ACCU: storing
(3/3)
2
1
A
5
Sluit de positieve kabel aan A op de aan-
sluiting 1 (+) en daarna op de aanslui-
ting 5 (+) van de hulpaccu.
Sluit de negatieve kabel B aan op de aan-
sluiting 4 (–) van de hulpaccu en daarna op
de aansluiting 2 (–).
5.26
Start de motor van de hulpauto en laat deze
met een middelmatig toerental draaien.
Als de motor van uw voertuig niet onmid-
dellijk start, zet u het contact af en wacht
u enkele seconden voordat u de handeling
herhaalt.
Ontkoppel bij draaiende motor de kabels A
B
en B in omgekeerde volgorde (2 - 4 - 5 - 1).
Plaats de afdekkap 3 terug op de aanslui-
ting 1 (+).
4
Controleer of de kabels A en B
elkaar nergens raken en of de
positieve kabel A geen me-
talen delen van de hulpauto
raakt.
Risico van letsel en/of beschadiging
van de auto.