AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Stand automatisch
Zet de hendel 1 in stand D.
U hoeft de selecteurhendel niet meer te ver-
plaatsen. Er wordt automatisch geschakeld
in overeenstemming met de belasting van
de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en
de helling van de weg.
Zuinig rijden
Laat de selecteurhendel voor normaal ge-
bruik in stand D staan. Als het gaspedaal
iets wordt ingedrukt, schakelt de transmis-
sie bij een lage snelheid naar de volgende
versnelling.
Accelereren en inhalen
Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij
het zware punt van het pedaal).
Hierdoor wordt, binnen de mogelijkhe-
den van de motor, teruggeschakeld naar
de optimale versnelling.
(2/4)
Stand handgeschakeld
Tijdens het rijden in stand D kunt u met hen-
dels 5 en 6 op het stuurwiel overschakelen
naar handgeschakelde modus. Afhankelijk
van de auto zijn twee handmatige rijstijlen
beschikbaar:
– een "tijdelijk" handgeschakelde
modus die kan worden gebruikt om het
overschakelen naar een andere versnel-
ling te forceren door kort op één van de
hendels te drukken. De gekozen rijstijl-
modus D en versnelling verschijnen op
het instrumentenpaneel.
Opmerking: de versnellingsbak keert
automatisch terug naar de automatische
modus D als de ingeschakelde versnel-
ling niet optimaal is of als de hendels ge-
durende een bepaalde periode niet zijn
gebruikt.
– een permanente handgeschakelde
modus die wordt geactiveerd door een
van de hendels in te drukken en inge-
drukt te houden. Rijstijlmodus M en de
ingeschakelde versnelling worden op
het display 7 op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Opmerking: u gaat terug naar de au-
tomatische modus door de rechterhen-
del ingedrukt te houden. Automatische
modus D wordt op het instrumentenpa-
neel weergegeven.
In alle gevallen:
– Voor een lagere versnelling drukt u op de
linkerhendel;
– Voor een hogere versnelling drukt u op
de rechterhendel.
Opmerking: Afhankelijk van de display
stellen de indicatoren + en - of
voor om een hogere of lagere ver-
snelling te kiezen.
7
en
2.147