Grundfos CUE frequentieom- Hydro MPC boostersysteem met drie CR, Systeem met drie CR, CRI pompen op vormer in de besturingskast. CRIE pompen.
7. Bedieningspaneel 7.1 Display Het bedieningspaneel op de voorzijde van de besturingskast heeft een display, een aantal knoppen en twee signaallampjes. Het bedieningspaneel maakt handmatige instelling en bewaking van de capaciteit van het systeem mogelijk. CU 352 Afb. 9 Bedieningspaneel Afb.
7.2 Knoppen en signaallampjes 7.2.6 Start (9) Druk op om terug te gaan naar het menu "Status". De knoppen (pos. 2 t/m 10 in afb. 9) op de CU 352 zijn actief wanneer ze zijn verlicht. 7.2.7 OK (10) 7.2.1 Pijl naar rechts (2) Gebruik de toets als een enter toets.
8. Functies 8.1 Functiestructuur De functies hangen af van de systeemconfiguratie. 1. Status 2. Bedrijf 3. Alarm Vervolg op pagina 1. Status 2. Bedrijf 3. Alarm status Actuele alarmen Verdere instellingen 3.1 Actuele alarmen 2.1.1 Systeem bedrijfsmodus 3.2 Alarm logboek Systeem 2.1.2 Regelmodus 3.3 Contactinformatie voor service...
8.3 Beschrijving van functies In het midden van het display wordt een informatieveld (I) getoond als de volgende gebeurtenissen zich voordoen: De beschrijving van de functies is gebaseerd op de vier hoofd- • Beperkt bedrijf dankzij stand-by pomp menu's van de CU 352 regelaar: •...
8.4.1 Actuele alarmen (3.1) 8.4.3 Bedrijfsmodus (1.2.1) Afb. 12 Actuele alarmen Afb. 14 Bedrijfsmodus Beschrijving Beschrijving Het display toont actieve alarmmeldingen en waarschuwingen die Het display toont de bedrijfsmodus van het systeem en vanaf niet gereset zijn. waar het geregeld wordt. Zie paragrafen 8.6.2 Actuele alarmen (3.1) 8.6.3 Alarm log-...
8.4.4 Setpoint (1.2.2) 8.4.6 Gemeten waarden (1.2.4) Afb. 15 Setpoint Afb. 17 Gemeten waarden Beschrijving Beschrijving Het display toont het geselecteerde setpoint en of het komt van Het display geeft een algemene status van alle gemeten en bere- de CU 352 of van een externe bus. kende parameters.
8.4.8 Log-grafiek (1.2.6) 8.4.10 Pomp 1-6, Jockey pomp (1.3 - 1.10) Afb. 19 Log-grafiek Afb. 21 Pomp 1 Beschrijving Beschrijving Het display geeft gelogde gegevens weer die in de regelaar zijn Het display toont de bedrijfsstatus van de individuele pompen. opgeslagen.
8.5 Bedrijf (2) 8.5.2 Systeem bedrijfsmodus (2.1.1) In dit menu kunt u de belangrijkste parameters instellen, zoals setpoint, bedrijfsmodus, regelmodus en regeling voor afzonder- lijke pompen. 8.5.1 Bedrijf (2) Afb. 23 Systeem bedrijfsmodus Beschrijving Het systeem kan op zes verschillende bedrijfsmodi worden inge- steld.
8.5.3 Regelmodus (2.1.2) Instelling via bedieningspaneel • Bedrijf > Verdere instellingen > Regelmodus > Gesl. kring. Stel het setpoint in. Zie paragrafen 8.5.4 Alternatieve setpoints (2.1.3) 8.5.1 Bedrijf (2). Open kring Bij een open regelkring werken de pompen met een vast toeren- tal.
Instelling via bedieningspaneel Debiet [m /uur] Ga als volgt te werk om een externe besturingsbron in te stellen om het systeem te regelen: • Bedrijf > Verdere instellingen > Regelmodus. • Selecteer: Open kring. 1. Druk op x 2. Debiet 2.
