Tijdens timerdosering
De batchhoeveelheid die nog gedoseerd moet
worden verschijnt in het display.
Om de reeds gedoseerde batchhoeveelheid weer
te geven,
•
op de "Omlaag" knop drukken.
Om de totale batchhoeveelheid weer te geven,
•
op de "Omhoog" knop drukken.
Stoppen/starten van de pomp tijdens timer
dosering
Om de pomp te stoppen,
•
druk op de "Start/Stop" knop, of
•
bedien aan/uit op afstand.
Om de pomp weer te starten,
•
druk op de "Start/Stop" knop.
– De vooringestelde batchcyclus wordt hervat.
– Voor de "Contact" timer, moet een extern
contactsignaal eveneens worden ontvangen.
Deactiveren van de timerfunctie
1. Open het tweede functieniveau.
2. Druk herhaaldelijk op de "Menu/Info" knop.
– "ON t" verschint in het display.
3. Druk op de "Omhoog" knop.
– "OFF t" verschijnt in het display.
– De timerfunctie wordt gedeactiveerd.
9.13 Creëren van een master/slave
applicatie
U kunt verschillende secundaire pompen aansluiten
en de secundaire pompen (slaves) via de eerste
pomp (master) besturen.
9.13.1 Master
Alle bedrijfsmodi zijn beschikbaar voor de
master pomp:
•
Handmatig
•
Contact
•
Batchdosering met handmatig/contact start
•
Timer modus met handmatig/contact start
•
Stroombesturing.
Selecteer het uitgangssignaal van de master
pomp in het serviceniveau (relais 1)
(uitgangsconnector 3):
•
Slagsignaal (stuurt één uitgangssignaal per slag)
moet worden gebruikt voor handmatig of stroom-
besturing van de master pomp, of
•
Pulsingang (stuurt één uitgangssignaal per con-
tactingangssignaal) moet worden gebruikt voor
contactbesturing van de master pomp.
Of selecteer als alternatief de stroomuitgang
(uitgangsconnector 2) voor stroombesturing van
de slave pomp.
Merk op dat de stroomuitgang kan ver-
schillen van de stroomingang, bijv.
wanneer de pomp is gestopt en houd
N.B.
a.u.b. de gewijzigde stroomuitgangs-
waarden aan met gewogen stroombe-
sturing.
9.13.2 Slave
De volgende bedieningsmodi zijn beschikbaar voor
slave-pompen in contact- of stroombesturing
(ingangsconnector 4):
•
Contact
•
Batchdosering met contact start
•
Timermodus met contactstart
•
Stroombesturing.
De instellingen voor de bedrijfsmodi
van de slave-pompen worden onafhan-
N.B.
kelijk geïmplementeerd van de instel-
lingen van de master-pomp.
Niet gebruikte pulsingangen van de
master-pomp worden doorgegeven aan
de slave-pompen wanneer uitgangssig-
Voorzichtig
naal = pulsingang is ingesteld. Ze wor-
den verwerkt op de slave-pompen over-
eenkomstig de slave-pomp
instellingen!
67