De maximale weergegeven/instelbare doorstroming
wordt automatisch ingesteld, overeenkomstig het
pomptype en het gekalibreerde slagvolume.
Ingangsbereik voor de doorstroming
Q
min.
Pomptype
[l/h]
DDI 0.4-10
0,004*
DDI 2.2-16
0,025
DDI 2.5-10
0,025
DDI 5.5-10
0,055
DDI 13.8-4
0,140
DDI 20-3
0,200
* Voor tegendrukken lager dan 3 bar, neemt
Q
continu toe van 0,004 l/h tot 0,006 l/h.
min.
9.4.3 Contactsignaalbesturing
De pomp moet eerst in deze bedrijfs-
modus worden gestart (LED gaat groen
N.B.
branden, "Run" verschijnt op het dis-
play).
•
Gebruik de "Start/Stop" knop om de pomp te star-
ten of te stoppen.
Voor continue dosering in een proces
Voor elk signaal dat wordt ontvangen op de contact-
ingang van de pomp (bijv. van een watermeter met
reed contactuitgang), doseert de pomp de ingestelde
doseercapaciteit. De dosering wordt continu gedistri-
bueerd tussen de inkomende contacten via een
besturingseenheid. De maximale doseercapaciteit
mag niet worden overschreden.
42
Resolutie van
doorstroming
1 ml/h
5 ml/h voor Q 1 l/h
10 ml/h voor Q 1 l/h
20 ml/h voor Q 10 l/h
100 ml/h voor Q 10 l/h
Ingangsbereik voor de doseercapaciteit per
contact
Pomptype
[ml]
DDI 0.4-10
0,07
DDI 2.2-16
0,22
DDI 2.5-10
0,22
DDI 5.5-10
0,55
DDI 13.8-4
1,24
DDI 20-3
1,92
Zelfs wanneer de pomp meer contactsignalen ont-
vangt dan het kan verwerken bij de maximale door-
stroming, dan loopt deze alleen in continu bedrijf met
een maximale slagfrequentie van
180/min. (120/min. in langzame modus).
1.75
Afb. 40 Display: Contactsignaalbesturing
Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen in het
eerste functieniveau om het doseervolume voor elk
contactsignaal in te stellen.
1. Druk, wanneer de pomp is gestopt, (rode LED
gaat aan) op de "Menu/Info" knop.
– Het eerste functieniveau wordt geopend.
2. Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen in
het "contactsignaalbesturings" menu om het
doseervolume voor elk contactsignaal in te stel-
len.
3. Druk op de "Start/Stop" knop om de instellingen
te bevestigen en het eerste functieniveau te ver-
laten.
– De pomp draait (LED brandt groen).
9.4.4 Stroomsignaalbesturing 0-20 mA / 4-20 mA
Voor stroomsignaalbesturing, zie paragraaf
9.9 Stroomsignaalbesturing 0-20 mA / 4-20 mA.
[ml]
[ml]
0,001
0,28
0,004
0,86
0,004
0,88
0,011
2,20
0,025
4,96
0,039
7,86
Contact ml