8.5.4 Alternatieve setpoints (2.1.3) 8.5.5 Individuele pompregeling (2.1.4) Afb. 32 Alternatieve setpoints Afb. 33 Individuele pompregeling Beschrijving Beschrijving In aanvulling op het primaire setpoint 1 (getoond in display 2 in U kunt de bedrijfsmodus wijzigen van automatische bedrijfsmo- menu "Bedrijf") kunnen zes alternatieve setpoints worden inge- dus naar één van de handmatige bedrijfsmodi.
8.5.6 Pomp 1-6 (2.1.4.1 - 2.1.4.6) 8.5.7 Regeling van de jockey pomp(2.1.4.7) Afb. 34 Pomp 1-6 Afb. 35 Regeling van de jockey pomp Beschrijving Beschrijving Het display wordt getoond voor de afzonderlijke pompen en Het display wordt alleen getoond bij systemen die geconfigureerd maakt het mogelijk om een bedrijfsmodus in te stellen.
8.6 Alarm (3) Dit menu geeft een overzicht van alarmmeldingen en waarschu- wingen. U kunt alarmen resetten. 8.6.1 Alarm status (3) Afb. 36 Alarm status Beschrijving Een storing in het systeem of één van de te bewaken componen- ten kan een alarm of een waarschuwing veroorzaken.
Pagina 26
Wijziging van Resetten van alarm, Instellen in het Waarschuwing( bedrijfsmodus Alarmcode opnieuw inschakelen menu "Instellingen" Storing Alarm( naar Laagwater Handmatig/automatisch Laagwater Stop Handmatig/automatisch Hoge druk Stop Handmatig/automatisch Handmatig/automatisch Lage druk Stop Handmatig/automatisch Drukvermindering Handmatig/automatisch Alarm, alle pompen Stop Automatisch Handmatig/automatisch Externe storing Stop Handmatig/automatisch...
8.6.2 Actuele alarmen (3.1) 8.6.3 Alarm logboek (3.2) Het alarmlogboek kan tot 24 waarschuwingen en alarmen opslaan. Afb. 37 Actuele alarmen Beschrijving Afb. 38 Alarm logboek Het submenu op het display "Alarm" toont het volgende: Beschrijving • Waarschuwingen veroorzaakt door storingen die nog steeds bestaan.
8.7 Instellingen (4) 8.7.1 Primaire regelaar (4.1) Afb. 41 Primaire regelaar Afb. 40 Instellingen Beschrijving In het menu "Instellingen" kunt u de volgende functies instellen: In het menu kunt u de functies gerelateerd aan de primaire rege- • Primaire regelaar laar instellen.
8.7.2 PI-regelaar (4.1.1) Instellingen van de PI-regelaar voor verwarming en koeling Als in de opstartwizard een andere toepassing is ingesteld dan drukverhoging, dan worden de waarden van Kp en Ti automatisch ingesteld volgens de onderstaande tabel. Aangezien het systeem de leidinglengte niet kent, worden de standaard parameters vol- gens de tabel ingesteld op basis van een leidinglengte (L1 of L2) van 5 meter.
8.7.3 Alternatieve setpoints (4.1.2) 8.7.4 Alternatieve setpoints 2-7 (4.1.2.1 - 4.1.2.7) Afb. 43 Alternatieve setpoints Afb. 44 Alternatieve setpoints 2-7 Beschrijving Voor elk alternatief setpoint selecteert u de digitale ingang om het setpoint te activeren. Met de functie kunt u maximaal zes setpoints (2 t/m 7) selecteren als alternatief voor het primaire setpoint (1).
8.7.5 Externe setpoint-beïnvloeding (4.1.3) Instelling via bedieningspaneel • Instellingen > Primaire regelaar > Externe setpoint-beïnvloe- ding > Ingangswaarde te beïnvloeden door. Er verschijnt een lijst met beschikbare parameters. 1. Selecteer de parameter die het setpoint moet beïnvloeden. 2. Druk op 3.
8.7.6 Instelling van beïnvloedingsfunctie (4.1.3.2) 8.7.7 Primaire opnemer (4.1.4) Afb. 48 Primaire opnemer Afb. 46 Instelling van beïnvloedingsfunctie Beschrijving Beschrijving U kunt de regelparameter van het systeem selecteren en de sen- U kunt de relatie selecteren tussen de meetparameter die het set- sor instellen om de waarde te meten.
