8.4 Ontluchting
V
J
Afb. 32 Handmatige ontluchting van de doseer-
kop (terwijl de pomp draait)
1. Open het ontluchtingsventiel (V) van de doseer-
kop ca. 1 slag (2 slagen bij Plus
2. Druk op de "Start/Stop" knop en houd deze inge-
drukt.
– De pomp schakelt over naar continu bedrijf.
3. Laat de pomp draaien totdat het medium dat van
de ontluchtingsleiding (J) stroom geen luchtbel-
len meer bevat.
4. Sluit voorzichtig het ontluchtingsventiel.
8.5 Wisselen van de tank met Plus
systeem
Voor pompen met het Plus
ook worden verwisseld tijdens bedrijf, door gebruik
te maken van een toevoer van doseermedium in de
ontluchtingskamer.
Waarschuwing
Het doseermedium wordt constant
toegevoerd via de overstroomleiding
terwijl de pomp draait. Neem afdoende
maatregelen voor de opvang van
doseermedium!
Waarschuwing
Risico op bijtende chemicaliën!
Draag beschermende kleding (hand-
schoenen en bril) bij het werken aan de
doseerkop, aansluitingen of leidingen!
Laat de kalibratiebuis (E) niet leeg-
Voorzichtig
lopen!
Verwisselen van de tank
1. Verwijder de zuigleiding, overstroomleiding en
ontluchtingsleiding van de lege tank.
– Het doseermedium wordt dan toegevoerd
vanuit de tank (F).
2. Steek de zuigleiding, overstroomleiding en
ontluchtingsleiding in de nieuwe tank.
3. Dompel de overstroomleiding en ontluchtings-
leiding niet onder in het doseermedium. Voer de
leidingen naar beneden en zonder lussen.
3
systeem).
3
3
systeem, kan de tank
Er is slechts een beperkte hoeveelheid
tijd beschikbaar voor het verwisselen
van de tank, afhankelijk van het pomp-
type en doseerdoorstroming, bijv.
30 seconden bij een doseerdoorstro-
N.B.
ming van 6 l/h!
Wanneer lucht is aangezogen, verhoog
dan kortstondig de slaginstelling tot
100 % en schakel de pomp naar con-
tinu bedrijf.
9. Gebruik van de besturingseenheid
Zie eerst de paragrafen 5. Installatie,
7. Opstarten / uitschakelen en
N.B.
7.2 Bediening van de pomp. In deze
paragraaf zijn alleen de extra functies
beschreven.
9.1 Menuniveaus
Menuniveaus die worden gebruikt in de
besturingseenheid
•
Eerste functieniveau: voor het selecteren en
instellen van de bedrijfsmodi van de pomp
(Handmatig, Contact, Analoog) het uitvoeren
van de batch en timer functies en het starten van
de pomp.
•
Tweede functieniveau: voor het instellen en
bekijken van de extra functies, het instellen van
de batch en timerfuncties en het instellen van de
toegangscode om de pomp te beschermen tegen
ongeautoriseerde toegang tot de pompinstellin-
gen.
•
Serviceniveau: voor het instellen van het pomp-
type en de displayeenheid voor de doseerdoor-
stroming (l/h of gal/h) en het instellen van de
ingangen en uitgangen.
Opslaan van de gebruikersinstellingen
De pompinstellingen worden automatisch ca. elke
10 minuten opgeslagen en blijven zo gehandhaafd,
zelfs wanneer de voeding is uitgeschakeld.
9.2 Algemene functies van de
besturingseenheid
9.2.1 Ontluchting en zuiging
Wanneer de "Start/Stop" knop gedurende meer dan
1 seconde wordt ingedrukt, dan schakelt de pomp
naar continu bedrijf zolang de knop ingedrukt wordt
gehouden (bijv. voor aanzuiging of ontluchting).
Dit gebeurt ongeacht de gekozen bedrijfsmodus.
(In batch- of timermodus moet de pomp eerst wor-
den gestopt.)
37