14.22 Ramp up / Ramp down
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
De Ramp up / Ramp down bepalen hoe snel de motor kan ver-
snellen en vertragen, tijdens in-/uitschakelen of bij wijziging van
het setpoint.
Het volgende kan worden ingesteld:
•
versnellingstijd, 0,1 tot 300 s
•
vertragingstijd, 0,1 tot 300 s.
De tijden gelden voor de versnelling van 0 rpm tot het maximale
(vaste) toerental en voor de vertraging van het maximale (vaste)
toerental naar 0 rpm.
Bij korte vertragingstijden kan de vertraging van de motor afhan-
gen van de belasting en traagheid omdat er geen mogelijkheid is
om de motor actief te remmen.
Als de voedingspanning wordt uitgeschakeld hangt de vertraging
van de motor alleen af van de belasting en de traagheid.
Toerental
Vast maxi-
mum
door gebrui-
ker ingesteld
maximum
Door gebrui-
ker ingesteld
minimum
0
Vaste initiële ramp
up / ramp down
Door gebruiker ingestelde
ramp up
Afb. 71 Ramp up en ramp down
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
14.23 Stilstandsverwarming
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
U kunt de functie gebruiken om condensvorming in vochtige
omgevingen te voorkomen. Wanneer u de functie instelt op
"Actief" en de pomp zich in de bedrijfsmodus "Stop" bevindt,
wordt er een wisselspanning van laag voltage over de motorwik-
kelingen gezet. Het toegepaste voltage is niet hoog genoeg om
de motor te laten draaien maar waarborgt dat voldoende warmte
wordt gegenereerd om condensvorming in de motor en in de
elektronische onderdelen van de aandrijving te voorkomen.
Vergeet niet de aftappluggen te verwijderen en de
N.B.
motor af te dekken.
Voor meer informatie, zie paragraaf
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
44
Ramp up / Ramp down
-
●
Tijd
Vaste uiteindelijke
ramp up / ramp down
Door gebruiker ingestelde
ramp down
Stilstandsverwarming
●
●
6.8
Buitenopstelling.
14.24 Motorlagerbewaking
U kunt de functie voor controle van de motorlagers instellen op de
volgende waarden:
•
Actief
•
Niet actief
Wanneer de functie op "Actief" staat ingesteld, begint een teller in
de regelaar de gebruiksduur van de lagers te tellen.
De teller zal ook doorgaan met tellen als de functie
op "Niet actief" staat, maar er wordt dan geen waar-
schuwing gegeven als het tijd is voor vervanging.
N.B.
Wanneer de functie weer op "Actief" wordt ingesteld,
dan zal de geaccumuleerde gebruiksduur weer wor-
den gebruikt om de tijd tot aan vervanging te bereke-
nen.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
14.25 Service
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Tijdsduur tot volgende service (Motorlagerservice)
Dit display toont wanneer de motorlagers moeten worden vervan-
gen. De regelaar bewaakt het bedrijfspatroon van de motor en
berekent de periode tussen het vervangen van de lagers.
Weer te geven waarden:
•
over 2 jaar
•
over 1 jaar
•
over 6 maanden
•
over 3 maanden
•
over 1 maand
•
over 1 week
•
Nu
Vervanging van lagers
Geeft het aantal keren aan dat lagers zijn vervangen gedurende
de levensduur van de motor.
Lagers vervangen (Motorlageronderhoud)
Wanneer de functie voor controle van de lagers actief is, geeft de
regelaar een waarschuwing wanneer de motorlagers dienen te
worden vervangen.
Wanneer u de motorlagers hebt vervangen, bevestigt u deze han-
deling door op [Lagers vervangen] te drukken.
14.26 Nummer (Pompnummer)
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2,TPE2 D
Een uniek nummer kan aan de pomp worden toegekend. Dit
maakt het mogelijk om onderscheid te maken tussen pompen in
geval van buscommunicatie.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
31.
Fabrieksinstellingen.
Service
●
●
Nummer
(Pompnummer)
●
●