Geavanceerd bedieningspaneel en draadloze
pompverbinding
1. Voorzie beide pompen van stroom.
2. Stel op beide pompen de benodigde analoge en digitale
ingangen in op basis van de verbonden apparatuur en de ver-
eiste functionaliteit. Zie paragraaf
instellen.
3. Selecteer het menu "Assist" op een van de pompen en kies
"Multipomp instelling".
4. Druk op [>] om door te gaan.
5. Selecteer "Draadloos" als de communicatiemethode die moet
worden gebruikt tussen de twee pompen.
6. Druk op [>] om door te gaan.
7. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie paragraaf
en
14.47.1 Wisselend bedrijf
ven.
8. Druk driemaal op [>] om door te gaan.
9. Druk op [OK] om te zoeken naar andere pompen.
Het groene lampje in het midden van het Grundfos Eye knip-
pert op de andere pompen.
10. Druk op de verbindingstoets op de pomp die moet worden
toegevoegd aan het multipomp systeem.
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijdstip waarop
moet worden overgeschakeld tussen de twee pompen.
Deze stap is alleen van toepassing als u "Wisselend
N.B.
bedrijf, tijd" hebt geselecteerd en als de pompen zijn
uitgerust met een FM 300.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Druk op [OK].
De pictogrammen voor de multipomp functie worden onder
aan de bedieningspanelen weergegeven.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
50
14.44 Ondersteund pomp
hierbo-
14.47.2 Reservebedrijf
Geavanceerd bedieningspaneel en bekabelde
pompverbinding
1. Verbind de twee pompen met elkaar via een 3-aderige afge-
schermde kabel tussen de GENIbus klemmen A, Y, B.
2. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in op basis
van de verbonden apparatuur en de vereiste functionaliteit.
Zie paragraaf
14.44 Ondersteund pomp
3. Wijs pompnummer 1 toe aan de eerste pomp. Zie paragraaf
14.26 Nummer
(Pompnummer).
4. Wijs pompnummer 2 toe aan de andere pomp. Zie paragraaf
14.26 Nummer
(Pompnummer).
5. Selecteer het menu "Assist" op een van de pompen en kies
"Multipomp instelling".
6. Druk op [>] om door te gaan.
7. Selecteer "Bedrade GENIbus" als de communicatiemethode
die moet worden gebruikt tussen de twee pompen.
8. Druk tweemaal op [>] om door te gaan.
9. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie paragraaf
en
14.47.1 Wisselend bedrijf
10. Druk op [>] om door te gaan.
11. Druk op [OK] om te zoeken naar andere pompen.
12. Selecteer de andere pomp uit de lijst.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijdstip waarop
moet worden overgeschakeld tussen de twee pompen.
Deze stap is alleen van toepassing als u "Wisselend
bedrijf, tijd" hebt geselecteerd en als de pompen zijn
N.B.
uitgerust met een FM 300.
15. Druk op [>] om door te gaan.
16. Druk op [OK].
De pictogrammen voor de multipomp functie worden onder
aan de bedieningspanelen weergegeven.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
De multipomp functie uitschakelen via Grundfos GO
1. Ga naar het menu "Assist".
2. Selecteer "Multipump setup".
3. Selecteer "Disable".
4. Druk op [>] om door te gaan.
5. Bevestig de multipomp instellingen door op [Send] te drukken.
6. Druk op [Finish].
Het multipomp systeem is nu uitgeschakeld.
Een multipomp systeem uitschakelen via het geavanceerde
bedieningspaneel
1. Selecteer het menu "Assist".
2. Selecteer "Multipomp instelling".
3. Druk op [>] om door te gaan.
4. Bevestig Geen multipompfunctie door op [OK] te drukken.
5. Druk op [>] om door te gaan.
6. Druk op [OK].
Het multipomp systeem is nu uitgeschakeld.
14.48 Beschrijving regelmethode
Dit menu is alleen beschikbaar op het geavanceerde bedienings-
paneel.
In dit menu wordt elk van de mogelijke regelmodi beschreven. Zie
ook paragraaf
14.5
Regelmethode.
14.49 Ondersteund foutadvies
Dit menu biedt advies en correctieve acties in het geval van
pompstoringen.
instellen.
14.47.2
Reservebedrijf.