KAART:
algemeen (1/3)
1
4
1 Ontgrendelen van alle portieren.
2 Vergrendelen van alle portieren.
3 Alleen de achterklep ontgrendelen
4 Op afstand inschakelen van de ver-
lichting.
1.6
Met de kaart kunt u:
– de portieren, de achterklep en de tan-
kdopklep vergrendelen/ontgrendelen
(raadpleeg de volgende bladzijdes);
– de verlichting inschakelen op afstand van
de auto (raadpleeg de volgende bladzij-
des);
2
– Automatisch op afstand sluiten van de
elektrisch bediende ruiten ➥ 3.20;
3
– motor starten ➥ 2.6.
Actieradius
Controleer of de batterij goed en van het
juiste model is, en plaats het correct. De
levensduur is ongeveer twee jaar: moet
worden vervangen als het bericht "Batterij
kaart bijna leeg" op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven ➥ 5.22.
Bereik van de card
Het bereik van de afstandsbediening wordt
beïnvloed door de omgeving. Let er op dat
de portieren niet per ongeluk worden ver-
grendeld of ontgrendeld doordat u onopzet-
telijk op een knop op de kaart drukt.
Opmerking: als een portier of de kofferbak
open is of niet goed is gesloten, wordt de
vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een
geluidssignaal en de alarm- en zijknipper-
lichten knipperen niet.
Radiostoringen
De werking van de kaart kan gestoord
worden in de omgeving van een zendinstal-
latie of bij gebruik van apparatuur die werkt
op dezelfde frequentie als de kaart.
Bij lege batterij, kunt u de auto altijd
vergrendelen/ontgrendelen en starten.
➥ 1.14 ➥ 2.6.