8.7.8 Secundaire sensor (4.1.5) Beschrijving Met de functie kunt u setpoints en de dag en tijd van activering instellen. U kunt ook dag en tijdstip van de uitschakeling van het systeem instellen. Als het klokprogramma is gedeactiveerd, blijft het setpoint van het programma actief.
8.7.11 S-systeem configuratie (4.1.8) 8.7.12 Setpoint verhoging/verlaging (4.1.9) Afb. 54 S-systeem configuratie Afb. 56 Setpoint verhoging/verlaging Beschrijving Beschrijving Met deze functie kunt u de regeling van pompen op netvoeding Wanneer de functie is ingeschakeld worden wijzigingen van het omkeren (MPC-S). Zo wordt het mogelijk om pompen in of uit te setpoint beïnvloed door de verhoging of verlaging van het set- schakelen op basis van de actuele waarde.
8.7.13 Cascaderegeling pomp (4.2) 8.7.15 Max. aantal starts/uur (4.2.1) Afb. 57 Cascaderegeling pomp Afb. 59 Max. aantal starts/uur In het menu kunt u de functies instellen die verband houden met Beschrijving cascaderegeling van pompen. De functie beperkt het aantal in- en uitschakelingen per uur van De volgende menu’s kunnen worden geselecteerd: de pompen voor het volledige systeem.
8.7.16 Stand-by pompen (4.2.3) 8.7.17 Geforceerde pompwisseling (4.2.4) Afb. 60 Stand-by pompen Afb. 61 Geforceerde pompwisseling Beschrijving Beschrijving Met de functie kunt u de maximale capaciteit van het systeem De functie zorgt ervoor dat alle pompen evenveel bedrijfsuren beperken door één of meer pompen als reservepompen te selec- krijgen.
8.7.18 Testdraaien pomp (4.2.5) 8.7.19 Stoppoging pomp (4.2.7) Afb. 62 Testdraaien pomp Afb. 63 Stoppoging pomp Beschrijving Beschrijving Deze functie wordt primair gebruikt in situaties waar de gefor- Met deze functie kunt u automatische uitschakelpogingen van ceerde pompwisseling is uitgeschakeld, en/of als het systeem is een pomp instellen wanneer meerdere pompen werken.
8.7.20 Toerental bij starten en stoppen van pomp (4.2.8) Instelling via bedieningspaneel • Instellingen > Cascaderegeling pomp > Toerental bij starten en Beschrijving stoppen van pomp. De functie regelt het in- en uitschakelen van de pompen. Er zijn • Selecteer: Gebruik vastgesteld toerental. twee opties: •...
8.7.22 Compensatie voor opstarttijd van de pomp (4.2.10) 8.7.23 Secundaire functies (4.3) Afb. 67 Compensatie voor opstarttijd van de pomp Afb. 68 Secundaire functies Beschrijving Beschrijving De functie wordt alleen gebruikt voor MPC-F systemen. Op het display kunt u functies instellen die secundair zijn voor de normale werking van het systeem.
8.7.24 Stop functie (4.3.1) A: Normaal bedrijf B: Drukverhoging H [m] C: Stop Stop Start Tijd [s] Stop: Hset + 0,5 x start/stop-bereik Inschakelen: Hset - 0,5 x start/stop-bereik Afb. 71 Aan/uit-bedrijf Het debiet wordt geschat door de CU 352 wanneer de pomp zich Afb.
Pagina 42
Instelbereik Voorbeeld 1: De stoplimiet, Qmin, verhogen (hoog debiet limiet) Start/stop-bereik: 5-30 % • Verhoog "Drukverschil voor gradiënt". 2-50 % van het nominale debiet (Qnom) • Verlaag "Tijdsverschil voor gradiënt (pomp gestopt)". van één van de pompen. (Dit kan alleen •...
Systeem met debietschakelaar Beschrijving Stel ook het volgende in: De functie wordt doorgaans gebruikt bij drukverhogingstoepas- singen en zorgt voor een geleidelijke opstart van systemen met 1. Selecteer: Ga naar instelling van digitale ingang. bijv. lege leidingen. Display verschijnt. Dig. ingangen (4.3.7) 2.
