SLEPEN: pechhulp
(1/2)
Plaats vóór u gaat slepen de versnellings-
bak altijd in de stand Neutraal (stand N bij
auto's uitgerust met een automatische trans-
missie), ontgrendel de stuurkolom en zet
vervolgens de parkeerrem los.
Stuurkolomontgrendeling
Afhankelijk van de auto steekt u de sleutel
in het contact en zet deze in de ON 2-stand,
of drukt u, met de kaart in het interieur, circa
twee seconden op de startknop.
Zet de hendel terug in neutraal (stand N voor
een auto met automatische transmissie)
De stuurkolom ontgrendelt en de accessoi-
res ontvangen voeding; u kunt de verlichting
gebruiken (remlichten, richtingaanwijzers
enzovoort). In het donker moet de auto ver-
licht zijn.
Druk, afhankelijk van de auto, na het slepen
twee keer kort op de startknop van de motor
(risico van het ontladen van de accu).
Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen
inzake het slepen. Als u de slepende auto
rijdt, overschrijd dan niet de toegelaten aan-
hangwagenmassa van uw auto. ➥ 6.9.
Slepen van een auto met een
automatische transmissie
Vervoer de auto op een plateau of sleep
hem met beide voorwielen van de grond.
In uitzonderlijke omstandigheden kunt
u de auto verslepen met de vier wielen op
de grond, uitsluitend vooruit rijdend met de
versnellingshendel in neutrale stand N, over
een afstand van maximaal 80 km en met
een maximale snelheid van 25 km/u.
Zorg ervoor dat het sleepoog
correct met bouten is beves-
tigd.
Risico om het gesleepte
object te verliezen.
Laat de kaart in de auto tijdens
het slepen.
Risico van blokkeren van de
stuurkolom.
Als bij het wegrijden de hendel is vergren-
deld in stand P kan zelfs als u het rempe-
daal indrukt, de hendel handmatig worden
vrijgezet om de wielen die draaien te ont-
grendelen.
Om dit te doen, maakt u de onderkant van
de stofhoes los en drukt u tegelijkertijd op
de druktoets 2 en op knop 1 op de hendel
om deze te ontgrendelen en naar stand N
te gaan.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
1
2
5.35