11. Storingzoekschema
Storing
1.
Doseerpomp draait
niet.
2.
Doseerpomp zuigt
niet aan.
3.
Doseerpomp
doseert niet.
72
Oorzaak
a)
Niet aangesloten op de netspan-
ning.
b)
Onjuiste netspanning.
c)
Elektrische storing.
a)
Lekkage in de zuigleiding.
b)
Doorsnede van de zuigleiding te
klein, of zuigleiding te lang.
c)
Verstopte zuigleiding.
d)
Voetventiel bedekt door afzetting.
e)
Geblokkeerde zuigleiding.
f)
Kristalachtige afzettingen in de
ventielen.
g)
Membraan defect of membraanbe-
vestiging uitgescheurd.
h)
Leeg de doseertank.
a)
Lucht in de aanzuigleiding en
doseerkop.
b)
Viscositeit of dichtheid van het
medium te groot.
c)
Kristalachtige afzettingen in de
ventielen.
d)
Ventielen onjuist geassembeerd.
e)
Injectie-eenheid geblokkeerd.
f)
Onjuiste installatie van leidingen en
randapparatuur.
g)
Leeg de doseertank.
h)
Afdichtingselementen niet chemisch
bestendig.
Oplossing
Sluit de voedingskabel aan.
Schakel de pomp uit. Controleer span-
ning en motor. Wanneer de motor defect
is, retourneer dan de pomp voor repara-
tie.
Retourneer de pomp voor reparatie.
Vervang de aanzuigleiding of dicht deze
af.
Verifieer aan de hand van de Grundfos
specificatie.
Spoel of vervang de zuigleiding.
Hang de zuigleiding op aan een hogere
positie.
Installeer de zuigleiding op de juiste
wijze. Controleer op beschadigingen.
Reinig de ventielen.
Vervang het membraan.
Vul de doseertank.
Vul de doseerkop en zuigleiding.
Controleer de installatie.
Reinig de ventielen.
Assembleer de binnenste ventieldelen
in de juiste volgorde en controleer of
corrigeer eventueel de stroomrichting.
Controleer en corrigeer eventueel de
doorstroomrichting, of verwijder de
obstructie.
Controleer of de leidingen vrij lopen en
juist zijn geïnstalleerd.
Vul de doseertank.
Vervang de afdichtingselementen.