8.7.26 Noodbedrijf (4.3.5) 8.7.27 Dig. ingangen (4.3.7) Afb. 77 Noodbedrijf Afb. 78 Dig. ingangen Beschrijving Beschrijving De functie wordt gebruikt in boostertoepassingen. Wanneer deze In het menu kunt u de digitale ingangen van de CU 352 instellen. functie is ingeschakeld zullen de pompen blijven draaien onge- Elke digitale ingang behalve DI1 kan worden geactiveerd en aan acht waarschuwingen of alarmmeldingen.
8.7.28 Functies van digitale ingangen (4.3.7.1) Fabrieksinstelling Digitale ingang Functie Extern starten/stoppen. Open contact = DI1 (CU 352) [10] stop. Opmerking: Ingang nr. 1 kan niet worden gewijzigd. Controleren op laagwater (droogloopbevei- DI2 (CU 352) [12] liging). Open contact = laagwater (als het systeem met deze optie is geleverd).
8.7.30 Analoge ingangen (4.3.8.1 - 4.3.8.7) 8.7.31 Analoge ingangen en gemeten waarde (4.3.8.1.1 - 4.3.8.7.1) Afb. 81 Analoge ingangen Afb. 82 Analoge ingangen en gemeten waarde Beschrijving Beschrijving In het menu kunt u "Analoge ingangen" instellen. Elk display is in drie delen verdeeld: Een functie kan worden gekoppeld aan de individuele analoge ingangen.
8.7.35 Uitgangsignaal (4.3.10.1 - 4.3.10.3) 8.7.36 Telleringangen (4.3.11) Afb. 86 Uitgangsignaal Afb. 87 Telleringangen Beschrijving Beschrijving U kunt de onderstaande parameters selecteren. U kunt de CU 352 instellen op het accumuleren van een ver- pompt volume aan de hand van een digitale watermeter. Instelbereik Instelling via bedieningspaneel •...
8.7.38 Min. bedrijf (4.3.14.1) 8.7.39 Max. bedrijf (4.3.14.2) Afb. 89 Min. bedrijf Afb. 90 Max. bedrijf Beschrijving Beschrijving Bij alle systemen, behalve bij MPC-S systemen, is minimaal Met deze functie kunt u een aantal pompen bij maximale capaci- bedrijf alleen mogelijk voor pompen met variabel toerental. Bij teit laten werken wanneer de functie ingeschakeld is.
Toerental. De gegevens worden afgelezen uit de capaciteitscurves van de Fabrieksinstelling pomp die kunnen worden gevonden in Grundfos Product Center op de Grundfos homepage, www.grundfos.com. Zie de voorbeel- De functie is uitgeschakeld als het volgende is ingesteld: den in afb.
Pagina 51
Pnom Hnom Nominaal vermogen Pnom Qnom Qmax Afb. 93 Aflezen van Qnom, Hnom, Hmax en Qmax (Grundfos Product Center) Afb. 96 Aflezen van nominaal vermogen Pnom (Grundfos Pro- duct Center) Qnom en Hnom zijn het nominale werkpunt van de pompen en meestal het werkpunt met het hoogste Werkpunt, Q0, 100 % rendement.
8.7.42 Besturingsbron (4.3.20) 8.7.44 Inschatting van debiet (4.3.23) Afb. 97 Besturingsbron Afb. 99 Inschatting van debiet Beschrijving Beschrijving Het systeem kan op afstand geregeld worden via een externe Zoals beschreven in paragraaf 8.7.41 Pompcurvegegevens busverbinding (optie). Zie paragraaf . Voor kan de CU 352 het bedrijf optimaliseren aan de hand van 7.
8.7.45 Gereduceerd bedrijf (4.3.24) Beschrijving De functie is ontworpen voor het regelen van maximaal zes ver- schillende zones in een HVAC-systeem met een gedefinieerd drukverschilbereik. Als een van de signalen "Multisensor" zich buiten de specifieke sensorlimieten (minimum of maximum) bevinden, verplaatst de functie het setpoint (SP) omhoog of omlaag om te waarborgen dat de specifieke sensor of zone bin- nen het drukbereik blijft.
