VERWARMING, HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
B
5
Knoppen B
(afhankelijk van de auto)
1 Verdeling van de lucht in het interieur.
2 Ontdooien/ontwasemen van de achterruit en, afhankelijk van de auto, van de spiegels.
3 Regeling van de ventilatiesnelheid.
4 Luchtkringloop.
5 Regeling van de temperatuur van de lucht.
6 Bediening van de airconditioning.
7 Functie "Helder zicht".
7
3
2
(2/6)
6
1
4
In- en uitschakelen van de
airconditioning
Inschakelen is niet mogelijk als de knop 3 op
"0" (knop A) of "OFF" (knop B) is gezet.
Druk op de knop 6 om de airconditioning uit
te schakelen. Het waarschuwingslampje van
de toets dooft.
Door het inschakelen van de
airconditioning:
– gaat de temperatuur in het interieur
omlaag;
– ontwasemen de ruiten snel.
3.7