CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
Ô
Waarschuwingslampje koel-
vloeistoftemperatuur
Dit licht blauw op wanneer u het contact
aanzet of de motor start.
Als het rood wordt, moet u stoppen en de
motor een tot twee minuten stationair laten
draaien.
De temperatuur moet omlaag gaan en het
controlelampje moet opnieuw blauw worden.
Als dit niet zo is moet u de motor stoppen.
Laat deze afkoelen voordat u de koelvloei-
stof controleert.
Roep de hulp in van een merkdealer.
1.68
(5/6)
Ð
Controlelampje van de snel-
heidsbegrenzer ➥ 2.92
Ï
Waarschuwingslampje snel-
heidsregelaar ➥ 2.96
Waarschuwingslampje adap-
tieve snelheidsregelaar Stop and
Go ➥ 2.101
Waarschuwingslampje motor
op stand-by ➥ 2.10
Waarschuwingslampje motor
kan niet op stand-by worden
gezet ➥ 2.10
Ó
Waarschuwingslampje voet op
het rempedaal
Dit lampje gaat branden wanneer het rem-
pedaal moet worden ingetrapt ➥ 2.146.
Waarschuwingslampje parkeer-
hulp ➥ 2.141
Controlelampje snelheidswaar-
schuwing ➥ 1.70
Controlelampje waarschuwing
bij verlaten van rijstrook ➥ 2.49
Waarschuwingslampje
strookassistentsysteem. ➥ 2.54
(Afhankelijk van de auto)
Controlelampje
storing of ABS niet beschikbaar ➥ 2.80
Controlelampje detectie handen
op stuurwiel ➥ 2.54
rij-
ABS-