8.7.47 Instellingen multisensor (4.3.25.1) 8.7.48 Bewakingsfuncties (4.4) Afb. 102Instellingen multisensor Afb. 103Bewakingsfuncties Beschrijving Beschrijving Elke "Multisensor" moet worden gedefinieerd anders werkt deze Het systeem heeft een aantal functies die de werking van het functie niet naar behoren. systeem voortdurend bewaken. Het hoofddoel van de bewakingsfuncties is om te zorgen dat sto- Instelbereik ringen de pompen of het systeem niet beschadigen.
8.7.49 Droogloopbeveiliging (4.4.1) 8.7.50 Druk/niveauschakelaar (4.4.1.1) Afb. 104Droogloopbeveiliging Afb. 105Druk/niveauschakelaar Beschrijving Beschrijving Droogloopbeveiliging is één van de belangrijkste bewakingsfunc- De functie wordt hoofdzakelijk gebruikt in boostertoepassingen. ties, aangezien de lagers en asafdichtingen beschadigd kunnen Droogloopbeveiliging kan gebeuren door een drukschakelaar op worden wanneer de pompen droog lopen.
8.7.51 Meting, voordruk (4.4.1.2) 8.7.52 Meting, vatniveau (4.4.1.3) Afb. 106Meting, voordruk Afb. 107Meting, vatniveau Beschrijving Beschrijving Droogloopbeveiliging kan geschieden door een drukoverbrenger Droogloopbeveiliging kan gebeuren door middel van een niveau- die de inlaatdruk meet. sensor die het niveau meet in een tank aan de zuigzijde. U kunt twee niveaus instellen: U kunt twee niveaus instellen: •...
8.7.53 Min. druk (4.4.2) 8.7.54 Max. druk (4.4.3) Afb. 108Min. druk Afb. 109Max. druk Beschrijving Beschrijving De persdruk wordt bewaakt als de toepassing drukverhoging is. De persdruk wordt bewaakt als de toepassing drukverhoging is. Bij alle andere toepassingen wordt de systeemdruk bewaakt. De Bij alle andere toepassingen wordt de systeemdruk bewaakt.
8.7.55 Externe storing (4.4.4) 8.7.56 Limiet 1 overschreden (4.4.5 - 4.4.6) Afb. 110Externe storing Afb. 111Limiet 1 overschreden Beschrijving Beschrijving De functie wordt gebruikt wanneer de CU 352 in staat moet zijn Met de functie kan de CU 352 ingestelde limieten van analoge een storingsmelding van een extern contact te ontvangen.
8.7.58 Drukvermindering (4.4.8) Instelling via bedieningspaneel • Instellingen > Bewakingsfuncties > Drukvermindering > Ga naar instelling van digitale uitgang. 1. Selecteer digitale uitgang. 2. Selecteer: Drukontlastingsklep. 3. Druk op x 2. 4. Selecteer: De te bewaken druk • Selecteer: Persdruk, Systeemdruk of Externe druk. 5.
8.7.60 Storing, primaire sensor (4.4.10) 8.7.61 Keerklep (4.4.11) Afb. 116Storing, primaire sensor Afb. 117Keerklep Beschrijving Beschrijving U kunt instellen hoe het systeem moet reageren als de primaire Met de functie kan de CU 352 detecteren of een "Keerklep" lekt of sensor het begeeft.
8.7.62 Functies, CU 352 (4.5) 8.7.63 Displaytaal (4.5.1) Afb. 118Functies, CU 352 Afb. 119Displaytaal Beschrijving Beschrijving Voer de basisinstellingen van de CU 352 in dit submenu in. Hier selecteert u de taal voor het display van de CU 352. De CU 352 wordt geleverd met de meeste van deze instellingen, Instelbereik of ze worden ingevoerd bij het opstarten en mogen normaliter niet •...
8.7.64 Eenheden (4.5.2) Instelling via bedieningspaneel • Instellingen > Functies, CU 352 > Eenheden. Stel soort eenheden, meetparameter en specifieke eenheid in. Zie het voorbeeld in afb. 121. Afb. 120Eenheden Beschrijving Hier kunt u eenheden selecteren voor de diverse parameters. Afb.
Als de klok langer dan 20 dagen geen stroom heeft gekregen, dan moet deze opnieuw ingesteld worden. Neem contact op met Grundfos als u het wachtwoord Instelbereik of de wachtwoorden bent vergeten. De datum kan ingesteld worden als dag, maand en jaar. De tijd...
CU 352. Bovendien worden de versiecode en de productnum- mers getoond van de configuratiebestanden (GSC) die in de unit zijn ingelezen. U kunt ook een upgrade van de softwareversie uit- voeren. Neem contact op met Grundfos voor meer informatie.
8.8 Datacommunicatie De CU 352 is uitgerust met hardware die communicatie met externe modules zoals een computer toelaat, via een externe GENIbus of ethernetverbinding. Grundfos CIU Gateway communicatie- van derde Internet interface partij Intranet Extern Externe GENIbus-verbin- GENIbus-module ding (optie) Ethernetverbinding Afb.
Pagina 67
129. Neem voor meer informatie contact op met Grundfos. De gateway kan een Grundfos CIU communicatie-interface zijn, of een gateway van een derde partij. Raadpleeg Grundfos Pro- duct Center voor meer informatie over de CIU, of neem contact op met Grundfos.
Elektrische schok hogetemperatuurvet op basis van lithium. Zie de instructies op de Dood of ernstig persoonlijk letsel ventilatorafsluiting van Grundfos motoren. - Raak de geleiders voor de hoofdschakelaar niet Bij seizoensbedrijf (waarbij de motor langer dan zes maanden per aan omdat deze nog steeds onder spanning staan.
Schakel de hoofdschakelaar in. d) De hoofdschakelaar is defect. Vervang de hoofdschakelaar. e) De motorbeveiliging is geactiveerd. Neem contact op met Grundfos. De motor is defect. Herstel of vervang de motor. g) De druksensor is defect. Vervang de druksensor. Sensoren met uitgangssig- nalen van 0-20 mA of 4-20 mA worden bewaakt door het boostersysteem.
Bedrijfsdruk Standaard is de maximale werkdruk 16 bar. Sommige uitgangen hebben een gewone C klem. Op aanvraag levert Grundfos Hydro MPC boostersystemen met Voor meer informatie, zie het bedradingsschema dat een maximale werkdruk die hoger is dan 16 bar. bij het boostersysteem is geleverd.
Dit product, of onderdelen van dit product dienen op een milieu- documenten te vinden. vriendelijke manier afgevoerd te worden: Alle documenten zijn beschikbaar in Grundfos Product Center: 1. Breng het naar het gemeentelijke afvaldepot. www.grundfos.com > Internationale website > Grundfos Product 2.
GR: Δήλωση συμμόρφωσης ΕΕ Nous, Grundfos, déclarons sous notre seule responsabilité, que le Εμείς, η Grundfos, δηλώνουμε με αποκλειστικά δική μας ευθύνη ότι το produit Hydro MPC, auquel se réfère cette déclaration, est conforme aux προϊόν Hydro MPC, στο οποίο αναφέρεται η παρακάτω δήλωση, Directives du Conseil concernant le rapprochement des législations des...
Pagina 73
VI: Tuyên bố tuân thủ EU AL: Deklara e konformitetit të BE Chúng tôi, Grundfos, tuyên bố trong phạm vi trách nhiệm duy nhất của Ne, Grundfos, deklarojmë vetëm nën përgjegjësinë tonë se produkti mình rằng sản phẩm Hydro MPC mà tuyên bố dưới đây có liên quan tuân Hydro MPC, me të...
Pagina 75
GRUNDFOS Pumps (Hong Kong) Ltd. Turkey Brazil Norway Unit 1, Ground floor GRUNDFOS POMPA San. ve Tic. Ltd. Sti. BOMBAS GRUNDFOS DO BRASIL Siu Wai Industrial Centre GRUNDFOS Pumper A/S Gebze Organize Sanayi Bölgesi Av. Humberto de Alencar Castelo Branco, 29-33 Wing Hong Street &...
Pagina 76
96605924 12.2020 ECM: 1296090 www.grundfos.com...